#1
|
||||
|
||||
“Dé leraar bestaat niet”
“Dé leraar bestaat niet”
“De media en de publieke opinie denken over leraren in types. ‘Die is enthousiast, die is conservatief.’ Maar als je nauwkeuriger kijkt, is de school waar een leraar werkt, bepalender. Zet een leraar in een andere klas of school en je krijgt een andere leraar.” Expert Geert Kelchtermans (KU Leuven) over types leraren en de flinterdunne lijn tussen mens en professional. Geert Kelchtermans: “Leraar is een beroep waarbij de persoon en de professional heel dicht bij elkaar liggen. Dat verklaart onze neiging om leraren in hokjes te stoppen. Daar ben ik van afgestapt. Zodra je dat doet, geef je een stempel: ‘jij bent zo.’ Daarom gebruik ik ook de term ‘identiteit’ niet. Dat suggereert veel te sterk dat het vastligt hoe je als leraar bent.” “Ik verkies de term ‘zelfverstaan’. Dat woord geeft mooi aan dat er geen essentie is, geen onveranderlijke kern. Hoe je jezelf ziet en begrijpt is een proces dat nooit stopt. Mensen zijn immers het resultaat van wat ze al meegemaakt hebben en hun verwachtingen naar de toekomst.” Een typische leraar Toch wordt er nog veel gedacht in types? Geert Kelchtermans: “Klopt. De media en de publieke opinie denken nog altijd in types. ‘Die leraar is enthousiast, die is conservatief.’ Maar als je nauwkeuriger kijkt, is de school waar een leraar toevallig werkt, bepalender. Correcter is dus: ‘dat is typisch een leraar van die school’ dan ‘dat is typisch zo’n leraar.’ Wie iemand is en hoe iemand als leraar functioneert, is voortdurend in ontwikkeling.” “‘Zelfverstaan’ bestaat uit vijf componenten: zelfbeeld, zelfwaardegevoel, taakopvatting, beroepsmotivatie en toekomstperspectief. De taakopvatting is de persoonlijke invulling die een leraar aan zijn job geeft: wat hij vindt dat hij hoort te doen om een goede leraar te zijn. Dat kan onder druk komen bij vernieuwingen.” “Neem het M-decreet. ‘Ik ben leraar basisonderwijs, doe mijn best, ben daarvoor opgeleid en volg nascholing. Ik heb heel bewust niet gekozen om als leraar in het buitengewoon onderwijs te staan. En nu opeens moet ik wel een pak extra zorgnoden opnemen.’ Het idee van het soort leraar dat die persoon wil en moet proberen te zijn, wordt uitgedaagd en in vraag gesteld. En net omdat het zijn zelf raakt, moet hij willens nillens een antwoord geven op die uitdaging.” “Als je wil begrijpen hoe een school werkt, moet je geen optelsom maken van individuen, maar kijken naar de onderwijspraktijk: wat gebeurt er, welke spelregels bepalen wat er gebeurt, in welke werkomstandigheden moet het team aan de slag, wie zijn de leerlingen en de ouders, hoe ziet de infrastructuur eruit … Dat helpt veel meer om te doorgronden wat er speelt in een school dan te zoeken naar types van leraren.” Je noemt de school bepalender voor het soort leraar dat iemand is dan zijn persoonlijkheid. Kan je dat uitleggen? Geert Kelchtermans: “Het beroep van leraar is een combinatie van expertise en engagement. Of leraren gedijen in een school heeft te maken met hun engagement. Dat is weer die taakopvatting. Ze voelen zich verantwoordelijk voor leerlingen en loyaal tegenover collega’s. Je weet wat je wil en wie en waar je bent, en er is onderhandelingsruimte. Als die te krap wordt, ben je weg.” “We willen te vaak school- en klaspraktijk verklaren vanuit het individu. En dan krijg je het beeld van ‘die slechte leraar’. Maar een uitgebluste leraar zegt meer over de lastige klas en werkomstandigheden dan over zijn karakter. Zet hem in een klas geïnteresseerde leerlingen en hij bloeit weer helemaal open. Daarom vind ik het fascinerend en verontrustend dat mensen snel zeggen: ‘Dat is een conservatieve mens, die ga je niet meekrijgen’ in plaats van te denken: als je ziet hoe het hier draait, is het niet verwonderlijk hoe die leraar zich gedraagt.” “De omstandigheden veranderen voortdurend. Elk jaar sta je voor een andere klasgroep en stuur je je aanpak bij, maak je andere keuzes en zet je andere kanten van jezelf in. Daarbij breng je ook jezelf in het spel, je eigen waarden, je engagement: wat vind ik belangrijk, welk soort leraar wil ik zijn?” Professional en persoon zijn één De persoon en de job hangen heel erg samen, schijnbaar sterker dan in andere beroepsgroepen? Geert Kelchtermans: “Bij leraren kan je wie ze zijn als mens en als technische professional veel moeilijker scheiden van elkaar dan bijvoorbeeld bij een boekhouder. Als ik als leraar een leerling aanspreek omdat hij zijn huiswerk niet gemaakt heeft, ga ik met hem in gesprek om te kijken wat er scheelt of om straf te geven. Daar zit een professionele doelstelling achter. Maar de manier hoe ik het aanpak, dat ben ik. Als je je communicatie- en sociale vaardigheden te technisch toepast, werken ze niet.” “De beroepsvoldoening van leraren ligt in de resultaten van leerlingen, maar ook in het relationele. De eerstejaars secundair die met hun kerstrapport binnenspringen in hun lagere school, maken de dag van die leraren goed. Die relaties hebben natuurlijk twee kanten, want ze kunnen ook een bron zijn van frustratie, burn-out, klachten … Het relationele is fundamenteel, maar valt nauwelijks technisch te controleren of te sturen.” “Je hebt er weinig vat op of je leerlingen je leuk vinden en of het klikt tussen jullie. Daarom vind ik leraar een heftig beroep. Ze worden niet alleen technisch professioneel aangesproken, maar ook als mens. Mentaal en emotioneel moet je het toch allemaal maar managen. Tegelijkertijd halen leraren daar hun drive en voldoening uit en moet je hen dat niet afnemen.” Ambitieloze job? Ook de buitenwereld maakt moeilijk het onderscheid tussen ‘juf Katrien’ en ‘Katrien’, tot in de supermarkt en op de kermis toe? Geert Kelchtermans: “Daar durf ik me niet zo goed over uitspreken. Ik denk dat de sociale druk van ‘je bent “de meester of juf’ toch wel wat is verminderd. Maar ik kan me voorstellen dat als je kinderen vervelend doen in de supermarkt je als leraar meer blikken vangt. Het lijkt me niet meteen een vloek om leraar te zijn, maar maatschappelijk prestige krijg je er niet meer door. Geen brede waardering voor de beroepsgroep in elk geval. Want als je praat met ouders over de leraren van hun kinderen of leraren hoort over hun contact met ouders, krijg je een ander beeld. Dan hoor je vaak wel waardering en vertrouwen.” “Dat de job van leraar door het gebrek aan maatschappelijke status een negatieve keuze wordt, baart me meer zorgen. Of dat mensen met de juiste capaciteiten niet meer voor de klas willen staan. Want als het je plan B is, hou je dit beroep niet vol. Je moet echt wel gelukkig worden van het werken met kinderen en met hen resultaten boeken. Tegen je goesting in het onderwijs staan, is puur masochisme. Daar is de job te zwaar voor.” “Leraren voelen vandaag veel druk om zich te verdedigen over hun job en didactische aanpak. Daar is niets mis mee. Elke professional moet daartoe bereid zijn. Alleen ligt het antwoord op de vraag ‘wat is de juiste aanpak’ in onderwijs en opvoeding niet vast. Daar zit de ‘structurele kwetsbaarheid’ van je job als leraar. Je moet voortdurend kinderen en situaties inschatten, keuzes maken en handelen. Zonder ooit zeker te zijn dat je het juiste doet. Je zal je dus altijd moeten verantwoorden en dat is makkelijk noch comfortabel.” Moeilijke job, maar ‘als je ambitie hebt, word je geen leraar’ speelt toch nog? Geert Kelchtermans: “De loopbaan van leraren is minder vlak dan we denken. Als iemand snel benoemd is in een school en daar zijn hele loopbaan blijft, lijkt dat erg vlak en weinig ambitieus. Maar als je wat doorvraagt krijg je een heel ander beeld. De leraar basisonderwijs vertelt dan dat hij na twaalf jaar een andere klas gevraagd heeft aan de directeur. Om eens met oudere kinderen te werken.” “We zien ambitie te eng als opklimmen in je carrière, de verticale promotie. Maar in onderwijs heb je horizontale promotie, waarbij leraren tijdelijk andere verantwoordelijkheden opnemen. De nieuwe leerlijn voor moedertaal uitwerken, een werkgroep aansturen, mentor zijn voor studenten uit de lerarenopleiding of jonge collega’s.” “Bovendien kunnen leraren op school allerlei kanten van hun persoon botvieren. Toneel spelen, fietstochten organiseren in de vakantie, iets creatiefs uitwerken. Het stopt niet bij je vakinhoud of didactiek. Ook zo ervaar je reliëf in je loopbaan en maak je als leraar het verschil voor je leerlingen, breder dan je vak. Geweldig toch? We onderschatten schromelijk wat ‘jezelf breed kunnen inzetten’ doet voor je motivatie en beroepsvoldoening. En in andere jobs, mogelijk met meer prestige en hoger salaris, is die ruimte er niet. Het doet me begrijpen waarom veel mensen nog altijd voor onderwijs kiezen.” Blog Klasse, 14-06-2018 (Leen Leemans) Laatst aangepast door bijlinda : 21st September 2023 om 01:22. |