"Dit komt nooit meer goed", dachten we. Maar kijk...
Eén jaar na de doortocht van tyfoon Haiyan keren reporter Kurt Wertelaers en fotograaf Joost De Bock terug naar het rampgebied in de Filipijnen. Drie dagen lang tekenen ze verhalen op in een land dat, ondanks alle ellende, weer rechtkrabbelt en werkt aan een toekomst.
Enkele kinderen ravotten in en op een riksja. © Joost De Bock.
Eén van de vele massagraven. Nabestaanden kiezen zelf waar ze een kruisje zetten, al weten ze niet of hun geliefde er wel begraven ligt. © Joost De Bock.
Wat moet je verwachten van een land dat een jaar na de feiten nog altijd niet weet of er nu 6.000, 7.000 of nog méér doden vielen? Een land waar kruisjes geprikt worden op massagraven, maar niemand zeker is wie er nu precies ligt? Toen fotograaf Joost en ik vorig jaar na de Haiyan-ramp weer naar huis vlogen, zeiden we tegen elkaar: "Dit komt nooit meer goed." We vergisten ons. Er moet nog heel veel gebeuren en er is nog enorm veel verdriet, pijn en honger. Maar de onwaarschijnlijke veerkracht van de Filipino's maakt dat ze toch hoopvol naar de toekomst kijken. Dit is het verhaal van het halfvolle glas.
"Herinnert u zich ook die lijkgeur?", vraagt een Filipijnse vrouw op het zitje naast ons in het vliegtuig naar Tacloban. Ze ziet dat ik door foto's aan het bladeren ben die Joost vorig jaar maakte, enkele dagen nadat de tyfoon Haiyan voor dood en vernieling gezorgd had. Ik knik van wel. "Ik ook", zegt ze. "Dat gaat niet weg." De vrouw vertelt dat ze na de ramp haar familie niet vond. Dat ze veel gebeden had en het uiteindelijk toch weer goed gekomen was. "Langzaam kruipen we uit de hel", zegt ze. "We komen er wel."
Onherkenbaar
Als we 's ochtends vroeg op de luchthaven van Tacloban landen, is die voor ons on-her-ken-baar. Vorig jaar kon je dit eigenlijk geen luchthaven meer noemen. Geen toren, geen incheckbalie, alles was verwoest. Vandaag is Tacloban Airport helemaal heropgebouwd en volledig operationeel. Niets herinnert hier nog aan de ramp. In de aankomsthal wordt vandaag gewaarschuwd voor die andere ramp, ebola. Bagagepersoneel leidt ons met oprechte fierheid rond. "Als u straks de stad ingaat, zal u zien dat we overal hard aan het werk zijn. We willen vooruit."
En dat klopt ook wel. Althans, op de plekken waar er geld is. Overheidsgebouwen werden en worden nog steeds opgeknapt. Bedrijven, hotels en restaurants draaien weer op volle toeren. Scholen zijn hersteld en veel kinderen kunnen eindelijk weer les volgen. De miljoenenstad Tacloban, een jaar geleden één van de zwaarst getroffen plekken op het eiland Leyte, bruist weer van de activiteit.
Keerzijde
Maar er is ook een keerzijde. Mensen die het vóór Haiyan niet breed hadden - om niet te zeggen: niéts hadden - hebben vandaag nog altijd niks. Als Joost en ik teruggaan naar de plekken waar vorig jaar de huisjes van vissersfamilies weggespoeld waren, treffen we daar vandaag niet veel meer aan dan wat tenten en afdakjes. "We zijn alles kwijtgeraakt", vertellen bewoners. "Ons huis, onze kleren, onze inboedel. Maar velen lieten ook het leven. Zij die het kunnen navertellen en zij die niet moeten gaan rouwen bij het graf van een dierbare, zijn vandaag bij de gelukkigen."
Mening: Dit is voor mij echt een succesverhaal. De Filipijnen waren echt zwaar getroffen door de tyfoon, alles was verwoest, heel veel doden,... het land was er echt zwaar aan toe. Dat je je dan zo positief kan instellen en direct kan beginnen aan de wederopbouw van het land, terwijl de kans groot is dat je familie en vrienden dood zijn door de ramp, dat vind ik echt sterk. Ikzelf zou mij niet zo snel kunnen herpakken in mijn leven, dat getuigt van een zeer sterke persoonlijkheid in heel het land.
|