Reizen met de trein wordt duurder
30 oktober 2015
De tarieven van spoorwegmaatschappij NMBS stijgen vanaf 1 februari 2016 met gemiddeld 1,21 procent, "om gelijke tred te houden met de algemene stijging van de kosten". Het is de eerste stijging sinds 2014, zo meldt de NMBS vandaag.
In februari van dit jaar wijzigden de tarieven bij de NMBS niet. Dat had vooral te maken met de geringe inflatie toen, zegt NMBS-woordvoerder Bart Crols. Nu de inflatie toeneemt, besliste de raad van bestuur om ook de treintarieven aan te passen. De opvallendste stijging is er voor de Campuskaart (een tienrittenkaart voor studenten), die 3,31 procent duurder wordt. Volgens de NMBS is de stijging nodig "om de prijs van dit product opnieuw in evenwicht te brengen met de prijzen uit hetzelfde segment".
Een standaardbiljet wordt vanaf 1 februari 1,1 procent duurder. De minimumprijs voor zo'n biljet gaat van 2 naar 2,10 euro. In lijn daarmee stijgt de prijs van een Key Card (voor tien korte ritten) naar 21 euro. Abonnementen worden gemiddeld 1,4 procent duurder.
De NMBS benadrukt dat "de prijs van de meest populaire producten ongewijzigd blijft". Het gaat bijvoorbeeld over de Go Pass, het seniorenbiljet en de Rail Pass. "Dat betekent dat voor deze producten de tarieven twee jaar ongewijzigd blijven", benadrukt Crols.
Variabele tarieven
Dat de spoorwegmaatschappij nieuwe tarieven aankondigt, betekent niet dat de vraag om variabele tarieven (met bijvoorbeeld verschillende ticketprijzen in dal- en piekuren) op de lange baan geschoven worden. "Dat zijn twee verschillende discussies", duidt Crols. "De aangekondigde tariefverhoging is een toepassing van de huidige beheersovereenkomst, terwijl de vraag naar tariefvrijheid kadert in de onderhandelingen over een nieuwe beheersovereenkomst. Die zullen in de eerste maanden van 2016 hun beslag krijgen."
Het zal dus afhangen van de inhoud van die nieuwe beheersovereenkomst of en wanneer er flexibele tarieven kunnen komen bij het spoor.
"Indexering"
Reizigersvereniging TreinTramBus reageert overwegend "opgelucht" op de tariefverhoging. "Dit is gewoon een indexering, niet de big bang die we hadden gevreesd", zegt Jan Vanseveren, de woordvoerder van TreinTramBus. Vanseveren wijst erop dat in de tariefverhoging nog geen sprake is van flexibele tarieven, en dat er ook geen producten verdwijnen. Zo was er in september sprake van dat de kortingskaart voor grote gezinnen zou verdwijnen, maar dat is dus niet het geval.
Iets minder tevreden is TreinTramBus over de fikse prijsstijging (van 3,31 procent) voor de Campuskaart (een tienrittenkaart voor studenten). "Daar treft de NMBS een groep, met name studenten, die niet altijd over veel financiële middelen beschikt", aldus Vanseveren.
Bron:
De Morgen -
http://www.demorgen.be/binnenland/r...urder-b89e86cd/
Mijn mening:
Het is uiteraard logisch dat de NMBS zijn prijzen laten stijgen omdat de kosten hoger worden. Het is een goede zaak dat de NMBS gewacht heeft totdat de inflatie steeg om de tickets duurder te maken. Een gemiddelde stijging van 1,21 procent is niet veel, zo zal een minimumticket stijgen van 2 euro naar 2,10 euro. Hierover zullen de consumenten geen probleem maken maar als we gaan kijken naar de campuskaart zien we dat er een grotere stijging is. De campuskaart zal meer bepaald 3,31 procent duurder worden. Deze stijging is naar mijn mening te hoog, men kan beter de prijs geleidelijk aan laten stijgen. Voor de mensen die zich een Go Pass of een Rail pass aanschaffen zal de prijs ongewijzigd blijven.
Persoonlijk ben ik geen voorstander van de flexibele tarieven. Bij deze tarieven zijn de tickets tijden piekuren duurder dan tickets tijdens daluren. Wanneer je met de trein reist tijdens te piekuren heb je helemaal geen comfort en vind ik dus niet dat je meer zou moeten betalen. In daluren ben je zeker van een zitplaats. Ik ben 4 jaar treinreiziger geweest en heb dus telkens tijdens de piekuren gereisd. Ik vond dit zeker niet aangenaam, de trein zat telkens overvol en je had nauwelijks plaats om te zitten. Als ze de flexibele tarieven willen inschakelen zullen ze het probleem van plaatsgebrek moeten oplossen.