16 augustus 1914: Fort Loncin vliegt de lucht in
‘Niemand zal zich overgeven’
Loncin is het enige Luikse fort dat zich niet aan de Duitsers overgeeft. Honderd jaar later blijkt dat er veel minder doden onder het puin liggen dan de vaderlandse mythe wil.
De ravage maakt nog altijd indruk. Loncin is kippenvel, het meest indrukwekkende oorlogsmonument te lande. Het lijkt alsof de tijd is blijven stilstaan. Door de ontploffing is het centraal massief van het fort over zijn hele lengte opengespleten en ingestort. Een veertig ton zware geschutskoepel is als een conservenblikje ondersteboven geland.
15 augustus 1914: om 17.20 uur boort zich een manshoge 420mm-granaat door het metersdikke beton en doet een magazijn met twaalf ton kruit ontvlammen. ‘Dikke Bertha’ schiet niet zo vaak raak, maar het 25ste schot is een voltreffer. De luchtverplaatsing tilt het hele gewelf omhoog. Soldaten worden levend verbrand, hun longen ontploffen, ze worden verpletterd onder tonnen wegende betonblokken.
Acht dagen lang heeft het granaten gehageld op het fort, de laatste uren tot 27 per uur. ‘Nu de andere forten gevallen zijn, komen ze uit alle richtingen tegelijk’, schrijft commandant Victor *Naessens in zijn verslag van de val van Loncin. ‘Het gehuil van de inkomende obussen is verschrikkelijk.’
Bij het begin van de belegering heeft de geboren West-Vlaming zijn garnizoen van meer dan vijfhonderd mannen opgezweept met een heroïsche peptalk: ‘Wij zweren te vechten tot de laatste granaat, de laatste kogel, de laatste man. En niemand zal zich overgeven.’ Maar zo letterlijk zal zelfs hij het niet bedoeld hebben.
Heldenverhaal
Loncin is het enige Luikse fort dat zich nooit aan de Duitsers overgaf. Daar was ook geen tijd voor. ‘Met smart zal Uwe Majesteit vernemen dat het fort gisteren in de lucht gevlogen is en dat het grootste deel van het garnizoen onder de puinhopen is bedolven’, schrijft generaal Leman, de bevelhebber van de vesting Luik als krijgsgevangene naar koning Albert I, nadat hij bewusteloos vanonder het puin van fort Loncin gehaald is. ‘Dat ik bij deze catastrofe niet omgekomen ben, komt omdat mijn escorte me geëvacueerd heeft terwijl ik half verstikt was door het gas. Gaarne had ik mijn leven gegeven, maar sneuvelen was mij niet gegund.’
Na de oorlog werden de gesneuvelden van Loncin gehuldigd met een pompeuze, achttien meter hoge herdenkingszuil, bekroond met bronzen Griekse en Romeinse helden. Opschrift: ‘Aan de helden van Loncin, gestorven voor het vaderland. De puinen van dit fort zijn hun graf.’
Tot vandaag wordt het heldenverhaal op 15 augustus herdacht met een officiële plechtigheid. Het hoogtepunt is een eresaluut met een oud snelvuurkanon om 17.20 uur stipt. Veel volk komt er niet op af. De site ontvangt hooguit 5.000 bezoekers per jaar.
Begraafplaats
Loncin is niet zomaar een monument, het is ook een nationale begraafplaats. Onder het stukgeschoten beton zouden nog altijd 250 doden liggen, meldt een gedenksteen. In 2008 groef de ontmijningsdienst Dovo bij een sanering van de ondergrond 25 lijken van gesneuvelden op. Het was de meest recente vondst van Belgische gesneuvelden van de Grote Oorlog. Ze werden herbegraven in de crypte van het fort naast 43 andere, veelal onbekende doden.
Generaal Gérard Leman schatte meteen na de explosie het aantal doden van Loncin op minstens 350. Twee man op de drie dus. Geschiedschrijvers hebben dat cijfer nadien kritiekloos herkauwd. Ook al waren er geen officiële dodenlijsten. Een gedenkplaat aan de toegang van het fort vermeldt alleen de 532 leden van het garnizoen in augustus 1914, maar op de grote erezuil zijn tegen de gewoonte in helemaal geen namen van gesneuvelden te lezen. Er is alleen een cameo van commandant Naessens te zien.
‘Men was in de naoorlogse chaos niet in staat een officiële lijst van gesneuvelden op te maken’, zegt Fernand Moxhet, de voorzitter van het plaatselijke Front de Sauvegarde. ‘Men had allicht ook dringender zaken te doen. Het dodental is een grove schatting.’
In zijn jongste publicatie spreekt het Front nu plots van 350 slachtoffers, doden én gewonden samen dus. ‘En vermoedelijk liggen er nog zo’n 150 gesneuvelden onder het puin’, schat Moxhet. Onderzoekers zoals de Vlaamse adjudant Willem Segers, die zelf geregeld in Loncin gidst, komen bij een nog veel lager cijfer uit. ‘Van het garnizoen van Loncin kwamen hooguit 144 soldaten om’, besluit hij na tien jaar naarstig uitvlooien van tienduizenden archiefstukken. ‘Vermoedelijk liggen er daar nog altijd 37 van onder het puin.’
Het is toch een klap voor de vaderlandse mythe van de trotse strijders, die zoals de Spartanen weleer in Thermopylae tot de dood bleven vechten tegen een verpletterende overmacht. Driekwart van het garnizoen van Loncin heeft Dikke Bertha overleefd, zo blijkt. Al maakt dat de verschrikking van de explosie er uiteraard niet minder op.
DS, 16-08-2014 (Gilbert Roox)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|