Er is minder armoede in de wereld dan gedacht. Dat stelt een onderzoek van de Oeso dat De Standaard kon inkijken. ‘Ons beeld van de werkelijkheid moet worden bijgesteld.’
Voor het eerst is voor 25 landen in acht werelddelen onderzocht hoe goed mensen het hebben, en hoe hun welzijn zich sinds 1820 heeft ontwikkeld. ‘Overal in de wereld is vooruitgang te zien’, aldus de onderzoekers. Ze schrijven ‘over het geheel genomen een behoorlijk positief beeld te hebben van het welzijn in de wereld’. Het Oeso-onderzoek vormt een wetenschappelijke doorbraak omdat een compleet nieuwe rekenmethode wordt gebruikt. Om te kijken hoe goed mensen het hebben, wordt niet gekeken naar inkomen en economische groei, maar wel naar tien indicatoren, uiteenlopend van levensverwachting tot onderwijs en van gezondheid tot veiligheid.
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat het meten van welzijn een positiever beeld oproept dan het meten van inkomens. Landen die nu als de armste ter wereld gelden, zijn puur economisch gezien nauwelijks beter af dan ze in 1820 waren. Maar landen die nu matig scoren op ‘welzijn’, zijn er wél veel beter aan toe dan in 1820: het onderwijs en de levensverwachting zijn bijvoorbeeld stukken verbeterd.
Als voorbeelden noemt onderzoeksleider Jan Luiten van Zanden de continenten Afrika en Latijns-Amerika, waar enorme vooruitgang is geboekt in het onderwijs en het ontwikkelen van stabiele politieke instituten. Dat heeft ervoor gezorgd dat mensen het er steeds beter hebben. De Verenigde Staten daarentegen hebben wel een hoog inkomen per hoofd van de bevolking, maar het welzijn van de Amerikanen wordt ernstig aangetast door de enorme misdaad in het land.
‘De verschillen tussen landen blijken ook veel kleiner dan we tot nu toe dachten’, zegt Luiten van Zanden. ‘Als je alleen kijkt naar het inkomen per hoofd van de bevolking, dan bestaan er enorme verschillen tussen rijke en arme landen. Als je kijkt met onze indicatoren vallen de verschillen juist erg mee.’
De onderzoekers benadrukken dat er nog steeds ongelijkheid is in de wereld. Arm en rijk bestaan nog altijd naast elkaar, vaak ook in schrijnende vormen. ‘Maar ons beeld van de werkelijkheid moet wel worden bijgesteld’, aldus Luiten van Zanden. ‘De ongelijkheid in de wereld is de laatste vijftig jaar redelijk stabiel gebleven. En de laatste tien jaar zien we dat de ongelijkheid tussen landen zelfs aan het afnemen is.’
-------------
Bron: De Standaard, 02/10/2014, 05:00
Weblink
Eigen mening:
De kloof tussen rijk en arm is de laatste jaren een beetje veranderd maar het is nog altijd heel groot. Ze hebben het nu gewoon via een ander perspectief bekeken. Er zal nu eenmaal altijd armoede zijn in onze wereld. Hier kunnen we niets aan veranderen. Als er rijke mensen zijn dan zullen er ook arme mensen zijn. Zo blijft onze wereld in evenwicht.
Er moet wel verandering komen want de verschillen zijn gewoon veel te groot. Iedereen zou zeker basisbehoeften (onderwijs, medische hulp,…) moeten krijgen en dit is nog niet overal.