‘Dat is wat de islam voor je doet’
‘Dat is wat de islam voor je doet’
De tot de islam bekeerde Harris Cimpaka-Kapeta (24), gedeserteerd infanterist uit het Belgisch leger, ligt zwaargewond in een ziekenhuis aan de grens van Turkije met Syrië. De vader van de Syriëstrijder maakt zich op om hem te gaan halen. ‘Met tegenzin, ook al is hij mijn eigen vlees en bloed.’
‘Op 20 februari 2011 ben ik naar de lokale politie gestapt hier in Sint-Pieters-Leeuw. “Mijn zonen gaan om met de taliban”, heb ik gezegd. Ze willen niet meer luisteren naar mij. Kan u daar alstublieft iets aan doen?” “We kunnen niets voor u doen, meneer, ze zijn meerderjarig”, was het antwoord. Daarmee was de kous af. Vanaf dan was het nog maar een kwestie van tijd tot het slecht zou aflopen.’
En slecht liep het inderdaad af. Harris, een van de twee tot de islam bekeerde zonen van Roger Cimpaka-Kapeta (51), ligt al sinds maart zwaargewond in een ziekenhuis aan de Turks-Syrische grens.
Roger, met zijn derde zoon Yannick aan zijn zijde, klinkt bitter in het huis van de familie in Ruisbroek (Sint-Pieters-Leeuw). ‘Voor die mannen van Isis zal Harris wel een cadeau uit de hemel zijn geweest toen hij daar in december 2013 opdook. Een perfect opgeleide stormfuselier uit de kazerne van Marche-en-Famenne die vanaf 500 meter met zijn geweer een doelwit kan raken. Dat is wat anders dan het klassieke kanonnenvlees dat vanuit België naar daar vertrekt. Nu ik weet dat hij in Turkije zit, zullen we hem gaan halen. Maar het is met tegenzin, ook al is hij mijn eigen vlees en bloed. Als ik hem terugbreng, zullen ze hem in België in de gevangenis zetten. Dat is niet meer dan normaal. Tot zijn zotte ideeën uit zijn hoofd zijn.’
Roger is streng voor zijn zoon. ‘“Zie je nu wel, Harris”, zal ik zeggen. “Kijk naar uw gekwetste benen en prent het goed in je hoofd. Misschien blijf je voor altijd gehandicapt. Dat is wat de islam voor jou heeft gedaan.” Het zijn ook niet zijn mooie moslimbroeders die hem in Turkije zullen gaan halen. Maar wij, zijn familie van ongelovigen. Hoe we dat allemaal gaan betalen, weet ik nog niet.’
Wat Harris de voorbije maanden in Syrië exact heeft gedaan, weet niemand. Contact met zijn vrienden had hij de voorbije maanden niet meer, behalve allicht met zijn oudere broer Joris en met zijn extremistische kompanen.
Volgens zijn familie is Harris al vele maanden van de sociale media verdwenen. Hij is van het discrete type. Hij is niet zoals die Antwerpse Sharia4Belgium-jongens die stoere filmpjes op Youtube en Facebook hebben gepost. Hij is maandenlang onder de radar gebleven.
Congolees
Roger Cimpaka-Kapeta heeft de stadia van de radicalisering van zijn twee oudste zonen opgeschreven in zijn notitieboek. Hoe Joris (25) en Harris (24) van goede leerlingen op gerespecteerde Brusselse scholen radicale islamieten zijn geworden, zonder dat hij en zijn vrouw hen hebben kunnen tegenhouden.
‘Dat heeft me heel veel pijn gedaan. Ik ben Congolees en christen. In 1993 ben ik van Congo naar België gekomen. In 1997 heb ik hier een universitair diploma gehaald. Sindsdien werk ik als informaticus bij een groot bedrijf in Brussel. Joris en Harris waren al geboren toen ik naar België kwam. Het zijn kinderen uit twee verschillende relaties die ik in Congo had. Ze waren acht en zeven toen ze naar België kwamen om bij mij te wonen. De moeder van Harris is gestorven toen hij 9 maanden oud was. Die van Joris woont in Canada.’
In België trouwde Roger met een autochtone Belgische vrouw. Ze kregen samen nog twee zonen. Het gezin leeft al jaren met hun vier kinderen in Ruisbroek.
‘Joris en Harris gingen eerst in Vorst naar school, maar ze hadden daar te veel slechte vrienden naar mijn zin. Joris is dan naar het Catteau-atheneum (gereputeerde school vlakbij het Brusselse justitiepaleis, red.) gegaan. In het derde middelbaar werd hij onhandelbaar en is hij naar een andere school in Ukkel getrokken.’
Polsstokspringen
‘Uiteindelijk heeft hij zijn diploma gehaald en is hij naar het hoger onderwijs gegaan. Eerst naar de ULB om wiskunde te studeren, daarna naar een hogeschool voor industrieel ingenieur. Daar studeert hij nu nog. Harris was anders. Een brave jongen. Geen rebel. Hij wilde na het middelbaar meteen naar het leger. Hij deed graag aan sport: atletiek en polsstokspringen. Het leger leek hem wel wat.’
‘In 2010 werd mijn echtgenote een tijdlang opgenomen in het ziekenhuis. Joris was toen al moslim. Mijn vrouw en zijn broers wisten dat blijkbaar al een tijdje, maar ik niet. Ze hadden het me niet gezegd omdat ze wisten hoe ik zou reageren. Maar toen mijn vrouw ziek was, moest ik het huishouden doen. Toen pas werd het me duidelijk hoe het zat met Joris. Hij wilde het vlees niet meer eten dat ik op tafel zette. “Ge zijt toch geen moslim?”, vroeg ik. “Jawel”, zei hij.
‘Ik herinner me nog de discussie. Hij zei dat 9/11 een uitvindsel van de Amerikanen was. Dat ik niet moest geloven wat ze daar op tv over zeiden. Hij wilde voortaan ook Ismael genoemd worden. Ik wist niet waar ik het had. “Jongen toch, ze gaan er nog voor zorgen dat je jezelf laat ontploffen”, zei ik.’
Maar vader Cimpaka-Kapeta moest zich wel neerleggen bij de bekering van zijn oudste zoon. Een bekering waar trouwens ook goeie kanten aan waren. ‘Hij was kalm, rookte geen joints meer en was geen straatboefje meer. Dat was ergens een geruststelling. De rest pakten we er dan maar bij.’
Michael Jackson
Die rest was nochtans niet niks. Joris tikte zijn familieleden op de vingers als ze naar muziek luisterden. Michael Jackson mocht niet meer. De tv mocht ook niet meer. Hij wilde zijn nichtjes niet meer kussen op familiefeestjes.
‘Soms toen ik thuis kwam, zaten zijn salafistische vrienden met hun lange baarden hier. Die gooide ik buiten. Joris wilde ook geen vakantiewerk meer doen. Vroeger ging hij in de Brico vlakbij iets bijverdienen in de vakantie. Nu zat hij heel de zomer door de Koran te lezen en Arabisch te leren.’
‘Ik heb het allemaal gepikt. Het enige wat ik tegen hem heb gezegd, was dat hij mijn andere kinderen gerust moest laten met zijn islam. Maar toen bleek na een tijdje dat hij Harris ook had meegesleurd in zijn waanzin. Ik had gezien dat die op de computer naar extremistische sites had gesurft.’
‘Toen heb ik ze allebei buitengezet. Ik moest wel. Ik heb nog twee andere kinderen.’
Joris en Harris, die zich ondertussen Ibrahim liet noemen, zijn gaan samenwonen in een appartement in Vorst. ‘Dichtbij de moskee waar ze vrijwilligerswerk deden en waar ook die andere radicalen kwamen die hen hebben beïnvloed.’
Introvert
Ook een van Rogers andere kinderen, Yannick, heeft zijn broers zien radicaliseren. ‘Joris heeft het moeilijk gehad in zijn jeugd. Hij was altijd kwaad en ontevreden. Volgens mij is hij bij de islam terechtgekomen als resultaat van een zoektocht naar zichzelf. Harris was manipuleerbaar. Joris was de baas. Harris luisterde naar hem. Zelf is Harris een stille jongen waar je moeilijk vat op kunt krijgen. Hij is zeer introvert. Maar het is wel iemand die een doel nodig heeft. Toen hij bij het leger ging, was dat met de bedoeling het land te verdedigen. Hij was daar echt enthousiast over.’
Vader Roger is bozer op Joris dan op Harris. ‘Joris zit niet in Syrië. Hij zit op zijn appartementje in Vorst de Koran te lezen en te studeren als het hem uitkomt. Toen ik hem uit het huis zette, heeft hij een klacht tegen mij ingediend omdat hij wilde dat ik zijn studies bleef betalen. Zo vroom is hij dan wel. En de Belgische staat heeft hem dan nog gelijk gegeven ook.’
‘En dus betaal ik nu de studies van mijn ene zoon die ervoor heeft gezorgd dat mijn andere in Turkije in het ziekenhuis ligt en misschien zijn been moet laten amputeren. Zo werkt het in dit land waar kinderen alle rechten hebben. In Afrika gaat dat zo niet. Daar gaan de nonkels de kinderen straffen die op het slechte pad raken. Hier krijgen ze geld van het OCMW en klagen ze hun ouders aan.’
Scherpschutter
Harris Cimpaka-Kapeta was beroepsmilitair bij de infanterie in Marche-en-Famenne van augustus 2010 tot augustus 2011. Hij deed de harde opleiding als stormfuselier, leerde omgaan met wapens en kreeg les tactiek. ‘Mijn zoon was een expert schutter’, zegt Roger, maar dat wilde of kon Defensie niet bevestigen aan De Standaard.
Sinds augustus 2011 is Harris officieel een deserteur. Toen kwam hij niet meer opdagen in de kazerne. Vroeger werden deserteurs geseind voor opsporing. Tegenwoordig wordt gewoon hun contract ontbonden.
‘Ik heb nooit geweten dat hij deserteur was’, zegt vader Roger. ‘Wat ik wel weet is dat hij in oktober 2011 vertrokken is naar Congo. Daar is hij mijn broer gaan bezoeken in Kinshasa. Daarna een oom in Goma. Maar daarna is hij bijna een jaar lang verdwenen van de aardbol. Ik denk dat hij geprobeerd heeft vanuit Congo naar Somalië te gaan om daar bij Al-Shabaab te vechten. Dat is wat de federale politie mij heeft verteld. In die periode zijn die vaak hier geweest met vragen over Harris. En iedere keer dat ik iets te weten kwam over Harris ben ik het gaan melden aan de politie.’
‘Ik weet niet of het Harris ooit gelukt is om in Somalië te raken. Hij heeft daar nooit iets tegen ons over gezegd. Het enige wat ik zeker weet, is dat hij in oktober 2012 terug in Kinshasa stond bij mijn broer. Die heeft hem geld gegeven om terug te keren naar huis.’
Aan zijn vader vertelde Harris toen dat hij zijn les had geleerd. ‘Hij zei dat hij weer bij het leger mocht gaan werken (volgens Defensie klopt dat niet, red.). Ik begreep niet dat ze dat toelieten, maar natuurlijk was ik blij.’
‘De federale politie heeft Harris en Joris in oktober 2012 opgepakt na zijn Congo- of Somaliëreis. Er zijn toen ook een aantal ronselaars opgepakt. Maar mijn zonen kwamen weer vrij. Een jaar later is Harris opnieuw vertrokken. Sindsdien hebben we niks meer van hem gehoord. Toen Yannick Joris toevallig tegenkwam in het Zuidstation in Brussel, zei die dat Harris naar Turkije was om er een winkeltje te beginnen. Gelogen natuurlijk. Dat had ik wel geraden. Natuurlijk was hij naar Syrië.’
DS, 21-06-2014 (Mark E*ckhaut)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|