Moest iemand zich nog de laatste "International Days" te Thomas More Vorselaar herinneren zou er bij volgende naam eventueel een lichtje branden: Kay O'Sullivan.
Een Ierse professor die samen met een team onderzoek heeft gedaan naar de al dan niet aanwezige voordelen van het luisteren naar muziek. Ze kwamen tot een aantal conclusies die ze samenvatten in de term: "The Mozart effect".
De conclusies komen voort uit een serie van verschillende onderzoeken op een variërend aantal proefpersonen (van 36 tot meer dan 8.000!)
Kort samengevat zijn er een aantal principes:
- De "groundrule" of absolute basis is, vooraleer er sprake kan zijn in enige cognitieve verbetering: Als de persoon in kwestie is afgeleid door enige vorm van muziek zal muziek tijdens cognitieve activiteiten ook geen verbetering brengen in die activiteit.
- De muziek die men verdraagt tijdens een cognitieve activiteit en
inderdaad enige verbetering brengt is in de meeste gevallen de muziek die men als aangenaam beschouwd en niet per se klassieke muziek.
- Niet alleen het studeren kan bevorderd worden door het beluisteren van muziek, als men tijdens het autorijden luistert naar rustige en aangename muziek resulteert dit in een verbetering van het rijgedrag van de bestuurder.
Dit zwaard snijdt aan twee kanten. Indien men naar muziek luistert die men niet aangenaam vindt zal dat een effect hebben op enige vorm van studeren en zelfs het rijgedrag van de bestuurder.
Voor diegenen met interesse in het onderzoek:
http://icep.ie/wp-content/uploads/2010/01/OSullivan.pdf
Voor mij persoonlijk is muziek een dooddoener tijdens het studeren en ik betwijfel dat enige klassieke muziek of welk genre dan ook dit kan verbeteren.