|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Controleert Rusland straks de Rode Zee?
Controleert Rusland straks de Rode Zee?
Iran, China en Rusland schroeven hun aanwezigheid aan de Rode Zee op. Het doel is duidelijk: meer greep krijgen op de zeeweg waar 12 tot 15 procent van de wereldhandel passeert. Toen ik als gezant van het Europees Parlement vertrok naar Caïro in 2011, zei een Europees Parlementslid van Barcelona me dat als ik erin slaagde om het Suezkanaal open te houden, mijn missie geslaagd zou zijn. Dat was natuurlijk als grap bedoeld, maar het vestigde wel mijn aandacht op het belang van het Suezkanaal en de Rode Zee. Maar pas toen ik letterlijk aan de rand van het kanaal stond, en zag hoe enorme containerschepen ononderbroken van en naar de Rode Zee voeren, drong het tot me door hoe belangrijk deze zeestraat is voor de wereldeconomie. Tussen 12 en 15 procent van de totale wereldhandel gaat langs deze route. Een jaar later bezocht ik Djibouti, een klein land met een heel strategische ligging aan Bab Al Mandeb, een zeestraat van amper 27 kilometer breed tussen de Rode Zee en de Golf van Aden. Daar lagen de nieuwste fregatten van het Amerikaanse, Franse en Britse leger om Somalische piraten weg te jagen. Sinds 2010 proberen die piraten om containerschepen te kapen, de bemanning te gijzelen en losgeld te vragen. Het was een indrukwekkende operatie waarbij het Westen, en dan vooral de Verenigde Staten, de naoorlogse rol opnam om de economische zeeroutes te beschermen. Verstoorde wereldhandel De recente aanvallen van de Houthi-rebellen in de zeestraat Bab Al Mandeb zijn evenwel van een heel andere orde. Het zijn geen piraten die extra inkomsten zoeken. De Houthi-rebellen zijn een ideologisch en politiek gemotiveerde bevolkingsgroep die de wereldhandel plat wil leggen. Met de financiële, politieke en militaire steun van Iran willen ze het Westen zo ver krijgen dat het druk zet op Israël om de oorlog in Gaza te stoppen. Je kunt het ook omgekeerd bekijken: Iran gebruikt de Houthi’s, net zoals het Hezbollah in Libanon en andere milities in Syrië en Irak gebruikt, om via aanslagen de oorlog in Gaza te laten stoppen. Dat de Houthi’s dankzij een Iraans spionageschip hun doelwitten kunnen treffen, is voldoende bewijs van Irans rol. We kunnen dus niet anders dan vaststellen dat Iran, via de Houthi’s in Jemen, greep heeft op de Rode Zee. De verstoring van de wereldhandel door de aanvallen van de Houthi’s is enorm. Omvaren via Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika verdubbelt tot verdrievoudigt de kosten per schip. Volgens de VN-Conferentie inzake Handel en Ontwikkeling, beter bekend als UNCTAD, zal de wereldhandel in 2024 met 5 procent krimpen en zullen de prijzen van voeding en energie de hoogte in schieten. Het is onduidelijk hoe groot dit effect zal zijn, maar de voorspellingen zien er niet goed uit. Chinese militaire basis Ook voor China is deze verstoring een ramp. Het land heeft het moeilijk om economisch opnieuw op gang te komen na de covid-lockdowns, en de aanslagen van de Houthi’s komen op het slechtst mogelijke moment. Het Chinese leger zou de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk kunnen helpen om de aanvallen tegen te gaan. Het heeft namelijk een militaire basis in Djibouti en baat er een deel van de zeehaven uit. Het is China’s enige buitenlandse militaire basis, de schattingen over het aantal manschappen gaan van duizend tot tienduizend. Volgens China gaat het niet om een militaire, maar een logistieke basis, opgezet om evacuaties van landgenoten in Afrika te coördineren. Dat dit enigszins klopt, bleek bij het onverwachte uitbreken van de burgeroorlog in Sudan op 15 april 2023. Toch is er weinig twijfel dat ook China met zijn haven in Djibouti mee de controle wil houden op de wereldhandel in de Rode Zee. Alsof de militaire aanwezigheid van Iran en China in de Rode Zee nog niet genoeg is om ongerust over te zijn: het lijkt erop dat ook Rusland binnenkort een militaire basis aan de Rode Zee zal hebben, en wel in Sudan. Al minstens vijf jaar zijn Russische Wagnertroepen in dat land aanwezig. Ze werken er samen met de Rapid Support Forces, de RSF. Deze paramilitaire groep kreeg van voormalig president Ali Al Bashir een officiële status nadat ze jarenlang als gewelddadige militie had opgetreden, de Janjaweed. Het is deze militie die verantwoordelijk was voor de genocide in Darfur, in westelijk Sudan, tussen 2003 en 2019, waarbij naar schatting 200.000 mensen werden vermoord. Russische plannen De Wagnergroep, vandaag het Russisch Afrika-korps genoemd, sloot een deal met de RSF om goud uit de Sudanese mijnen aan Rusland te verkopen. Als wederdienst steunde Wagner de RSF. Op 15 april 2023 gebeurde in Sudan wat eerder al gebeurde in Mali, Burkina Faso en Niger: de door Wagner gesteunde troepen pleegden een staatsgreep. De leider van de RSF, Mohamed Hamdan Dagalo, hoopte via een snelle coup de president, Abdel-Fattah Al Burhan, af te zetten. Dit lukte niet meteen, waardoor Sudan in een burgeroorlog terechtkwam. Volgens de Verenigde Naties zijn er aanwijzigen dat er opnieuw een genocide bezig is in Darfur, uitgevoerd door diezelfde RSF. Rusland heeft nog andere plannen. Het wil een militaire basis bouwen op de Sudanese kust aan de Rode Zee. Aangezien de door Rusland gesteunde RSF aan de winnende hand is, lijken die plannen steeds concreter te worden. Met andere woorden, we bewegen in de richting van een scenario waarbij Iran, China en Rusland (niet meteen de beste vrienden van het Westen) een van de kransslagaders van de wereldeconomie kunnen doorknippen, of op zijn minst zwaar verstoren, met alle economische en politieke gevolgen van dien. Dat is op zijn zachtst gezegd geen prettig vooruitzicht. Wat kunnen Europa en het Westen doen om dit scenario tegen te houden? Het is duidelijk dat elk conflict een nieuw conflict in zich draagt. Oorlogen stoppen is daarom de enige uitweg. De oorlogen in Gaza en in Sudan moeten dringend ophouden. Als Europa en de Verenigde Staten willen, kunnen ze genoeg druk zetten op de strijdende kampen om op zijn minst een staakt-het-vuren af te kondigen en aan tafel te gaan zitten. Eigenlijk is het geen kwestie meer van willen, het is een kwestie van moeten. Koert Debeuf, adjunct-professor Midden-Oosten (VUB) DS, 08-02-2024 |