|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
De nalatenschap van een generatie voltooide levens
De nalatenschap van een generatie voltooide levens
Paul Goossens In 1820, toen de gemiddelde levensverwachting 26 jaar bedroeg, was het even ondenkbaar als ongerijmd om over een ‘voltooid leven’ te praten. De strijd voor het bestaan slokte zoveel energie op dat er geen ruimte en nog minder begrip voor zulke spielereien was. Bovendien was God in het begin van de negentiende eeuw nog altijd ‘alive and kicking’ en pas in 1882 ontdekte de zoon van een Duitse dominee dat het opperwezen de laatste adem had uitgeblazen. Meer zelfs, het was vermoord door de mensheid, proclameerde Nietzsche met de nodige pathos in De vrolijke wetenschap. Sindsdien veranderde het denken, verdwenen taboes en moest ethiek op zoek naar nieuwe fundamenten. Onder meer inzake leven, dood en zelfbeschikking. Vandaag heeft een nieuwgeborene in Vlaanderen een levensverwachting van 82,3 jaar. Dat heeft gevolgen, op de moraal, de financiering van de zorg, de erfenissen, de publieke opinie. De ouderen zijn nu zoveel talrijker en assertiever dan hun leeftijdsgenoten uit de vorige eeuw en wegen op de politieke agenda. Ze hebben een stem en een netwerk. Als een vroegere radiocoryfee vertelt dat ze niets meer verwacht van haar leven en, ondanks de afwezigheid van ondraaglijk lijden, op haar beurt het recht op euthanasie claimt, wordt de politiek uitgedaagd. Bij voorzitter Gwendolyn Rutten van Open VLD kan het verzoek op veel, zo niet alle begrip rekenen. Voor een liberaal is het een evidentie dat het individu zelf over het einde van zijn leven beslist. Het individu en alleen het individu is de ultieme norm. Niet God, niet de religie of een moraal die haar inspiratie vindt in een bovennatuurlijke fictie, hebben hier het laatste woord. Hoewel die benadering grotendeels de mijne is, wantrouw ik ze zeer. Zeker, er zijn momenten in een bestaan dat je de regie zelf in handen moet houden. De beslissing over een waardig einde is er zo een. Welk hoger gezag kan eisen dat je leven moet doorgaan tot het fataal in totale afhankelijkheid of dementie eindigt? Geen enkel instituut, ongeacht het hermelijn waarin het zich hult, heeft in de 21ste eeuw nog de autoriteit en de hefbomen om zo’n ‘soumission’ af te dwingen. Het recht op een waardig levenseinde is absoluut, ongeacht de decreten van heilige boeken en seculiere wetten. En toch is er reden voor grote terughoudendheid. De maatschappij zit in de knoop met haar vele bejaarden. Zolang ze zelfredzaam en mobiel zijn, lijkt het probleem miniem. Zeker als ze over spaarcenten beschikken en de omzet van de toeristische industrie en de horeca aandikken. Ondertussen wordt de senioren geregeld ingepeperd dat ze de oorzaak van veel budgettair leed zijn, twee weken geleden nog door de Vlaamse minister-president Jan Jambon in Humo: ‘Vroeger hadden nieuwe regeringen altijd meer geld dan de vorige, vandaag wordt dat extra budget afgeroomd door de vergrijzingskosten. Alles wat je extra wilt besteden, moet je elders halen.’ Die uitspraak irriteert, want Jambon heeft een punt. Senioren zijn een uitgavenpost voor de samenleving en hoe talrijker en ouder ze worden, hoe zwaarder ze op het overheidsbudget wegen. In de 20ste eeuw was het een marginaal probleem, vandaag is het de donkere wolk boven het begrotingstekort. De financiering van de grijze golf is een streep door de rekening van mensen met minder verleden en meer toekomst. Het is een concurrentieslag die de ouderen alleen kunnen verliezen. In een tijd van meedogenloze dogma’s als rentabiliteit en toegevoegde waarde worden ze per definitie gevloerd, want niet langer productief. Te veel kosten, te weinig baten. Veel meer is er niet nodig om een gevoel van nutteloosheid en dure overbodigheid aan te praten. Een betere biotoop voor een begrip als ‘voltooid leven’ bestaat er niet. ‘De angst voor straks,’ verklaarde de Nederlandse hoogleraar langdurige zorg en dementie Anne-Mei The drie jaar geleden, ‘is wel degelijk ingegeven door onze blik en onze houding tegenover ouderen. (…) Ik denk dat in veel gevallen de stervenswens van ouderen ook maatschappelijke oor*zaken heeft.’ Mag deze generatie bejaarden dan op haar beurt een slachtofferrol opeisen? Niets zou onterechter zijn. Oorlog heeft ze niet gekend en ze genoot als nooit voordien van de zegeningen van de welvaartsstaat. Als ze vandaag in naam van het soevereine individu de exit uit het leven afdwingt, is dat niet zonder gevaar voor belangrijke ankerpunten van de beschaafde mensheid. Hoe banaler euthanasie, hoe geringer de zorg voor het leven wordt. Precies op dat punt reden de ouderen een bedenkelijk parkoers. De genocides in Europa, Afrika en Azië konden of wilden ze niet verhinderen, bovendien sloten ze de ogen voor de teloorgang van de biodiversiteit en de door de mens veroorzaakte ramp die extinctie en opwarming van de aarde heet. Die ellende en factuur werden zonder veel discussie of inspraak naar de jongeren doorgeschoven. Mooie nalatenschap. Nadat het individu zich van God had bevrijd, dacht het dat het ook zonder planeet en solidaire mensheid kon overleven. Voor die vergissing bestaat geen excuus, zelfs niet met Allerzielen. DS, 02-11-2019 (Paul Goossens) |