De ontdekking van de toekomst
De Ontdekking van de Toekomst (8)
'Europa is een watjessamenleving geworden'
'De middenklasse heeft zich teruggetrokken in haar kookboekenbibliotheken en slaat vanuit haar gesubsidieerde passiefwoningen gade hoe de wereld voorbij raast', schrijft Jonathan Holslag in een nieuw essay.
In vergelijking met China of de Verenigde Staten is Europa een watjessamenleving geworden. De middenklasse heeft zich teruggetrokken in haar kookboekenbibliotheken en slaat vanuit haar gesubsidieerde passiefwoningen gade hoe de wereld voorbij raast. Terwijl overbetaalde ambtenaren de samenleving arm rekenen, worden hun kinderen onderworpen aan bezigheidstherapie in muffe pedagogenpretparken. De onderklasse gaat met haar uitkeringen als een verslaafde te keer in dumpwinkels, om daarna vanachter ranzige instantmaaltijden naar nog ranziger spelprogramma's te kijken. Het laat haar koud dat de hele maakindustrie verdwijnt en dat de grenzen van Europa worden geteisterd.
Wat schrijf ik? De grenzen van Europa? Voor velen heeft het er alle schijn van dat de radicale islam is begonnen aan een destabiliseringscampagne van binnenuit, als de vijfde kolonne van het verval. Decadentie, dat is de term die spontaan opkomt bij het aanschouwen van de Europese samenleving op de drempel van de eenentwintigste eeuw. Voor zover men überhaupt nog van samenleving kan spreken. Het gaat eerder om samen doodgaan, collectieve euthanasie, toegediend door groeilanden, multinationals en mediabedrijven die er nog iets aan hopen te verdienen, en met welwillende sociaaldemocraten die in de gaarkeuken op krediet nog snel een laatste maaltijd in elkaar draaien. Willen we Europa redden, dan moet aan deze palliatieve toestand een einde komen: het infuus eruit en schoktherapie! Dat is althans de diagnose aan de rechterzijde.
Porscheburgerij
Hoe is het ooit zover met ons kunnen komen? De nieuwe generatie conservatieven op rechts wijst met de vinger naar het profitariaat aan de onderkant, de werklozen die in ons land alleen al elk jaar 13 miljard euro kosten, terwijl conservatief links de top verwijt miljarden aan belastinggeld te zijn kwijtgespeeld aan de strapatsen van de banken. Conservatief rechts klaagt de spilzucht van de welvaartsstaat aan, terwijl conservatief links fulmineert tegen zeer zichtbare falingen van de markt. De ene kant wijst naar de luiheid, ja zelfs de slechtheid van burgers, terwijl van de andere kant de inhaligheid van de Porscheburgerij op de korrel wordt genomen. Aan de ene zijde horen we kritiek op migrantengroepen als misbruikers van uitkeringen, aan de andere luidt het dat diezelfde migranten te veel verstoken blijven van echte kansen.
In deze warme herfst dreigt deze stellingenoorlog verder te worden aangewakkerd. In België hebben de rechtse conservatieven nu het initiatief. Als de soberheidspolitiek vijf jaar lang gepaard zal gaan met groeivertraging, kun je er donder op zeggen dat het kiezerspubliek conservatief links opnieuw aan de macht zal brengen. Zo is dat sinds het uitbreken van de eurocrisis in een groot aantal lidstaten gegaan. Dat opbod van links en rechts conservatisme is catastrofaal.
Dat ons maatschappelijk model onbetaalbaar dreigt te worden en dat er misbruik bestaat, is duidelijk. Daar heeft rechts een punt. Maar er is geen bewijs dat de welvaartsstaat en de herverdeling oorzaak zijn van het gebrek aan maatschappelijke samenhang, verantwoordelijkheid en ambitie. Wat indicatoren als ondernemingszin, leergierigheid, consumentenverwachtingen en engagement betreft, scoren de meest genereuze welvaartsstaten in Europa nog steeds het best. Meer nog, het zijn doorgaans ook de meest productieve. Andersom, zoals uit het vorige essay bleek, is de afbouw van de welvaartsstaat door allerlei lastenverlagingen allerminst een garantie op méér ondernemerschap of bereidheid van bedrijven om te investeren.
De wet van de middelmaat
Dat er vandaag te weinig burgerzin en betrokkenheid bestaan om een sterke samenleving overeind te houden, lijkt me evident. Ook daar begrijp ik de frustratie van rechts. Ik ben het evenwel niet eens met die rechtse conservatieven die beweren dat de mens intrinsiek slecht of lui is en enkel tot discipline of burgerschap wordt gedwongen als je hem confronteert met zijn eigen zwakheid. Toegegeven, ik kan me vaak niet ontdoen van de indruk dat de wet van de middelmaat heerst en dat de idioten van onze samenleving de nieuwe helden zijn geworden. Maar slecht? Nee. Uitgaan van die premisse leidt tot een cultuur van onderling wantrouwen, en als er iets desastreus is voor het overleven van een samenleving dan is het dat wel. Wat wel klopt, vermoed ik, is dat de mens neigt naar opportunisme en doorgaans als een kuddedier poogt zijn geluk te maximaliseren en de inspanningen te minimaliseren.
Net in die bijstelling schuilt een belangrijke kans. Geluk is meer dan genot. Als ik er de talrijke studies over geluk op na lees, dan kom ik tot de volgende conclusie: mensen laten zich gemakkelijk afglijden in een situatie van passief genot, maar stiekem hunkeren ze steeds naar een hoger doel. Dat kan gaan om kinderen, een voetbalclub of een godsdienst. Genot wordt pas geluk als het betekenis krijgt. Voor die betekenis zijn we afhankelijk van anderen. Ziehier, een onvoorstelbare kans voor politiek leiderschap!
Leiderschap
In plaats van polarisatie, van zwart en wit, vertrekt echt politiek leiderschap van de aanvaarding van grijs en maakt het een verschil met een heldere visie die de grijze massa doet verlangen naar meer. Politiek leiderschap is per definitie progressief. Het gelooft dat mensen en samenlevingen ondanks hun egoïstische doelstellingen toch in staat zijn een betere toekomst te scheppen, door de neuzen in dezelfde richting te zetten en elkaar tot verantwoordelijkheid, betrokkenheid en burgerschap aan te zetten. En zelfs als de weg naar die doelen moeizaam is, bochtig, en onvoorspelbaar, ja zelfs als zij nooit volledig zullen worden gerealiseerd of moeten worden bijgesteld, dan nog blijft politiek leiderschap succesvol met elke stap die het de samenleving voorwaarts doet zetten.
Dat geloof is voor mij meteen het verschil tussen politiek realisme en cynisme. Realisten maken zich geen illusies: eigenbelang en conflict blijven de samenleving typeren, maar egoïsme en machtswellust kunnen door een visie worden omgebogen in vooruitgang. Cynici die daar niet in geloven, kunnen in de politiek niets komen doen, behalve tijd verliezen door zich de misleidende schijn van staatsmanschap aan te meten. Wij hebben leiderschap nodig, geen gramschap.
Wakker schudden
Niets is gevaarlijker voor een samenleving dan cynisch conservatisme, of dat nu komt van de linkerzijde of van de rechterzijde. Wat we in Europa nodig hebben is een nieuwe generatie vooruitstrevende leiders, leiders die de samenleving wakker schudden, maar, en dat is essentieel, die ook richting geven aan de bezorgdheid en de energie die daarmee vrij komen.
Leiderschap begint met visie. Belangrijker dan de diagnose te maken van wat scheef zit, is het een beeld te hebben van hoe het beter kan. De ambitie moet zijn om verder te gaan dan wat we tot nu toe in onze Europese samenlevingen hebben opgebouwd. De huidige watjessamenleving, om het zo nog maar eens uit te drukken, mag op de schop, maar dan moet het alternatief duidelijk zijn. Afbraak zonder plan voor opbouw is vernietiging.
Als dat plan er is en als ook de intrinsieke overtuiging bestaat dat het plan beter én haalbaar is, wordt het een zaak urgentie te creëren en zo hard mogelijk aan de boom te schudden. Dat is het moment voor de shocktherapie. Als er werkelijk een ambitie bestaat om mensen opnieuw vooruit te doen bewegen, dan heiligt het doel de middelen en mag er al eens sterke taal gebruikt worden.
Progressief of niet
Vervolgens komt het erop aan te mobiliseren. Mensen moeten het belang inzien van de aanpassingen. Leiderschap behelst dan dat niet alleen de doelen worden uitgelegd, maar ook de stappen ernaartoe. Als er offers verwacht worden, moet worden verduidelijkt wat die offers opleveren. Als mensen en middelen verschoven moeten worden uit één sector, dan moet het helder zijn hoe zij beter kunnen worden ingezet in een alternatieve sector. Als wordt gepleit voor burgerschap, moet worden toegelicht wat burgerschap betekent. Als mensen geacht worden te ondernemen, moet men kunnen aangeven waarin men moet ondernemen. Als nieuwkomers zich 'maatschappelijk moeten aanpassen', moet het helder zijn waar die maatschappij voor staat en welke rol zij kunnen spelen.
Tot slot wordt het zaak de condities te scheppen om burgers, bedrijven, verenigingen, wetenschappers en artiesten hun rol te laten spelen. Daar wordt het praktisch. Het komt aan op afspraken, regels, het organiseren van markten en het aanwenden van macht om stoorzenders buiten spel te zetten en passievelingen te activeren. Maar dus eerst de visie - en die zal progressief zijn of zij zal niet zijn.
Knack, 12-11-2014 (Jonathan Holslag)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|