Co-ouderschap kan de allerkleinsten schaden
Co-ouderschap kan allerkleinsten schaden
De ene week bij mama, de andere week bij papa: co-ouderschap kan de ontwikkeling van onze allerkleinsten schaden, zo alarmeren kinderpsychiaters en -psychologen. "Sinds de weekregeling de norm is, zien we meer kinderen exploderen en imploderen", zegt psychotherapeute Lut Celie.
Een vader die een weekregeling eist voor zijn baby die nog borstvoeding krijgt. Kinderen die de ene week naar de ene psycholoog gaan, en de volgende week naar de andere. "Gescheiden ouders die op voet van oorlog leven, drijven het ver", vertelt Lut Celie, therapeute in psychotherapiecentrum De Bleekweide. "Ze steken massa's energie in hun gevecht om het co-ouderschap. Energie die ze beter in het ouderschap zouden stoppen. Het kind wordt een pion, als inzet in de strijd om de ander schaakmat te zetten."
Als gescheiden ouders niet tot een akkoord komen, dan is het de rechter die over de verblijfsregeling van de kinderen beslist. Sinds 2006 kijkt die vooral naar co-ouderschap, met een gelijkmatig verdeeld verblijf. Experts doen nu een oproep om die wet aan te passen. Want de ene week onder moeders paraplu en de volgende week onder papa's vleugels kan de ontwikkeling schaden, waarschuwen zij. En dat allemaal omdat we één vraag over het hoofd ziet: kan het kind dit wel aan?
Opkroppen
"Een weekregeling is wel prettig voor de ouders zelf, maar het vraagt ontzettend veel van de allerkleinsten", vindt Hilde Seys, kinderpsychologe in het Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk en bestuurslid van de World Association for Infant Mental Health. "Hoelang is vijf dagen? Wat betekent 'nog vier nachtjes slapen'? Daar hebben kinderen onder de zes jaar geen flauw idee van. Dat begrip van weken en weekends is er nog niet. Bovendien houden ze van ritme. Die voortdurende switch van ouder kan belastend zijn. De allerjongsten reageren vooral lichamelijk op die spanning: ze eten en verteren moeilijk, slapen slechter in en door, vertonen meer verlatingsangst, gaan voorzichtiger op verkenning. Je hebt baby's die hun vuistjes ballen en zich dreigen af te sluiten van de wereld, terwijl ze die net moeten ontdekken."
Veel ouders verliezen het belang van hun kind uit het oog, pikt de Antwerpse jeugdrechter Christian Denoyelle in. "Wij zien natuurlijk alleen de ouders die het niet met elkaar eens raken. Alvorens we dan het co-ouderschap opleggen, streven we toch naar familiale bemiddeling, zodat ze zelf kunnen overleggen. Want ook dat is belangrijk voor het welzijn van het kind: dat het geruzie vermindert, dat mama en papa tot een consensus komen. Maar soms denk je: laat de ouders maar eens iedere week verhuizen, terwijl het kind in dezelfde woning blijft. Dan zouden ze eens zien hoe lastig het is."
Gaat de woede tussen de co-ouders niet liggen, stuur ze dan verplicht op coaching of therapie, gaat Lut Celie nog een stapje verder. "Verplicht hen om hun ouderschap opnieuw op te nemen, ook als het partnerschap mislukt is. Maak duidelijk: oké, jullie zijn kwaad op mekaar, maar jullie blijven wel ouder. Stop die schizofrene situatie voor de kinderen. Zij moeten terug naar een veilige haven, ook al is het een nest op twee plaatsen."
Sinds de wet van 2006, die het co-ouderschap promoot, ziet ze meer "signaalkinderen" dan ooit, gaat Celie verder. "Kinderen die exploderen of net imploderen. Sommigen hebben woedeaanvallen, anderen keren zich helemaal in zichzelf. Hun hoofd zit vol: ze kroppen van alles op, passen zich aan, maar kunnen zich niet uiten."
Flexibel
Als nochtans íéts moet primeren, dan wel de zorg voor het kind, beaamt psychiater Dirk De Wachter (KU Leuven), gespecialiseerd in gezinstherapie. "Nu relaties zo fluïde worden, moeten we ook verplicht beginnen nadenken over hoe we het ouderschap aanpakken. Nu zijn er 'signaalkinderen'. Maar vroeger werden die signalen misschien niet eens opgemerkt, omdat de ouders getrouwd waren en geen problemen zagen."
Co-ouderschap is volgens De Wachter een zegen noch een vloek. "Wel moet de regeling flexibel zijn, met grote inspraak van de kinderen zelf."
Iets waar ook de World Association for Infant Mental Health achter staat: een regeling op maat van het kind, met herevaluatie. "Nu blijft de verblijfsregeling dikwijls bij het oude omdat ze zekerheid geeft voor de ouders", vertelt Hilde Seys. "Ouders gaan er ook van uit dat het een vorm van zekerheid is voor hun kind. Maar voor het zesde levensjaar ontwikkelt dat kind enorm. Dat is een bijzonder gevoelige periode waarin heel veel mis kan lopen. Al moeten we positief blijven: kinderen hebben in deze periode ook een enorm herstelvermogen. Voor ons, hulpverleners, is dat cruciaal." .
Bron: De Morgen, dinsdag 2014/04/22
Mening
Ik denk dat een echtscheiding de kinderen altijd schaadt. Het is toch opmerkelijk dat wanneer een kind zo jong is dat een echtscheiding dan al een grote invloed kan uitoefenen op het kind. Ik denk wel dat een echtscheiding nooit makkelijk is voor kinderen en er altijd 'problemen' zullen zijn voor de kinderen. Ik doe mijn paper nu over de invloed van echtscheiding bij kinderen tussen 12 en 15 jaar. Bij deze leeftijd merk je dat een echtscheiding ook voor vele problemen kan zorgen. Ik snap dat het voor de ouders een geruststelling is dat ze hun kind beide week om week opvoeden, maar voor het kind is er geen houvast. Voor het kind is het een sleur van de ene naar de andere ouder. Ik wil hiermee niet zeggen dat ik tegen co-ouderschap ben, maar opgevoed worden door 1 ouder zorgt, naar mijn mening, voor een betere ontwikkeling van het kind.
|