Net zoals rijbewijs bij zware voet, moet vergunning van discriminerende interimkantoren worden ingetrokken'
'Ondertussen kunnen we een boekenkast vullen, met rapporten die België en Vlaanderen op de vingers tikken voor de slechte positie van mensen met migratieachtergrond op de arbeidsmarkt', schrijft Wouter Van Bellingen. 'Tijd dat de Vlaamse overheid afdwingbare afspraken maakt met de VDAB.'
'De middenstand regeert het land', maar weinig mensen maken er deel van uit. En Zwarte Piet krijgen helaas veel mensen doorgeschoven, niet in het minst op de arbeidsmarkt.
Dit stuk gaat over het zoveelste rapport - ondertussen kunnen we een boekenkast vullen - dat België en Vlaanderen op de vingers tikt voor de slechte positie van mensen met migratieachtergrond op de arbeidsmarkt.
De Vlaamse overheid stelde een werkzaamheidsgraad van 58 procent voorop tegen 2020. Vandaag daalt dit van 47 naar 42 procent. Eindeloze rapporten, aanbevelingen van de OESO, de Raad van Europa en de Europese Commissie zeggen al jaren hetzelfde: bijna nergens in Europa is de tewerkstellinggraad van mensen met een migratieachtergrond lager dan in België.
Met heel wat arbeidsexperts vinden ook wij dat onze arbeidsmarkt vandaag te rigide is. Ook wij weten dat compententies en taal belangrijk zijn. En, zoals Jan Denys van Randstad terecht opmerkte, is er ook nood aan nieuwe netwerken. Hiertoe slaan we de handen al in elkaar met werkgeversorganisaties.
Waarom geen aparte doelgroep?
Toch is er meer nodig dan netwerken weven en een taal leren. Een grote groep werkzoekenden komt immers niet uit de nieuwkomers, maar zijn mensen met een migratieachtergrond van de tweede en derde generatie. Waarom vinden de jongeren met een Turkse of een Marokkaanse achtergrond die hier geboren zijn, netjes hun diploma halen en bovendien Nederlands als moedertaal hebben, geen werk? Het probleem is zo acuut, dat we de houding van Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) niet begrijpen. Hij weigert om van mensen met een migratieachtergrond een aparte doelgroep te maken in zijn beleid. Terwijl er wel specifieke maatregelen zijn voor jongeren, 55+'ers en mensen met een handicap.
Arbeidsmaatregelen
Er bestaat een batterij aan arbeidsmaatregelen waardoor mensen sterker in hun schoenen staan op de arbeidsmarkt. Met voldoende instroom van nieuwkomers (jongeren, mensen met een migratieachtergrond en herintreders (mannen of vrouwen die voor kinderen thuis zijn gebleven of parttime hebben gewerkt, of 55+-plussers). Maar ook door voldoende hoge werkloosheidsuitkeringen, die pas degressief worden na 2 jaar, zodat men de financiële ruimte heeft om naar een job op maat te zoeken, in plaats van snel-snel eender wat aan te moeten nemen uit noodzaak, om dan mogelijk opnieuw in werkloosheid te vervallen of in een ongelukkige baan te zitten.
Daarnaast dringen specifieke maatregelen voor mensen met een migratieachtergrond zich op, omdat hun situatie ook specifiek is. Er is onder meer sprake van discriminatie en vooroordelen en die moet je aanpakken. Zo trekt een verhoogde tegemoetkoming of lagere instapdrempel werkgevers over de streep om sollicitanten met een migratieafkomst een kans te geven. Omdat discriminatie een ongrijpbaar fenomeen is, moeten mystery shoppers vaststellen of de arbeidswetgeving wordt nageleefd. Waarom zouden we dat niet doen? De financiële inspectie, de economische inspectie en de nationale loterij passen die techniek ook al toe en in het verkeer wacht de politie evenmin met optreden tot er slachtoffers zijn gevallen. En net zoals het rijbewijs wordt ingetrokken van wie een zware voet heeft, moet ook de erkenning en vergunning van discriminerende interimkantoren en dienstenchequebedrijven kunnen ingetrokken worden.
Sectorale streefcijfers
Het is wel een goede stap dat de beleidsnota-Werk de Mattheus-effecten (te lage participatie van de lagere sociale klasse, waarvoor initiatieven juist bedoeld zijn) signaleert in de deelname aan vorming en opleiding. We moeten streven naar evenredige arbeidsdeelname van mensen met een migratieachtergrond. Zo werkt onze achterban vaak in precaire jobstatuten. Zij hebben nog meer dan anderen nood aan opleiding om aan een duurzame job te vinden. Daarom willen we dat voor deze categorieën werknemers de voorwaarden ruimer zijn (en niet beperkt blijven tot knelpuntfuncties) en er een uitbreiding van de tegemoetkoming (hogere cheques of premies) komt. Zo komt ook onze achterban in aanmerking voor opleidingscheques en aanmoedingspremies.
Ook willen we sectorale streefcijfers, zowel voor het totale personeelsbestand in een sector als voor de nieuwe instroom en voor opleidingen. De concrete acties nodig om deze doelstellingen te halen kunnen dan besproken worden in het sociaal overleg.
Daarnaast moeten diversiteitsplannen verplicht worden als een bedrijf intekent op overheidsaanbestedingen of overheidssubsidies (van tewerkstellingsmaatregelen tot opleidingssteun). Bovendien zijn we pleitbezorger van een officieel diversiteitslabel. Zo krijg je meer grip op de duurzaamheid van het diversiteitsbeleid en vergemakkelijk je de inschakeling in aanbestedingsprocedures. Dit veronderstelt ook diversiteitsaudits.
Buitenlandse werkervaring
Aan de Vlaamse overheid vragen we om via de nieuwe beheersovereenkomst met de VDAB afdwingbare afspraken te maken zoals een lagere uitstroom uit werk voor mensen met een migratieachtergrond. Verder verbeteren streefcijfers het bereik van etnisch-culturele minderheden in alle tewerkstellings-, opleidings- en loopbaaninstrumenten: via IBO, opleidingscheques, werkplekleren...
De opstap naar werk begint al tijdens de opleiding. We moeten daarom recht op studeren met leefloon uitbreiden, ongeacht de leeftijd. Zorg voor degelijke opleidingsverplichtingen en een samenwerking met de VDAB en behoud het recht om een opleiding te volgen die geen verband houdt met je job.
Stel tewerkstellingsmaatregelen open voor wie nog niet in de sociale zekerheid zit. Mensen met een migratieachtergrond hebben in hun land van herkomst gewerkt, maar helaas niet hier. Daardoor mislopen ze een aantal rechten. Houd dus ook rekening met buitenlandse werkervaring.
Uiteraard is dit een verhaal van gedeelde verantwoordelijkheid. Zo timmerden we samen met onze federaties jaren aan succesvolle toeleiding naar werk. Van de vooropgestelde doelstelling van 20 procentuitstroom naar tewerkstelling, haalden we onder moeilijke omstandigheden en met beperkte middelen zelfs 27- procent. Het is dan ook jammer dat we in 2015 10 procent moeten bezuinigen op onze werking. Werk is nog altijd de beste opstap naar een betere toekomst.
Bron: Knack, 5/12/2014
http://www.knack.be/nieuws/belgie/n...ion-516171.html
Mening
Bij het aannemen van werknemers is hoe ze hun job uitvoeren toch belangrijker dan hun 'migratieachtergrond'? Ik ben wel voorstander om deze werknemers als een aparte doelgroep te bekijken. Zo zullen zij meer voorbereid kunnen worden, en kan er beter ingespeeld worden op hun specifieke noden. Hierdoor zullen zij sneller kansen krijgen op de arbeidsmarkt.