Vanaf volgend schooljaar wordt inclusief onderwijs een recht. Uit een enquête voor het programma ‘Koppen’ blijkt dat leraren zich daar niet klaar voor voelen. De vereniging Ouders voor Inclusie reageert met deze tekst.
Als Ouders voor Inclusie zeggen we “gewoon” of “zo gewoon mogelijk” als we het hebben over de opvoeding of het leven van onze kinderen met een handicap. Mensen zeggen soms dat wij niet realistisch zijn, en de handicap van ons kind niet aanvaard of verwerkt hebben. Het tegendeel is waar. We zien onze kinderen zoals ze zijn: met dezelfde wensen en dromen, dezelfde behoefte naar geborgenheid en erbij horen, dezelfde honger naar ontwikkeling.
“Anders” begrijpen we dan als diversiteit. En we geven onze kinderen een plaats midden in ons leven, midden in ons gezin en in het verlengde daarvan ook midden in de maatschappij. Niet naast, niet buiten, niet apart. Want net dat geeft een onvergeeflijke boodschap aan al onze kinderen: uitsluiting omwille van een deel van wie je bent is een wrede maatregel met gevaarlijk grillige grenzen.
Geen enkel ander Europees land veroordeelt zoveel kinderen tot leven aan de rand van de maatschappij, de berisping vanuit de VN is dan ook zeer terecht. In een maatschappij die kosten noch moeite spaart om bij geboorte, na trauma, beroerte, enzovoort, de mensen kans op leven te geven, is het wel vreemd dat er zo weinig inspanning gedaan wordt om hen een plaats te geven in de maatschappij, en dat de stroom naar “apart” zo vanzelfsprekend is. Wellicht een ingewortelde gewoonte, die we alleen kunnen doorbreken door onze kinderen te laten ervaren dat er ook een andere weg is: de weg die we samen afleggen, ieder op zijn geëigende wijze.
Wij blijven daarom een pleidooi houden voor scholen die een weerspiegeling zouden moeten zijn van de samenleving. Enkel op die manier geven we kinderen de kans op te groeien met kinderen met een handicap en te ervaren dat “anders” ook kan, dat dromen en talenten gedeeld worden, en dat eenieder mag zijn wie hij is. Lijkt ons een geruststellende gedachte voor alle partijen.
We begrijpen dat leraren bang zijn en zich onzeker voelen. We ervaren dat ook heel regelmatig op de school, maar niemand vraagt ooit aan ons hoe het is om als ouder keuzes te maken voor een kind met een handicap. Wij zijn ook vaak bang en onzeker over de kansen die onze kinderen kunnen krijgen, over ervaringen van uitsluiting die op hun pad komen, over ondersteuning die ze nodig hebben en niet zomaar kunnen krijgen. Wij kunnen ons niet af vragen of we bang zijn of onzeker, wij gaan er gewoon voor. We zijn al veel leraren tegen gekomen die dit samen met ons alle dagen doen, daar willen wij graag verder in investeren.
Veel goede voorbeelden van inclusie in Vlaanderen en in het buitenland, talloze internationale en Vlaamse studies én de ratificatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap leren ons dat het kan, dat het werkt en dat het moet. En dat het niet ten koste gaat van het onderwijsniveau, maar dat dit er net op verbetert. Denken we maar aan Finland, dat enkel inclusief onderwijs heeft, en een van de hoogste PISA-scores (wereldnorm voor goed onderwijs) behaalt. Een opluchting voor mensen die vrezen dat inclusief onderwijs de niet gehandicapte kinderen gaat benadelen. Laat ons daarom het discours verschuiven van de reeds uitvoerig beantwoorde en dus voorbijgestreefde vraag of inclusief onderwijs wel zinvol is, naar de vraag wat er nodig is om het de komende jaren daadwerkelijk te organiseren.
Het M-decreet dat regelt onder welke voorwaarden leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in een school kunnen ingeschreven worden kan een eerste stap zijn in die richting, mits het gekoppeld wordt aan een herverdeling van de middelen ten behoeve van de nodige ondersteuning. We willen er ook over waken dat leerlingen die een individueel, aangepast curriculum volgen zich ook in de praktijk kunnen inschrijven in een gewone school.
Kiezen voor inclusie gaat over rechten van mensen en over de samenleving die we willen zijn. Niet alleen onze kinderen met een beperking hebben daar recht op, maar ook onze samenleving van de toekomst!
Christ’l Baert, Katia Coenen, Dana Dehaseleer, Hilde Dhondt, Karin Haaker, Hilde Herssens, Monika Lanckriet, Marleen Maris, Hetty Pasteels, Rita Stevens, Kitty Thijs, Sigi Vandenwijngaert, Vanja Verbesselt, Sofie Willems.
Stuurgroep Ouders voor Inclusie
www.oudersvoorinclusie.be
Bron: Klasse
Mening:
In het artikel wordt vermeld dat Finland een voorbeeld is voor de andere Europese landen. Toch heb ik hier wel mijn bedenkingen bij. In Finland is het inderdaad zo dat alle leerlingen in dezelfde school zitten, maar leerlingen met beperkingen zitten meestal in aparte of speciale klassen. Op die manier zijn er in Finland dus ook geen "echte" inclusieklassen.
Ik vind het idee van inclusie onderwijs heel mooi. Het bevordert de verdraagzaamheid van kinderen, de sociale integratie van de leerlingen met een beperking en het geeft een realistisch beeld van onze maatschappij. Toch vind ik het belangrijk dat de situatie van elk kind goed wordt gescreend. Is het voor de leerling met een beperking wel een meerwaarde om in het gewone onderwijs les te volgen? Ik ben van mening dat we voor veel kinderen op deze vraag 'ja' kunnen antwoorden, maar voor heel veel leerlingen zal het antwoord ook 'nee' zijn. De meeste reguliere scholen hebben nog niet genoeg middelen om aan de noden en behoeften van deze leerlingen te voldoen. Daarnaast zijn de leerkrachten ook nog niet voldoende opgeleid om hier met de nodige zorg aan te werken.
Ik denk dat het belangrijk is dat we in de toekomst wel streven naar inclusie onderwijs, maar dat we dit stap voor stap moeten doen en dat we voor elke leerling apart moeten bekijken of het al dan niet zinvol is...