Onderwerp: Het gouden kind
Enkele post bekijken
  #2  
Oud 21st March 2015, 18:23
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Het (on)gelijk van Oscar van den Boogaard

Het (on)gelijk van Oscar van den Boogaard

Humaniora

Uit ‘Het gouden kind’ van Oscar van den Bogaard (DS 17 maart) blijkt een groot verlangen naar beschaving, cultuur en opvoeding. Ook ik erger me soms aan het gedrag van jongeren in de bus of op de trein. Dan denk je: zou ten minste de school niet het laatste baken van wellevendheid kunnen zijn? Maar ook zij blijkt niet gevrijwaard van maatschappelijk verval. Je merkt dat aan bepaalde sleutelbegrippen: zo spreekt men nu meer over de ‘leerkracht’ dan over de ‘leraar’. Een leraar wil kinderen iets belangrijks leren en hen groter maken als mens, een leer-kracht wordt ingezet als er een gat is in een structuur, zoals een arbeidskracht of uitzendkracht. Over de taalgrens spreekt men niet meer over élève (wat op zich reeds een heel programma inhoudt), maar over apprenant.

Het houdt allemaal verband met de teloorgang van de humaniora-idee. Humaniora – ‘meer mens worden’ – betekende groei binnen duidelijke grenzen (naast een jong boompje plaats je een stok, anders groeit het mee met de wind). Het was tegelijk een appel aan de persoon in het kind (‘de ziel’) teneinde de kindsheid te verlaten. Vandaar: op-voeden, e-ducare, é-lever. Op het eind van de middelbare school had je als resultaat een jonge mens die zowel mentaal en emotioneel als sociaal op beide voeten in de wereld stond en die mondig was, in dubbele zin: hij kon zich correct uitdrukken en hij kon zelfstandig denken.

De laatste jaren begonnen veel opvoeders zich ongemakkelijk te voelen ze als grenzen stelden: met welk recht kun je een kind zomaar beknotten ? Hoe langer hoe meer namen ze niet meer de persoon in het kind als uitgangspunt, maar het kind op zich: een niet-bezoedeld wezen, ongerept en spontaan, pure goedheid. ‘Het kind centraal stellen’ noemen ze dat. Als het kind weent, doe het lachen. Als het de leerstof niet aankan, maak die dan minder moeilijk. Opvoeding wordt zo een kwestie van impulsief reageren, geen visie meer nodig.


Het gezag van het kind

Terwijl vroeger de leraar een groot gezag had (hij belichaamde de humaniora-idee), is nu het kind daarmee bekleed. Op klassenraden spreekt men veel meer dan vroeger over het welbevinden van het kind, zijn thuissituatie, zijn relatie met de leraar, zijn psychologische en emotionele problemen, dan over zijn vorderingen. Zorgprocedures moeten het kind helpen slagen. De bedoeling is ongetwijfeld goed, maar men vergeet vaak de verantwoordelijkheid van het kind zelf. Je kan een kind ook stimuleren om in zichzelf kracht en motivatie te vinden om op autonome wijze tot goede resultaten te komen.

Ik pleit voor een terugkeer naar de humaniora-idee: geloven in de mogelijkheid van het kind om te groeien als mens. Dit gaat onvermijdelijk samen met eisen stellen. Als je een kind ter wille bent in al zijn grillen, kan het niet zich bewust worden van zichzelf, zijn innerlijke vrijheid veroveren en een eigen identiteit opbouwen. Kinderen worden gek en depressief omdat er geen bakens meer zijn. Normen en grenzen beperken het leven van het kind niet, maar leiden het binnen in de wereld van de beschaving.

Robert Van Puyvelde, leraar


Gemakzuchtig

‘Geef mij maar een kind dat rustig aan het spelen is of een boek aan het lezen is en geen publiek nodig heeft’, schreef Oscar van den Boogaard in deze krant (DS 17 maart).

Welja, zo heb ik ze ook graag, mijn kinderen. ‘In zichzelf’, zoals Van den Boogaard dat noemt, zodat ik rustig de krant kan lezen of met vrienden een gesprek voeren. Wat kan dat deugd doen, zo’n moment waarop je haast vergeet dat je er hebt. Alleen, zo zijn ze niet altijd. Veeleer: zo zijn ze zelden – en gelukkig maar. Wat zou dat een vreemde kronkel zijn, voor kinderen kiezen om geeneens te merken dat ze er zijn. Maar vooral, zo zijn ze zelden als jij ze zo wíl. Op restaurant, in de winkel, in de auto of het vliegtuig: een kind op commando in ‘modelstatus’? Mooi niet.

Oscar van den Boogaard heeft heimwee naar die goede oude tijd en zo klinkt hij ook, met zijn potje ouderwets zeuren. Geen geestige dissectie van hedendaags ouderschap, wel een hoop clichés en een conclusie waarover, mag ik hopen, niet erg lang is nagedacht. Want in weerwil van wat Van den Boogaard denkt: we kunnen het best hebben, dat ons ouderlijke falen op de korrel wordt genomen. Ons kroost is niet heilig, ons ouderschap al zeker niet.

We hebben minder kinderen dan vroeger, dus ja, we gaan anders met ze om. En dat slaat al eens door – of beter: het wordt vooral commercieel handig uitgebuit. Maar ik zou ze niet te eten willen geven, al die veertigers, vijftigers, zestigers die de dromen van hún ouders moesten waarmaken. Die moesten studeren, presteren, renderen. Gouden kinderen? Ik zie vooral volwassenen in gouden kooien. En ik zie jonge ouders die in de eerste plaats dít wensen: dat hun kind gelukkig is.

Bovendien: een set gedeelde opvoedkundige normen en waarden die vroeger werden doorgegeven? Bedoelt Van den Boogaard de pedagogische tik? De angstcultuur waarop ouderlijk gezag vaak was gebaseerd? Luiheid en lafheid verwijt Van den Boogaard jonge ouders. Het omgekeerde is waar: autoritair is vaak makkelijk. Het vergt moed en volharding om streng maar rechtvaardig te zijn, consequent en toch flexibel, om te durven twijfelen en bijsturen. Energie ook, de ene dag heb je er meer van beschikbaar dan de andere – mag ook daar een beetje marge en mededogen voor zijn?


Schaakmat

Ouders willen alles, maar geen strijd, schrijft Van den Boogaard. De waarheid is: ouders maken niet van alles een strijd. Ze kiezen hun gevechten, voeren er veel, laten er af en toe eentje schieten – zonder een beetje pragmatiek red je het niet. En zelfs áls je geen duimbreed toegeeft: soms zet zo’n kind je schaakmat, wat je ook doet. Je hele arsenaal uitgeput, alles geprobeerd – en toch even machteloos. Het is ontnuchterend, maar net zo goed onderdeel van het ouderschap, heb ik tot mijn scha en schande ondervonden.

Het is zo makkelijk, op basis van één particulier geval algemeen geldende conclusies trekken. Maar het is vooral verschrikkelijk pedant: roepen langs de zijlijn, zoals Van den Boogaard doet. Luid roepen. Er is aan hem een waarlijk autoritaire vader verloren gegaan.

Griet Plets, redacteur van deze krant


DS, 21-03-2015
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden