Enkele post bekijken
  #2  
Oud 27th August 2014, 13:47
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Liever een richtingwijzer dan een hakbijl

Liever een richtingwijzer dan een hakbijl


Of het nu een centrale eindtoets na het lager is, of een toelatingsproef voor het hoger, het draait telkens om hetzelfde, schrijft Ides Nicaise: cijfers zijn nuttig als indicatie, maar ze mogen geen schoolloopbanen amputeren.



Met zijn opiniestuk ‘Waarom zoveel schrik voor de rode balpen?’ (DS 25 augustus) daagt Oeso-onderwijsexpert Dirk Van Damme zijn voormalige UGent-collega Roger Standaert (auteur van het pas verschenen boek De becijferde school) uit. Beiden hebben gelijk: Roger Standaert die waarschuwt voor een cijfercultus, en Dirk van Damme die waarschuwt voor de slechte kwaliteit van soft onderwijs. Hun beider inkt is nog niet droog, of er ontstaat commotie over de centrale toets op het einde van het lager onderwijs, die de nieuwe Vlaamse regering aankondigt (DS 26 augustus) . Eerder al was er discussie over de ‘ijkingsproef’ die er komt voor de toegang tot het hoger onderwijs.

Laten we beginnen met de centrale eindtoets lager onderwijs. Volgens insiders is het niet de bedoeling om die te gebruiken als filter om het getuigschrift uit te delen. Hij zou eerder dienen om de kwaliteit van de scholen te toetsen en na te gaan of de eindtermen behaald zijn.

In principe kunnen we dat alleen maar toejuichen. Vlaanderen kent een van de meest liberale onderwijssystemen ter wereld, met een zeer grote vrijheid van onderwijs en vrije schoolkeuze. Dit heeft belangrijke voordelen (creativiteit, zelfregulering, innovatie, kwaliteit) maar één groot nadeel: een grotere ongelijkheid in onderwijskwaliteit. Centrale toetsen zijn een manier om na te gaan in welke mate alle scholen hun leerlingen tot een gelijk niveau optillen. Als dat doel bereikt zou worden in het basisonderwijs, kan veel ellende voorkomen worden in het secundair.

Het probleem is dat je met zo’n instrument aangeeft of de eindtermen behaald zijn, maar de kwaliteit van scholen niet meet. De kwaliteit van een school meet je immers niet op basis van eindtermen maar in leerwinst. Een school met 100 procent kansarme en allochtone leerlingen in Sint-Jans-Molenbeek start op een lager niveau, en kampt met meer obstakels dan de doorsneeschool. Er bestaan wetenschappelijk verantwoorde manieren om de gemiddelde leerwinst van scholen eerlijk te vergelijken (zie hierboven, red.), maar die kosten meer tijd en middelen dan een ‘simpele’ eindtoets. De onderwijsinspectie hanteert bovendien nog tal van andere criteria om de kwaliteit van scholen te meten, zoals schoolklimaat, welbevinden van leerlingen en leerkrachten, nascholing van leerkrachten, zorg voor leerlingen met beperkingen enzovoort.


Kopje-onder

Ook het debat over de toelatingsproeven in het hoger onderwijs gaat over hoe efficiënt en rechtvaardig toetsen zijn. Het doel is zwakkere studenten uit te filteren, maar gebeurt dat wel correct? We hebben in Vlaanderen een erg ‘meritocratische’ onderwijscultuur: toetsen en cijfers worden alsmaar gebruikt om te beslissen hoeveel de samenleving nog van jou verwacht – en hoeveel ze nog in jou wil investeren. Wie goed presteert, krijgt steeds meer kansen; wie ondermaats presteert, wordt kopje-onder geduwd. Het zit ingebakken in alle onderwijsniveaus: zittenblijven, oriëntering naar de B-klas, B-attesten… het zijn vaak goed bedoelde, maar ‘negatieve’ beslissingen die voor de betrokkenen de lat lager leggen in plaats van hen extra te ondersteunen. Leerlingen raken vaak de moed kwijt of worden wrokkig.

Terecht, want steeds meer onderzoek toont aan dat dergelijke maatregelen geen – of soms averechts – effect hebben. Bovendien gebeuren er bij toetsen ook heel wat fouten – uiteraard bij leerlingen, maar evenzeer bij degenen die toetsen ontwerpen en resultaten beoordelen. Dergelijke fouten gebeuren des te meer bij minderheidsgroepen kansarmen en dat resulteert in (ongewilde) discriminaties.

Dat risico was al langer bekend met de toelatingsproeven hoger onderwijs. Een experiment met niet-bindende toelatingsproeven in de jaren 90 heeft uitgewezen dat die proeven weliswaar de slaagkansen in het hoger onderwijs zouden verhogen: wie slaagde op de toelatingsproef, had gemiddeld een hogere kans om achteraf in het eerste jaar hoger onderwijs te slagen. Maar tegelijk bleek dat ze voor heel wat kandidaten de slaagkansen fout voorspelden: heel wat studenten die gefaald hadden op het toelatingsexamen, bleken aan het eind van het eerste jaar toch te slagen, en omgekeerd: heel wat studenten die geslaagd waren op het toelatingsexamen faalden toch op het einde van het eerste jaar. Het ergste was dat dergelijke foute voorspellingen veel vaker voorkwamen bij allochtone studenten, studenten uit lagere sociale milieus en meisjes. Door dit onderzoek is Vlaamse overheid nooit overgegaan tot veralgemeende toelatingsproeven in het hoger onderwijs.


Verplicht, niet bindend

De ijkingsproef die door de nieuwe Vlaamse regering wordt aangekondigd is wél een voorbeeld van goed gebruik van toetsen. Ze wordt namelijk wel verplicht, maar niet bindend – wat betekent dat de kandidaat-student wel een indicatie krijgt van zijn toekomstige slaagkansen, maar nog steeds zelf de beslissing in handen heeft. De ‘wijze’ student met een tekort op de ijkingsproef zal ofwel afzien van zijn/haar plannen, ofwel zich extra inspannen, schakelcursussen volgen, en hulp zoeken bij het studeren. De ijkingsproef geeft een ‘geïnformeerd advies’ maar wordt geen hakbijl.

Hetzelfde zou idealiter moeten gebeuren met adviezen voor zittenblijven, buitengewoon onderwijs, B-attesten, studieoriëntering – en met de eindtoets lager onderwijs. Cijfers geven nuttige feedback, zowel aan de lerende als aan de onderwijsinstelling en de overheid; maar zijn nooit 100 procent betrouwbaar. Daarom mogen ze nooit leerkansen amputeren.


DS, 27-08-2014 (Ides Nicaise, onderwijsonderzoeker - KU Leuven)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden