Brugge bezorgd over komst asielzoekers
De burgemeester van Brugge Renaat Landuyt (sp.a) en OCMW-voorzitter Dirk De Fauw zeggen dat de komst van nieuwe asielzoekers hen toch wat zorgen baart.
Dat melden ze zondag in een reactie op de beslissing van de ministerraad afgelopen vrijdag om 300 asielzoekers in Zeebrugge onder te brengen. “Het stadsbestuur is zich ten volle bewust van de noodzaak om mensen op te vangen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Het bestuur wil daarin zijn volle verantwoordelijkheid dragen en zal dat ook doen”, openen ze.
De opvangcapaciteit van de stad is al opgetrokken 13 naar 62 plaatsen, en in de Patio vangt het Rode Kruis ook al 60 asielzoekers op. Maar ook in Zeebrugge zouden er asielzoekers opgevangen moeten worden.
Brugge betreurt dat ze helemaal niet betrokken zijn in de zoektocht naar de bijkomende opvangmogelijkheden en is ook bezorgd over de opvang in Zeebrugge. ‘De federale overheid heeft deze opvangmogelijkheden gevonden op de gronden van de kazerne Knapen in Zeebrugge, maar de bestaande gebouwen op de site zijn volledig ongeschikt voor de opvang van asielzoekers. Daardoor zal moeten gewerkt worden met modulaire units’, melden ze.
De burgemeester en OCMW-voorzitter zijn ook ongerust over het mogelijk aantrekken van mensensmokkelaars. “Het onderbrengen van de asielzoekers in de onmiddellijke nabijheid van de terminals van de haven van Brugge is gevaarlijk. Asielzoekers kunnen er in de handen vallen van malafide mensensmokkelaars die hen voor grof geld een overtocht naar Groot-Brittannië garanderen.”
bron: De Standaard 18 oktober 2015
http://www.standaard.be/cnt/dmf20151018_01925081
Het is goed dat er in Brugge ook mensen worden opgevangen, zodat er in de andere steden geen overbevolking komt. Ik snap wel dat Brugge hier ongerust over is omdat ze zeggen dat ze niet echt goede gebouwen hebben om de mensen op te vangen dus dat ze met modulaire units moeten werken. Ook hebben ze daar inderdaad een grote kans om in contact te komen met mensensmokkelaars door wie ze afgezet worden.