Tussentijdse evalutatie Benedictus XVI
De paus met de fonkelende ogen
Waar komen we na acht maanden pontificaat uit? Op drie terreinen lijkt Benedictus XVI zich bijzonder te profileren: op binnenkerkelijk vlak, op de religieuze markt en in het politieke leven.
Toen hij zich na een kort en krachtig conclaaf door het volk liet toejuichen, sprak hij als volgt: ,,Dierbare broeders en zusters, na de grote Johannes Paulus II hebben de heren kardinalen mij verkozen, een eenvoudige en nederige arbeider in de wijngaard van de heer.''
Een pausverkiezing is een gruwelijke krachtmeting. Wie al te duidelijk paus wil worden, bijt met zekerheid in het zand. Alleen nederige arbeiders in de wijngaard van de heer maken een kans, maar ze moeten tegelijk wel heel erg wilskrachtig zijn.
Of anders uitgedrukt: voor een pauskandidaat blijft nederigheid een instrument, ze mag nooit een einddoel worden. Natuurlijk zeggen ook politici graag dat ze voor een bepaalde functie 'gevraagd' werden, dat ze 'bedenktijd' hebben bedongen voor wat ze vanaf hun jeugd vurig hebben verlangd.
Het leven is des te meer een spel naarmate de inzet groter wordt. Maar bij een pauskandidaat is de kloof tussen wat hij kan zeggen en wat hij nastreeft immens.
Wie absoluut geen paus wil worden, doet er goed aan zich nadrukkelijk kandidaat te stellen. En wie er echt naar verlangt, moet blijven benadrukken dat hij volkomen onwaardig is het Petrusambt te bekleden.
Kortom, in de kerk is nederigheid het noodzakelijke instrument van elke ambitie. Wie zichzelf niet op het strategisch juiste moment vernedert, zal nooit verheven worden.
Ondanks dit prachtige ritueel, een verademing in onze samenleving waarin het expliciete de suggestie verdringt, is zowat iedereen, of hij nu devoot of losbandig, liberaal of behoudend is, het erover eens dat Joseph Ratzinger dolgraag paus wilde worden.
Tijdens het conclaaf haalde hij bliksemsnel zijn slag thuis. Kardinalen met een progressief etiket kwamen nauwelijks in het stuk voor. Schuchter schoven zij de Argentijn Bergoglio naar voren. Maar nog voor het conclaaf goed en wel begonnen was, nam het een einde.
Progressieve kardinalen, if any , verging het zoals een judoka die na jarenlang oefenen zijn eerste kamp op de Olympische Spelen vecht, en door een onachtzaamheid na enkele seconden door ippon wordt gevloerd. Over and out .
Na de verkiezing van Ratzinger waren de reacties verdeeld.
Kardinaal Danneels kon in een ontmoeting met de pers zijn ontgoocheling niet verbergen, al zei hij achteraf dat de perceptie van dat ongemeen authentieke moment verkeerd was.
Vele kritische gelovigen, die Ratzinger als prefect van de congregatie voor de geloofsleer aan het werk hadden gezien, reageerden bang, boos of vertwijfeld. Andere waarnemers waren dan weer positiever.
Laten wij hem een kans geven, klonk het gul: hij begint er nog maar aan. Enkelen gingen nog verder: deze paus zal ons nog verrassen, luidde het dan. De verrassing, het frivole zusje van de verwondering - haar vooruitzicht veroorzaakte een vreemde tinteling die de grote massa niet meteen met de solide steunpilaar van het vorige pontificaat identificeerde.
Ontgoocheling, hoop, verrassing. Waar komen we na acht maanden uit?
Op drie terreinen lijkt de paus zich bijzonder te profileren: (uiteraard) op binnenkerkelijk vlak, op de religieuze markt, in het politieke leven.
Binnenkerkelijk
Binnenkerkelijk valt op hoe Joseph Ratzinger een geheel andere persoonlijkheid is dan zijn Poolse voorganger. Hij lijkt iets minder rancuneus en deinst ervoor terug om deuren helemaal dicht te slaan.
Zo ontmoette de paus op 29 augustus bisschop Bernard Fellay, generaal overste van de traditionalistische Pius X-gemeenschap.
Die groep werd gesticht door wijlen aartsbisschop Marcel Lefebvre, die de liturgische vernieuwingen van Vaticanum II bijzonder ongenegen was en dan maar op zichzelf begon. Lefebvre werd in 1988 van rechtswege geëxcommuniceerd toen hij zonder toestemming van paus Johannes-Paulus II vier nieuwe bisschoppen wijdde. Keren zijn volgelingen terug naar de schaapsstal? De paus sprak alvast met hun leider.
Op een mooie zaterdag in september mocht Hans Küng gedurende vier uur met zijn oud-collega Joseph Ratzinger in het verkwikkende decor van het pauselijke buitenverblijf in Castelgandolfo gezellig keuvelen.
Het gesprek verliep 'in een vriendelijke sfeer', vernam de wereld opgelucht bij monde van pauselijk woordvoerder Navarro-Valls.
De vraag is natuurlijk wat uit de gesprekken met Fellay en Küng structureel zoal kan voortvloeien. Beide heren zijn overigens niet in dezelfde mate vragende partij. Fellay loopt op langere termijn vast als hij met onwettig maar geldig(!) gewijde bisschoppen niet naar de moederkerk kan terugkeren.
Küng daarentegen is een vrijgevochten intellectueel die geen pauselijke erkenning nodig heeft om ernstig te worden genomen. Maar in ieder geval: het loutere feit van Ratzingers gesprek met Küng en Fellay is een pluspunt, ook al blijft onduidelijk hoe het nu verder moet.
Is de nieuwe paus dan nog vriendelijke dan zijn voorganger, wiens spoedige heiligverklaring nauwelijks te stuiten lijkt? Niet echt.
Terwijl de Poolse paus, ook wanneer hij oud en ziek was, onverdroten lieden van allerlei pluimage bleef ontvangen, schuwt Ratzinger al te veel persoonlijk contact. Hij is graag alleen. En hij doorbreekt door Johannes Paulus II gecreëerde tradities, die misschien inhoudelijk niet zoveel te betekenen hebben, maar die wel mee de sfeer bepalen.
Vorige week vond in Rome een kerstconcert plaats, dat de televisie op 24 december zal uitzenden. Zo geschiedt sinds dertien jaar. Na het concert placht Johannes Paulus II de artiesten te ontvangen. Zijn opvolger zag van zulk een ontmoeting af, tot groot verdriet van al die papofiele kunstenaars. ,, Non è molto bello '', meesmuilde Riccardo Cocciante, de treurige woordvoerder van de artiesten, terwijl op de achtergrond een blond zangeresje een traan wegpinkte.
Kortom, Ratzinger opent enkele deurtjes die Wojtyla gesloten had, maar, ofschoon hij glimlacht wanneer het moet, is hartelijkheid een kunst die hij met enige krampachtigheid beoefent.
Daarbij rijst natuurlijk de vraag: moet een paus hartelijk zijn of volstaat het wanneer hij het schip der kerk veilig de haven binnenleidt? Wat mij betreft, is dat een essentiële theologische vraag, al geef ik toe dat ze er niet zo uitziet.
Binnenkerkelijk beleid is ook, maar niet alleen, een kwestie van stijl. Op inhoudelijk vlak is de voornaamste beleidsdaad van de nieuwe paus ongetwijfeld de recente instructie over homoseksualiteit en wijding. Het document gaat officieel van de congregatie voor de katholieke opvoeding uit, maar de paus keurde het al op 31 augustus 2005 goed en beval zijn publicatie.
Contactgestoorde
De instructie aanvaardt niet dat priesterkandidaten zich actief aan herenliefde overgeven. Logisch, zolang het verplichte priestercelibaat als norm overeind blijft. Genadig is de instructie voor jongens die homoseksualiteit slechts als een tijdelijk intermezzo beleven, bijvoorbeeld tijdens de adolescentie.
Ten laatste drie jaar voor de diakenwijding moet het probleem overwonnen zijn. Nieuw is de harde houding tegenover 'mensen met een diepgewortelde homoseksuele neiging'. Zij komen niet in aanmerking voor het priesterschap, want 'zij bevinden zich in een situatie die een ernstig obstakel vormt voor juiste relaties met mannen en vrouwen'.
De homoseksueel als contactgestoorde: het is een verhaal waarmee de kerk lijnrecht ingaat tegen de moderne samenleving.
Niet het relativisme van het Westen is daarbij de vijand, zoals Ratzinger zelf denkt, maar juist een morele code die een onderscheid tussen mensen op basis van hun seksuele geaardheid niet langer aanvaardt.
Overigens is het merkwaardig hoe 'verlichte' kerkleiders zich uitsloven om de instructie iets anders te laten zeggen dan wat erin staat. Wie het celibaat respecteert, kan volgens kardinaal Danneels tot priester worden gewijd. Ook een homoseksuele kandidaat, tenzij zijn gedrag en levensstijl in tegenstelling zijn tot zijn vrije 'keuze'.
En de Zwitserse bisschoppen opperen dat in de instructie niet de seksuele geaardheid centraal staat, maar wel het celibaat en de wil om Christus op een coherente manier te volgen.
Ik heb alle sympathie voor de strategische motieven die verlichte geesten tot een milde en zelfs onjuiste lectuur van de instructie verleiden. Maar er staat wat er staat. Een diepgewortelde homoseksuele neiging doet het licht op rood springen in het aanschijn van de wijding.
De open, inexacte lezing van de tekst door vooraanstaande kerkleiders stemt tot nadenken.
Als professioneel kerkjurist ben je, bijvoorbeeld in het belang van de mensen die je verdedigt, vaak verplicht om de rekkelijkheid van een juridische tekst tot het uiterste op de proef stellen. Maar dat nu ook kerkleiders zich uitputten om een tekst op een geloofwaardige manier te laten zeggen wat er niet instaat, is pijnlijk.
Achter deze intellectuele oefening gaat schaamte schuil, en soms wellicht ook stil verdriet wegens de botsing tussen de harde waarheid die de kerk predikt en de morele waarden waar de samenleving zich achter schaart. Want uiteindelijk is de indruk die het document in het Westen nalaat, simpel samen te vatten: het kerkinstituut schiet ethisch tekort.
Religieuze markt
Naast het binnenkerkelijke luik is er de positionering van de kerk op de religieuze markt, die zich onder Amerikaanse invloed van de rede afkeert en zich op de emotie richt.
Van de mooie traditie dat geloof zowel het hart raakt als het verstand, wil paus Ratzinger niet afstappen, en dat siert hem. Religie is geen pechstrook voor wie op de weg van de rede niet meer vooruit komt.
Maar de hedendaagse tendens is anders. Religieuze groepen die terreinwinst boeken, munten doorgaans niet uit door fijnzinnig theologisch denken. In Brazilië bijvoorbeeld oogst de emotionele pinksterbeweging veel succes, ten koste van het katholicisme. Paus Ratzinger is niet meteen een man die warmte uitstraalt.
Ik zie hem ook nog niet dadelijk met toegeknepen ogen meewiegen op de tonen van ritmische muziek, terwijl hij zijn handen ten hemel spreidt.
Gelukkig maar.
Toch heeft de Beierse paus met zijn vrij ingewikkeld theologisch discours op zijn publiek, paradoxaal genoeg, af en toe een magisch effect. Dat bleek uit de slothomilie die hij hield tijdens de wereldjongerendagen.
De inhoud van zijn doorwrochte betoog over de eucharistie, met inbegrip van enkele etymologische kanttekeningen, ontging velen. De mensen hoorden niet wat de paus bedoelde, maar verwelkomden een ontoegankelijke theologische geheimtaal waaraan ze zich met hun gehele hart overgaven, even toch, die morgen in augustus.
Misschien meer dan Johannes-Paulus II, die nochtans een eenvoudige en soms populistische taal hanteerde, slaat de intellectueel Joseph Ratzinger een brug tussen religie en emotie. Moeilijke theologie wordt door zijn bemiddeling, maar tegen zijn wil, gevoelsgeladen geheimtaal. De theologie van de fonkelende ogen.
Politiek
Ten slotte is er Joseph Ratzinger als politicus.
Dat wij hem in België nog altijd bijna exclusief met religie verbinden, getuigt van kortzichtigheid. De boodschap die de paus verkondigt, is niet uitsluitend voer voor theologen of kerkjuristen. Zijn rol als politicus is minstens even belangrijk, wat trouwens net zo goed voor Johannes Paulus II gold.
Ratzinger schetste zijn eigen politieke rol even duidelijk als subtiel toen hij, in een interview met de Poolse televisie dat op 16 oktober werd uitgezonden, erop wees dat zijn voorganger door alle christenen als hun woordvoerder werd erkend.
Niemand anders kon op het internationale forum namens de gehele christenheid spreken. Door de terreinwinst die zijn voorganger boekte te benadrukken, laat de huidige paus meteen zien waar hij zelf staat. Ook al loopt het, mede gezien het gesloten waarheidsbegrip dat Joseph Ratzinger hanteert, met de oecumenische dialoog de komende jaren niet gesmeerd, dan nog is de paus de leider van de gehele christenheid.
Religieuze eenheid is niet langer een voorwaarde voor politieke macht.
In Italië mengt Ratzinger zich geregeld in politieke discussies.
Hij is er paus en politicus. Bij ons vindt die gedachte minder gemakkelijk ingang.
Nochtans spreekt de paus zelf voortdurend over politiek, onrechtstreeks, maar ook rechtstreeks. Zo liet hij zich onlangs bij een bezoek van de Poolse bisschoppen ontvallen dat de kerk zich met geen enkele politieke partij, politieke gemeenschap of politiek systeem identificeert. Geen enkele politieke partij?
De meeste Italianen hebben alleszins de indruk dat hij veel dichter bij de niet zo heel vrome rechtse premier Silvio Berlusconi staat dan bij Romano Prodi, die wat linkser en wat katholieker is. En noteren we toch ook dat de paus zich met geen enkel politiek systeem identificeert, dus ook niet met de democratie.
Tot slot: is dit pontificaat een succes? Wie over de paus schrijft, schrijft over zichzelf, over zijn dromen, over zijn omgang met religie, over wat hem dierbaar is en heilig. Dat is op zichzelf niet onbelangrijk. Ik heb niet het idee dat mijn diepste dromen bezig zijn tijdens dit pontificaat in vervulling te gaan. Wie wel die indruk heeft, gun ik dat gelukzalige gevoel van harte. Geen enkele mogelijkheid tot troost mag verloren gaan in dit al te korte leven.
DS, 10-12-2005(Rik Torfs)
|