Hegemonie Uber alles
Hegemonie Uber alles
Wieden in verouderde regelgeving is een voorwaarde voor innovatie. Maar het antwoord op overregulering kan geen nulregulering zijn, zegt Bart Sturtewagen.
Het is nog maar een goed jaar geleden dat Brussel, de hoofdstad van Europa, zich de woede en het misprijzen op de hals haalde van toenmalig Europees commissaris Neelie Kroes. De Brusselse handelsrechtbank besliste op 14 april 2014 dat de innovatieve taxidienst Uber onwettelijk was. Achterlijker kon haast niet, vond Kroes. Ze stond niet alleen in haar mening dat dit vergelijkbaar was met het stukslaan van weefgetouwen in de negentiende eeuw.
Terwijl het pas in 2009 in San Francisco opgerichte en nog niet beursgenoteerde Uber nu volgens specialisten zowat 40 miljard dollar heet waard te zijn, strijdt het sindsdien op alle markten die het betreedt een oorlog, zowel met de bestaande taxisector als met justitie.
Vorige week nog vonniste een toezichthouder in Ubers thuisstaat Californië dat iemand die via de Uber-app taxidiensten verleent als een personeelslid van de app-bouwer moet worden gezien en niet als een zelfstandige. Hij of zij heeft dus recht op een loon, sociale zekerheid en contractuele arbeidsvoorwaarden. In maart stelde een Duitse rechter een nationaal verbod in op Uber. Gisteren lag Parijs een dag lang plat door acties van taxibedrijven die zich door Uber de kaas niet van het brood willen laten eten. Intussen is in Brussel een regeling in de maak die Uber onder voorwaarden legaliseert.
Het lijkt een ongelijke strijd: hoe kan een bedrijf op tientallen fronten tegelijk slag leveren, zowel tegen concurrenten als tegen de overheid? De enorme schaal waarop het jonge bedrijf opereert en de agressiviteit waarmee het markten bestormt geven een indicatie: snelheid is van het grootste belang. Het terrein moet met grote haast worden bezet. Het is geen guerrillaoorlog, maar een Blitzkrieg. Hij moet worden gewonnen alvorens de tegenstand goed beseft wat er is gebeurd. In San Francisco is de reguliere taxisector, of het infame taxikartel zo u wilt, zo goed als van de markt verdreven. De tegenslag met het verloren proces over het statuut van een Uber-chauffeur – zelfstandige of personeelslid – is daardoor haast onbelangrijk geworden. In de beginfase had het Uber kunnen kelderen.
Stijgende huurprijzen
De overheid zit in een moeilijk parket. Aan de ene kant moet ze marktvernieuwingen die nieuwe diensten mogelijk maken tegen een aantrekkelijke prijs bevorderen. Aan de andere kant kan ze geen ongelijke concurrentievoorwaarden tolereren. De regels moeten voor iedereen gelden. Het debat dat door een ordeverstoorder als Uber wordt opgedrongen is: welke regels zijn nuttig en nodig en welke dateren uit een voorbij tijdperk en fungeren slechts als bescherming voor wie al op de markt was?
Het gaat dus over veel meer dan de taxisector alleen. Uber kan het model worden voor tal van dienstensectoren. Dat is al volop bezig, bijvoorbeeld in de toeristische sector waar Airbnb een geduchte concurrent wordt van het hotelbedrijf. Ook Airbnb opereert vanuit San Francisco. Daar en elders komen er klachten dat de huurprijzen sterk stijgen omdat eigenaars meer denken te kunnen verdienen aan seriële kortlopende verhuring aan toeristen dan op de gewone huurmarkt. Huizen en appartementen staan daardoor vaker leeg. Zelf denken Uber en zijn concurrenten al aan de snelgroeiende behoefte aan pakjesvervoer als gevolg van het toenemende onlinewinkelen. We staan nog maar aan het begin van wat mogelijk is als apps rechtstreekse verbinding tussen aanbieder en klant goedkoop, gebruiksvriendelijk en snel maken.
Alles wat regelgeving en administratieve verplichting is, torst een slecht imago. Het is ouderwets, duur, nutteloos en het hindert de vernieuwing van de economie. Het houdt bovendien gevestigde belangen in stand. Veel ervan moet en kan op de schop. Maar in de plaats van overregulering kan geen nulregulering komen.
Overdrijving en normvervaging
Twee, drie decennia geleden was er geen sector meer afgeschermd dan die van de banken. Alles werd bedisseld in kartels onder het goedkeurend oog van nationale overheden. Marges waren groot en de kostentoerekening was ondoorzichtig. Dat moest, ten bate van de klant, anders.
Geografische en functionele grenzen afbreken heeft de banksector fenomenale groei gebracht. De innovatie die erdoor mogelijk werd, maakte de financiering mogelijk van projecten die anders nooit het licht hadden gezien. De ontwikkeling van een prachtige digitale wereld rondom ons zou zonder de deregulering van de financiële sector nooit zo krachtig en snel zijn verlopen.
Maar we weten ook hoe het afliep. Zonder adequaat toezicht loopt het in een te vrije markt uit de hand. De gevolgen van de overdrijving en de normvervaging dragen we mogelijk nog een generatie mee.
Coole technologie die consumenten mondiger maakt, tussenpersonen uitschakelt en neerwaartse druk op de prijzen belooft heeft haast automatisch de wind in de rug. Wie kan ertegen zijn?
De genietingen van de alomtegenwoordige vooruitgang overschaduwen de wetenschap dat achter de innovatie een ongebreidelde jacht naar hegemonie schuilgaat. De snelheid waarmee de technologie paradigma’s wijzigt, dwingt de spelers tot een oorlog op leven een dood voor het winnende businessmodel. Van die strijd, de terugkeer van het rauwe kapitalisme, is het fantastische aanbod van vernieuwende diensten dat op ons afkomt slechts de façade.
DS, 26-06-2015 (Bart Sturtewagen)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|