Volkswagen en co controleren het beleid en niet andersom
De chantage van de auto-industrie
Waarom kondigen onze ministers geen formeel verbod aan op de verkoop van de fraudemodellen? En waarom herzien ze het dieselvriendelijke beleid niet? Omdat ze graag de andere kant op kijken als het ze goed uitkomt en ze zich graag laten chanteren met de mogelijke jobs, zegt Kris Peeters.
‘Groen denken gaat niet over ideologie. Groen denken gaat over technologie.’ Met die slogan verzekerde BMW ons enkele jaren geleden dat we niet hoefden te kiezen tussen prestaties en milieuvriendelijkheid, tussen een sportieve auto en een groene toekomst. De kerngedachte was dat niet ons gedrag maar de technologie zou veranderen. We konden rustig verder doen zoals we bezig waren. Onze toekomst was in goede handen bij de auto-ingenieurs.
Sinds kort weten we dat wat toen geruststellend eenvoudig leek, eigenlijk onrustwekkend simplistisch is. Na het uitbreken van het VW-schandaal is de waarheid in ons gezicht ontploft. De stroom goednieuwsberichten over schonere en tegelijk performantere motoren, blijkt niet meer te zijn dan geperfectioneerde greenwashing gebaseerd op perfide marketing en perverse software. ‘Smart’ bleek ordinair ‘sluw’ en, toen het uitkwam, gewoon ‘dom’.
Dat wij dit al die jaren toch hebben geloofd, komt door de ‘cognitieve dissonantie’: wij geloven nu eenmaal graag wat ons goed uitkomt. Als er een uitleg is die ons (wan)gedrag vergoelijkt, dan maken wij daar dankbaar gebruik van. Dat doen we als het gaat om de naleving van fiscale wetgeving (‘iedereen doet het’) of van parkeerregels (‘het is maar voor twee minuutjes’). Bij de keuze van een nieuwe auto lieten we ons gewillig in slaap wiegen door reclameslogans die ons verzekerden dat we niet hoefden te kiezen tussen snelheid en veiligheid, tussen scherpe acceleratietijden en zuinigheid, tussen goedkope diesel en gezondheid.
Al zijn er verzachtende omstandigheden. Enerzijds zijn er de plutocraten van de autopers, die aan de lopende band de lof zingen over elk nieuw model, ons wijselijk in het ongewisse latend over wie de reiskosten naar de exotische testomgevingen voor zijn rekening nam. Het verklaart waarom hoogstens het handschoenenkastje een beetje te klein is. Het Leistungsdenken is evenzeer de uitvinding van een bepaalde vakpers als van de auto-industrie zelf.
Anderzijds voelen we ons ook geruggensteund door het bestaan van ‘almaar strengere’ wettelijke normen en Vlaamse, federale en Europese overheden en instanties die over de naleving ervan waken.
Terwijl Volkswagen door het (fijn?) stof kruipt, wijst niets erop dat de genoemde overheden lering trekken. Dat niet de officiële controle-instanties maar een groepje Amerikaanse studenten het bedrog ontmaskerde, is een regelrechte blamage voor de gouvernementele instellingen. Meer dan enkele obligate verklaringen over ‘transparantie’ en een ‘diepgaand onderzoek’ kregen we nog niet. De bevoegde Europese Commissaris, Violeta Bulc, liet weten ‘in contact’ te staan ‘met Volkswagen en alle relevante autoriteiten’. Dat eerste wisten we al: de Duitse autolobby heeft al jaren de beste contacten in de Europese gremia.
Schadebeperking
Op Belgisch niveau vroeg de minister van Economie, Kris Peeters (CD&V), Volkswagen om opheldering. Hij kondigde ook ‘een onderzoek’ aan. Wat hij niet aankondigde was een formeel verbod op de verkoop van de fraudemodellen (dat er bijvoorbeeld wel in Zwitserland kwam) of een heroverweging van het dieselvriendelijke beleid. Zijn reactie is dan ook vooral gericht op schadebeperking. Een probleem dat overduidelijk een systeemfout is in ons vervoersregime wordt zo gereduceerd tot een incident over slechts enkele modellen. Niet bepaald bemoedigend voor het land met ’s werelds grootste dichtheid aan diesels.
De ernst van de zaak schijnt evenmin te zijn doorgedrongen tot Joke Schauvliege (CD&V), de Vlaamse minister van Milieu. Van haar werd helemaal niets vernomen, ook al kan het schandaal niet zonder gevolgen blijven voor pakweg oude en nieuwe milieueffectrapporten en het beleid dat er, althans officieel, op wordt gebaseerd.
Overigens is het niet waar dat ze niets ondernam. Samen met haar collega’s keurde ze een steunpakket goed voor de frauderende autofabrikant. De Vlaamse, de Brusselse en vooral de federale regering trokken samen ruim 130 miljoen euro uit om VW-dochter Audi in Vorst te houden. Noem het een variant op het Stockholmsyndroom: we knuffelen wie ons gijzelt. We leven in een auto-afhankelijke economie die tegelijk ook een auto-industrie-afhankelijke economie is. Doordat dit ook opgaat voor de economieën rondom ons, kan zelfs een ontmaskerde auto-industrie haar chantagestrategie ongestoord verder zetten: Your money or your jobs!
Heeft u ook zo’n déjŕ-vu? Too big to fail maakt dat de spelers zich ongenaakbaar wanen, dat fouten meteen enorme fouten zijn en dat het beleid veroordeeld is tot vergevensgezindheid (en herhaling). De conclusie is dat onze beleidsniveaus meer worden gecontroleerd door de auto-industrie dan andersom. Dat gebeurt ook hier weer met de collaboratie van de technofiele media. Die wijzen erop dat het bij Audi gaat om de komst van een nieuw elektrisch model. Wat we niet meer kunnen geloven over diesels, moeten we nu maar geloven over elektrische auto’s. Die zijn wel goed voor milieu en gezondheid.
De bewering van Transport & Mobility Leuven dat die minstens evenveel fijn stof uitstoten als klassieke auto’s, werd tegengesproken door andere onderzoekers. En dus doen we waar we altijd al goed in waren. We geloven wat ons het beste uitkomt. Tot de volgende ongemakkelijke waarheid ons inhaalt.
DS, 28-09-2015 (Kris Peeters, verkeersexpert)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|