Lieven Boeve, topman van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, ziet de maximumfactuur in het basisonderwijs het liefst verdwijnen. De katholieke lagere en middelbare scholen, die opnieuw 2 tot 4,5 procent op de werkingsmiddelen moeten inleveren, zitten volgens hem klem. "De schade is nu niet meer te overzien."
Het onderwijs moest dit jaar al besparen op de werkingsmiddelen, die onder meer worden gebruikt voor onderhouds- of renovatiewerken, culturele uitstappen of verwarmingskosten. Nu blijkt dat de lagere scholen de komende jaren opnieuw 2,3 procent moeten inleveren. De middelbare scholen zien zelfs een besparing van 4,5 procent tegemoet, zo stelt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Voor Boeve komt de besparing als een verrassing. Hij was ervan overtuigd dat het een eenmalige maatregel van de Vlaamse regering betrof. "In dat geval kon je als school een aankoop wel uitstellen en was de schade van de besparingen te overzien. Nu is dat niet langer het geval. Scholen sparen om te bouwen of betalen hun leningen af. Zij zullen nu keuzes moeten maken en het kan gebeuren dat bepaalde scholen hun bouw- of renovatieplannen moeten opbergen."
Het lijkt daarbij waarschijnlijk dat scholen bijkomende middelen bij ouders zullen zoeken. In het secundair onderwijs is dat perfect mogelijk, aangezien er geen maximumfactuur bestaat. Dat bedrag schrijft voor welke bijdrage scholen mogen aanrekenen voor activiteiten, bijvoorbeeld uitstappen, die niet noodzakelijk zijn voor ontwikkelingsdoelen en eindtermen. In het kleuter- en lager onderwijs is dat plafond respectievelijk 45 en 85 euro per kleuterklas of leerjaar.
Op peil
"Het concept maximumfactuur stel ik in vraag", zegt Boeve. "Dat is geen goede maatregel. Scholen moeten sowieso in staat zijn om solidair en kostenbeheersend te werken. Nu hebben we te maken met aanhoudende besparingen in het basisonderwijs en een maximumfactuur die de scholen beperkt. Wat kunnen we dan nog doen? We zitten in een vicieuze cirkel. Door deze besparingen wordt extra duidelijk dat de maximumfactuur niet functioneert."
Volgens minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) gaan de besparingen in 2016 door vanwege de budgettaire context. Ze geeft wel mee dat het budget op de werkingsmiddelen in het basisonderwijs met 4 miljoen euro stijgt en het budget voor lonen in het basisonderwijs volgend jaar met 45 miljoen euro toeneemt. In het secundair onderwijs blijven de kredieten "op peil".
Eigen mening:
Ik sluit me helemaal aan bij de opinie van Lieven Boeve. Scholen moeten vanaf het begin al met lage kosten werken. Dit wil zeggen dat de factuur, die ze met de leerlingen meegeven, niet hoog mag oplopen.
Als de scholen nu nog meer besparingen moeten uitvoeren, hebben ze geen andere keuze. Ze moeten de grove middelen bovenhalen en het maximumfactuur gebruiken in lagere scholen. In secundaire scholen bestaat dit niet dus kunnen ze hier wel flink doortellen. Dit is volgens mij niet de bedoeling. Ouders en leerlingen moeten niet opdraaien voor de kosten en besparingen van de scholen en of de overheid. Een kleine besparing is niet erg, maar scholen kunnen zich dit niet blijven permitteren. De kwaliteit van het onderwijs mag hierdoor zeker niet gereduceerd worden want onderwijs is en blijft een basisbehoefte voor elke burger.
Bron:
(2015). "Maximumfactuur in scholen is onhoudbaar". Geraadpleegd op 10 oktober 2015 via
http://www.demorgen.be/binnenland/-...dbaar-a2485529/