Twee derde van de landen bereikt onderwijsdoelstellingen niet
In 2000 engageerden de landen van de Verenigde Naties, waaronder België, zich om tegen 2015 basisonderwijs te organiseren voor alle kinderen. Op dit moment heeft echter nog maar een derde van de landen dat gerealiseerd. Dat blijkt uit het Unescorapport over onderwijs.
Wat voorafging: in 2000 kwamen 146 landen op het Wereldonderwijsforum in Dakar overeen om het streefdoel Onderwijs voor allen (EFA, Education for All) waar te maken tegen 2015. Ze stelden daarvoor zes doelstellingen op. Vijftien jaar later maakt Unesco een balans op.
Momenteel is bijna de helft (47 procent) van de landen geslaagd in de eerste doelstelling. Die wilde de zorg en het onderwijs voor jonge kinderen uitbreiden. Hoewel een vijfde van de landen nog niet ver staat, was in 2012 het aantal kinderen in de kleuterschool met twee derde toegenomen in vergelijking met 1999.
De tweede doelstelling was de toegankelijkheid van het onderwijs verbeteren en gratis en kwaliteitsvol onderwijs voor alle kinderen van lagereschoolleeftijd garanderen. 52 procent van de landen haalde die, 8 procent is heel dichtbij. Toch hebben in 2015 nog zo'n 100 miljoen kinderen hun basisonderwijs niet afgemaakt, zegt Unesco.
De derde doelstelling - de leer- en studiemogelijkheden voor jongeren en volwassenen aanzienlijk uitbreiden - werd gerealiseerd in 46 procent van de landen. Die slaagden erin om hun kinderen de eerste cyclus van het secundair onderwijs te laten afmaken.
Daartegenover staat dat slechts 25 procent het analfabetisme bij volwassenen naar beneden bracht, de vierde doelstelling. Meer nog: in Sub-Saharisch Afrika beschikt 50 procent van de vrouwen niet over de basiscompetenties.
Meer gelijkheid van onderwijskansen tussen de geslachten (doelstelling vijf) zal bereikt worden voor 69 procent van de landen voor het basisonderwijs (in het secundair is dat 48 procent).
Om alle kinderen onderwijs te kunnen bieden zijn wereldwijd 4 miljoen leerkrachten extra nodig. In een derde van de landen zijn er onderwijzers te kort. Dat zet een hypotheek op de realisatie van de laatste doelstelling, die "de kwaliteit van het onderwijs moet verbeteren".
"Agenda is nog verre van afgewerkt"
Het aantal kinderen en adolescenten dat niet naar school gaat, is sinds 2000 met de helft verminderd. Maar er zijn ook andere cijfers: wereldwijd hebben 58 miljoen kinderen geen toegang tot onderwijs. Wat basisonderwijs betreft zijn er dat bijna 100 miljoen. Een "teleurstellende" balans, zegt Unesco.
"De wereld heeft een gigantische vooruitgang geboekt wat betreft onderwijs voor iedereen", zegt algemeen directeur van Unesco Irina Bokova. "Hoewel de doelstellingen niet werden gehaald, zitten miljoenen kinderen meer op de schoolbanken. Maar de agenda is nog verre van afgewerkt. We moeten specifieke en goed onderbouwde strategieën opstellen voor de allerarmsten, vooral meisjes, en de kwaliteit van het onderwijs nog opdrijven."
België scoort goed
Wat België betreft: het niveau van onderwijs gaat er sinds de jaren 70 op vooruit. In 2009 hadden drie op de vijf Belgen een diploma secundair onderwijs. Een op de vier heeft een diploma hoger onderwijs. Mannen zijn door de band genomen gediplomeerder dan vrouwen en het onderwijsniveau ligt lager in Wallonië dan elders in het land.
Ons land haalt globaal gezien de doelstellingen van EFA. Wat betreft basisonderwijs staat België in de top van het klassement, samen met de buurlanden en Ierland, Denemarken en Spanje.
Bron:
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.2298631
(9/04/2015)
Mening: Dit is uiteraard een spijtige zaak. Het is echter te vaak dat vooropgestelde doelstellingen niet gehaald worden. Kijk maar naar de milieudoelstellingen die steeds worden bijgesteld. Het probleem situeert zich volgens het artikel vooral in Sub-Sahara Afrika. Dit vind ik ook niet erg onverwacht. Ik vind het echter wel zeer jammer dat er slechts één derde van alle landen de doelstellingen wel haalt, er is dus nog veel werk aan de winkel. Het ergste van dit alles vind ik dat er nog steeds bijna 100 miljoen kinderen zijn die geen toegang hebben tot basisonderwijs. Dat regeringen Hier niet meer mee bezig zijn? Zo halen ze hun eigen land toch onderuit? Doordat kinderen geen onderwijs genieten, zullen ze op de arbeidsmarkt zeer beperkte mogelijkheden hebben. Dit beperkt dan op grotere schaal toch de ontwikkeling van die landen? Ik ben van mening dat het opleiden van de toekomstige werkende bevolking prioritair zou moeten zijn en dat landen veel meer zouden moeten investeren in onderwijs om zo toch minstens de zes doelstellingen te bereiken. Dit zou in de huidige wereld toch niet meer mogen? Natuurlijk is het wel zo dat in de overheden in de minder ontwikkelde landen vooral het eigenbelang primeert. Hierdoor zal deze ongelijkheid ook niet snel worden opgelost, wat een spijtige zaak is.