Doofpotoperatie voor CIA-blunder
Doofpotoperatie voor CIA-blunder
De CIA houdt tientallen 'vermoedelijke terroristen' vast in geheime gevangenissen in bevriende landen. Een van hen was de onschuldige Duitser Khaled Masri.
IN mei 2004 ging de Amerikaanse ambassadeur in Duitsland, Daniel Coats, op vraag van het Witte Huis op bezoek bij de Duitse minister van Binnenlandse Zaken.
Hij had instructies van het ministerie van Buitenlandse Zaken bij zich. Die hadden hem bereikt via de Berlijnse afdeling van de CIA.
Volgens mensen die het kunnen weten, waren ze te gevoelig om via de normale diplomatieke kanalen bezorgd te worden.
Coats vertelde volgens die bronnen aan de Duitse minister dat de CIA Khaled Masri, een Duitse onderdaan, vijf maanden lang wederrechtelijk had vastgehouden en hem binnenkort weer vrij zou laten.
Hij had ook een verzoek: dat de Duitse regering zou doen alsof ze nergens iets van wist, ook als Masri met zijn verhaal naar de pers zou stappen.
De Amerikanen waren bang dat hun geheime programma om vermoedelijke terroristen in het buitenland op te pakken en naar andere landen over te brengen, uit zou lekken, en dat Masri en andere mensen met soortgelijke ervaringen de CIA zouden aanklagen.
De zaak-Masri - aangevuld met gegevens die uit onze gesprekken met huidige en voormalige inlichtingenofficieren naar voren zijn gekomen - toont aan hoe groot de druk op de CIA was om, na 11 september 2001, Al-Qaedaleden te vatten, en hoe dat ertoe geleid heeft dat sommige mensen zijn aangehouden op basis van louter giswerk of flinterdunne bewijzen.
Ze toont ook aan hoe moeilijk het kan zijn om fouten binnen het kader van een geheime operatie alsnog te corrigeren.
In zijn campagne tegen terroristische netwerken heeft de CIA, in samenwerking met andere inlichtingendiensten, naar schatting 3.000 mensen opgepakt, onder wie enkele topmensen van Al-Qaeda.
Maar het is onmogelijk om te weten te komen hoeveel fouten de CIA en zijn buitenlandse partners hebben gemaakt.
Anders dan de gedetineerden in de militaire gevangenis van Guantánamo Bay (Cuba) - waaruit 180 gevangenen zijn vrijgelaten nadat hun zaak opnieuw was bekeken - hebben de mensen die zijn opgepakt door de CIA geen gerechtshof of rechter die de bewijzen à charge kan controleren.
Dezelfde bureaucratie die beslist om een verdachte voor ondervraging op te pakken en over te brengen - een proces dat de naam rendition ('uitlevering') draagt - is ook verantwoordelijk voor de controle op haar eigen fouten.
De inspecteur-generaal van de CIA onderzoekt nu het stijgende aantal 'onjuiste renditions ', zeggen bronnen uit de wereld van de inlichtingendiensten. Eén bron zei dat het om meer dan dertig gevallen ging.
Anderen noemden een lager cijfer. Het zou in meerdere gevallen gaan om mensen wier naam genoemd werd door Al-Qaeda-leden, tijdens hun ondervraging door de CIA.
Een van hen bleek een onschuldige hoogleraar te zijn die de Al-Qaeda-verdachte ooit slechte cijfers had gegeven, vertelt een bron.
,,Ze hebben de verkeerde mensen opgepakt, die geen informatie hadden. In heel veel gevallen was er hoogstens een vaag verband met het terrorisme'', zegt een CIA-officier.
Hoewel de CIA zijn fout in de zaak-Masri toegaf tegenover de toenmalige Duitse minister Otto Schily, heeft de inlichtingendienst tegelijk alles in het werk gesteld om de volledige toedracht verborgen te houden voor het grote publiek.
Een Duitse openbaar aanklager onderzoekt nu of Masri inderdaad gekidnapt en gemarteld is.
Intussen blijft het deel van de Duitse regering dat op de hoogte was gebracht van Masri's ervaringen, zwijgen. Gisteren raakte bekend dat Masri misschien zelfs werd gearresteerd op basis van informatie die de Duitsers aan de CIA gaven.
Masri's advocaten hebben inmiddels een klacht ingediend bij het Amerikaanse gerecht.
Masri is vijf maanden lang vastgehouden, in hoofdzaak omdat het hoofd van de Al-Qaeda-cel van het Counterterrorist Center van de CIA ,,dacht dat hij iemand anders was'', zegt een voormalige CIA-agent. ,,Niet dat ze iets wist.
Het was gewoon een gevoel dat ze had.'' De CIA, Coats, de woordvoerder van de Duitse ambassade in Washington en Otto Schily weigeren intussen alle commentaar bij dit artikel.
Bronnen binnen de CIA benadrukken dat renditions een van de efficiëntste manieren zijn om mogelijke terroristen zo gauw mogelijk uit circulatie te nemen.
In 2000 zei de toenmalige CIA-directeur George Tenet nog dat ,, renditions de terroristische cellen en netwerken zware slagen hebben toegebracht, plannen van terroristen hebben verijdeld en in sommige gevallen zelfs aanslagen hebben voorkomen''.
Camelot
Na de aanslagen van 11 september 2001 werd de druk om zelfs in de meest afgelegen plekken ter wereld mogelijke terroristen te lokaliseren en te arresteren, bijzonder groot.
Zeker voor het Counterterrorist Center (CTC), de antiterreureenheid van de CIA.
Daar won het idee veld dat tips en aanwijzingen bijzonder snel moesten worden opgevolgd.
De vrees dat ze niet op tijd zouden merken dat er een volgende aanslag aan zat te komen, was heel groot. ,,Hun logica was: als een van die lui tussen de mazen van het net glipt en er vallen doden, dan zullen wij verantwoordelijk gehouden worden'', zegt een bron binnen de CIA, die net als alle andere bronnen alleen wou praten met de belofte van anonimiteit.
Om zijn opdracht uit te voeren, rekent het CTC op zijn Rendition Group.
Die 'Uitleveringsgroep' bestaat uit geheim agenten, paramilitairen, analisten en psychologen.
Het is hun taak uit te zoeken hoe ze iemand van een drukke straat, een afgelegen heuvel of een uithoek van een luchthaventerminal kunnen plukken. De Rendition Group volgt daarbij een eenvoudige procedure. Van kop tot teen in het zwart gekleed en gemaskerd, blinddoeken en ontkleden ze hun gevangenen.
Ze dienen hun een lavement en een slaapmiddel toe en doen hun een luier om, waarna de gevangenen een overall moeten aantrekken, voor een reis die wel een dag lang kan duren.
De bestemming is ofwel een detentiecentrum in een bevriend land in het Midden-Oosten of Centraal-Azië, inclusief Afghanistan, ofwel een van de geheime gevangenissen van de CIA - die in geheime documenten 'black sites' worden genoemd.
In de maanden meteen na 11 september 2001 was het CTC the place to be voor CIA-agenten die hun steentje wilden bijdragen. ,,Het CTC was het Camelot van de contraterreur'', zegt een voormalige contraterreuragent. ,,We moesten ons van niemand iets aantrekken. En we hadden lol.''
Na de aanslagen stroomden duizenden tips binnen over potentiële dreigingen. Nijdig omdat de CIA 9/11 niet had zien aankomen, stuurden de CIA-agenten zoveel mogelijk tips door. De evaluatie van al die inlichtingen leed daar heel erg onder. ,,Alle controlemechanismen die op 10 september in voege waren, werden op 11 september geëlimineerd'', zegt een voormalige inlichtingenofficicier.
J. Cofer Black, een voormalige spion die jarenlang achter Osama bin Laden aan had gezeten, stond aan het hoofd van het CTC. Black had een goede relatie met het Witte Huis sinds hij de president had gebrieft over de oorlogsplannen van de CIA in Afghanistan.
Zijn collega's vertellen dat hij, als hij van het Witte Huis terugkwam, altijd vol vuur sprak en missionair klonk. Ook Black, die nu in de privé-sector werkt, weigert alle commentaar bij dit artikel.
Volgens sommigen van zijn collega's was zijn enthousiasme gewoon evenredig met de verantwoordelijkheid die de CIA, zes dagen na 11 september, had gekregen door middel van een presidentieel schrijven. Bush had daarin de toestemming gegeven om een breed assortiment van geheime operaties uit te voeren, waaronder eliminaties, renditions , desinformatiecampagnes en cyberaanvallen tegen Al-Qaeda. Blacks enthousiasme was volgens sommige CIA-agenten precies wat nodig was om de klus te kunnen klaren.
Anderen hadden dan weer kritiek op het CTC omdat het een 'Hollywoodiaans' model van operaties begon te huldigen - zoals een CIA-veteraan het noemt.
In plaats van te steunen op de zware inspanningen van rekruteringsagenten en het infiltreren van terreurnetwerken, koos Black voor een nieuwe aanpak, die veeleer leek op de blitsere paramilitaire operaties die zo goed hadden gewerkt in Afghanistan en die een goeie indruk hadden gemaakt op het Witte Huis, waar de president de score van alle gedode en gevangengenomen terroristen bijhield.
De persoon die bij de beslissing om een rendition team uit te sturen een cruciale rol speelde, was een voormalige sovjetspecialiste met piekhaar en een heel directe persoonlijkheid, die aan het hoofd stond van de Al-Qaeda-eenheid van het CTC, zeggen een zestal CIA-veteranen die haar kenden.
Haar naam wordt niet bekendgemaakt omdat ze undercover werkt.
Ze had de reputatie agressief en zelfverzekerd te zijn. Net wat nodig is voor een bevelhebber in de oorlog van de CIA tegen het terrorisme, vonden velen. Anderen vonden haar dan weer overijverig en te zeer gericht op paramilitaire acties.
Dumpingplaats
Als de CIA gedetineerden niet langer wil vasthouden, worden ze overgebracht naar de Amerikaanse militaire basis in Guantánamo Bay.
Daar wordt dan beslist of ze verder vastgehouden dan wel vrijgelaten zullen worden.
Volgens een uitgebreid onderzoek van The Washington Post heeft de CIA zo'n twaalf man overgebracht naar Guantánamo Bay.
Dat heeft ertoe geleid dat Guantánamo ,,een dumpingplaats voor CIA-miskleunen'' is geworden, zoals een voormalige CIA-topman het noemt.
Maar verschillende voormalige CIA-mensen verdedigen de overbrenging van CIA-gevangenen naar Guantánamo. Ze geven toe dat sommige van die gevangenen uiteindelijk over minder informatie bleken te beschikken dan gedacht. Toch zijn ze gevaarlijk, zeggen de CIA-mensen: ze zouden meteen aanvallen als ze de kans kregen.
Een van de mensen die uit Guantánamo zijn vrijgelaten, is Mamdoud Habib, een Australiër die in Egypte geboren werd.
Volgens gerechtsdocumenten werd hij in oktober 2001 in Pakistan opgepakt door een CIA-team en naar Egypte overgebracht. Hij zegt dat hij door zijn Egyptische bewakers met brandende sigaretten werd bewerkt, elektroshocks kreeg toegediend en geslagen werd.
Na zes maanden werd hij naar Guantánamo overgevlogen. Begin dit jaar werd hij vrijgelaten, zonder dat hij ergens van beschuldigd werd.
Een andere voormalige CIA-gevangene is Mohamedahou Oulad Slahi, een Mauritaniër die nog in Canada heeft gewoond. Hij zegt dat hij zich achttien dagen na 9/11 heeft gemeld bij de Mauritaanse politie omdat hij gehoord had dat de Amerikanen hem zochten.
De CIA bracht hem over naar Jordanië, waar hij acht maanden ondervraagd werd, en daarna werd overgebracht naar Guantánamo Bay.
Nog een CIA-gevangene was Muhammad Saad Iqbal madnui, een Egyptenaar die in januari 2002 door de Indonesische overheid werd opgesloten omdat hij - volgens hem voor de grap - hardop over nieuwe schoenbomtechnologie had zitten te kletsen.
Hij werd voor ondervraging overgevlogen naar Egypte en vier maanden later weer overgedragen aan de CIA, zegt een voormalige inlichtingenofficier. Na dertien maanden detentie in Afghanistan werd hij volgens zijn getuigenis overgebracht naar Guantánamo Bay.
De zaak-Masri
Khaled Masri werd op oudejaarsavond van 2003 opgepakt door de Macedonische politie. Masri, een werkloze vader van vijf uit de Duitse stad Ulm, zegt dat hij met de bus naar Macedonië was afgereisd om stoom af te laten na een ruzie met zijn vrouw. Bij de grensovergang van Tabanovce werd hij door de politie uit de bus geplukt omdat zijn naam leek op die van iemand die met 9/11 in verband werd gebracht.
Hij werd overgebracht naar de hoofdstad Skopje, zegt hij aan de telefoon vanuit Duitsland, en vastgehouden in een verduisterde motelkamer.
De politie stelde hem vragen over zijn paspoort, dat volgens hen vals was, over Al-Qaeda en over de moskee in Ulm. Zonder dat Masri het wist, hadden de Macedoniërs de CIA-afdeling in Skopje gebeld.
De plaatselijke chef was met vakantie, maar zijn vervanger was enthousiast over de vangst. ,,De afdeling in Skopje was tuk op een scalp, omdat iedereen een deel van de koek wou'', zegt een CIA-officier.
Aangezien ook het hoofd van de Europese divisie met vakantie was, werd de plaatsvervanger de rechtstreekse contactpersoon voor het CTC.
In de eerste weken van 2004 ontstond discussie over de vraag of de CIA Masri moest overnemen van de plaatselijke autoriteiten en hem voor ondervraging het land uit moest brengen - een typische rendition dus.
Het hoofd van de Al-Qaeda-eenheid was voor. Volgens haar was Mesri wellicht een terrorist en moest hij meteen gevangengezet en ondervraagd worden. Anderen wilden eerst afwachten of het paspoort inderdaad vervalst zou blijken te zijn.
Want behalve dat paspoort was er geen enkel bewijs dat Masri niet was wie hij beweerde te zijn: een Duitser van Arabische afkomst die na een ruzie met zijn vrouw erop uit was getrokken. Het hoofd van de eenheid haalde het: op haar bevel werd Masri overgevlogen naar een CIA-gevangenis in Afghanistan.
Op de 23ste dag van zijn gedwongen verblijf in het motel werd Masri gefilmd, geboeid, geblinddoekt, in een busje geduwd en naar de luchthaven gereden, vertelt Masri. Daar werden - in stilte - zijn kleren van zijn lichaam gesneden. Toen ze zijn blinddoek verwisselden, zag hij ,,zeven of acht man met maskers en zwarte kleren'', zegt hij. Daarna werd hij verdoofd.
Zijn cel in Afghanistan was kil en vuil. Hij zat ergens in een kelder, zonder licht en met maar één vuile deken. De eerste nacht werd hij geschopt en geslagen door een bewaker. ,,Je bent hier in een land waar niemand je kent, waar geen wetten heersen'', zei die.
,,Als je hier doodgaat, begraven we je gewoon en niemand zal ooit iets weten.'' Overdag werd hij bewaakt door Afghanen, zegt hij. 's Nachts waren er bij de ondervragingen mannen aanwezig die Engels spraken met een Amerikaans accent. Soms was er een dokter bij, denkt hij. Die nam foto's en nam bloed- en urinestaaltjes.
In maart wis het CTC zeker dat het paspoort niet vervalst was.
De CIA had dus de verkeerde gevangengezet. Wat nu? Sommigen wilden rechtstreeks met de Duitse regering praten, anderen niet. Iemand stelde een 'omgekeerde uitlevering' voor: geef Masri terug aan Macedonië en laat hem vrij. ,,Dan was er geen enkel spoor'', vertelt een CIA-bron: ,,geen vliegtickets, niets.
Niemand zou hem geloven. Even wat deining in de pers en daarna is het voorbij.''
Toen George Tenet op de hoogte gebracht was, legde hij uit wat de opties waren. Een daarvan was niks te zeggen tegen de Duitsers. Condoleezza Rice, toen nog de nationaal veiligheidsadviseur van Bush, en de vice-minister van Buitenlandse Zaken, Richard Armitage, vonden dat ze het aan de Duitsers moesten vertellen. Volgens een voormalige CIA-agent deelde Tenet die overtuiging.
,,Je kunt het niet maken dat je de president laat liegen tegen de bondskanselier.'' Stel dat de zaak ooit uitlekt.
Vooraanstaande figuren bij Buitenlandse Zaken besloten daarop Otto Schily te benaderen. Hij had altijd Bush gesteund, zelfs toen de oorlog in Irak de relatie tussen beide landen had verzuurd. Ambassadeur Coats had trouwens een uitstekende relatie met Schily. De CIA stond erop zo min mogelijk informatie mee te geven. Buitenlandse Zaken daarentegen wou open kaart spelen. Beide partijen kibbelden over de vraag of er formele excuses moesten worden aangeboden.
Wanhoop
Intussen was Masri de wanhoop nabij. Het gerucht deed de ronde dat een gevangene doodgemarteld was. Masri kon de meeste vragen die hem gesteld werden, niet beantwoorden. Hij hield het hoofd koel door met andere gevangenen te praten en de koran te lezen.
Een week voor zijn vrijlating, eind mei 2004, kreeg Masri in de gevangenis bezoek van een Duitser met een sikje, die zichzelf voorstelde als Sam. Masri vroeg hem of hij voor de Duitse regering werkte en of die wel wist waar hij was. Sam zei dat hij die vragen niet kon beantwoorden. ,,Maar weet mijn vrouw dan tenminste waar ik ben?'' vroeg Masri. ,,Nee'', antwoordde Sam.
Sam zei tegen Masri dat hij spoedig vrijgelaten zou worden, maar dat hij geen enkel document zou meekrijgen dat zijn verhaal zou kunnen staven.
De Amerikanen zouden nooit toegeven dat ze hem gevangengenomen hadden. Op de dag dat hij vrijgelaten werd, zei de gevangenisdirecteur - een Amerikaan, denkt hij - dat ze hem hadden vastgezet omdat hij ,,een verdachte naam'' had, vertelt Masri.
Verschillende diplomatieke en CIA-bronnen zeggen dat Macedonië niet wou dat de CIA Masri weer het land binnen zou brengen. Daarom werd hij naar Albanië overgevlogen. Daar werd hij bij valavond naar een smal landweggetje gebracht. Toen ze hem lieten gaan, ,,zeiden ze dat ik niet om mocht kijken toen ik begon te lopen'', vertelt Masri. ,,Ik was bang dat ze me in de rug zouden schieten.'' Hij botste meteen op drie gewapende mannen. Ze namen hem mee en reden de hele nacht door tot ze 's morgens in de luchthaven van Tirana arriveerden. Daar werd hij door een Albanees voorbij alle controleposten tot in het vliegtuig geëscorteerd.
Masri woont intussen weer bij zijn kinderen en zijn vrouw, die bij familieleden in Libanon was gaan wonen omdat ze niet wist waar haar man was.
Vandaag is hij werkloos en eenzaam, zegt hij, omdat zijn Duitse noch zijn Arabische vrienden met hem te maken willen hebben, uit angst.
Intussen werkt een Duitse openbaar aanklager aan zijn dossier.
Een Macedonische buschauffeur heeft bevestigd dat Masri door grenswachters werd meegenomen op de dag die overeenstemt met Masri's verklaringen.
Een forensische analyse van zijn haar toont aan dat hij ondervoed was in de periode dat hij volgens zijn verklaringen in een cel zat.
En uit vluchtgegevens blijkt een vliegtuig dat toebehoort aan een postbusbedrijf van de CIA uit Macedonië is vertrokken op de dag dat Masri naar Afghanistan is gebracht.
Masri heeft geen woorden om zijn vreselijke avontuur te omschrijven. ,,Ik heb heel negatieve gevoelens voor de VS'', zegt hij. ,,Dit is net zoals in de Arabische landen, vind ik: mensen aanhouden, hen onmenselijk behandelen, zonder rechten, zonder wetten.''
DS, 10-12-2005 (© The Washington Post)
|