Moeder, in welke eeuw leven wij?
Moeder, in welke eeuw leven wij?
Er is niets mis met vooruitgangsgeloof, tenzij het volhardt in hardnekkige naïviteit. De ons omringende wereld – en wijzelf – is veel meer in negentiende-eeuwse concepten blijven steken dan we graag toegeven. En de storm die dat veroorzaakt zal volgens Bas Heijne niet meer gaan liggen.
Begin vorige maand oogstte de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry hoon toen hij Poetins annexatie van de Krim als een jammerlijke terugval bestempelde. Kerry: ‘Je valt niet zomaar uit eigenbelang onder valse voorwendselen een land binnen. Dat is gedrag uit de 19de eeuw in de 21ste eeuw.’ Hij keek erbij alsof hij een mokerslag uitdeelde.
Haha. En Irak dan – raasde het door de sociale media – was dat geen imperialisme soms? Die Amerikanen, dat zelfgenoegzame Westen – altijd die morele superioriteit, blind voor eigen zonden. Maar de bezetting van Irak had met de negentiende eeuw niet veel te maken: een mengeling van neoconservatieve dromen van een unilaterale wereld en het geperverteerde humanisme van idealisten die dachten dat je geloof in democratie kon afdwingen door de loop van een geweer. Het debacle in Irak werd juist veroorzaakt door mensen die waren vergeten hoe negentiende-eeuws de moderne wereld eigenlijk nog is – zodat men oprecht verrast was dat veel Irakezen na het verwijderen van Saddam Hoessein niet spontaan in democratische modelburgers veranderden, maar terugvielen in atavistische loyaliteiten. God en de groep.
Wij, wereldburgers
Als de recente geschiedenis ergens door gekenmerkt wordt, is het dat: de negentiende eeuw die zich onverwacht en tot verbazing van velen doet gelden in de eenentwintigste. Globalisering heeft ervoor gezorgd dat iedereen op de hele wereld met elkaar verknoopt raakt: we zijn allemaal wereldburgers, ook degenen die het nog niet weten. De vijanden van de toekomst zouden globale vijanden moeten zijn – armoede, ongelijkheid, discriminatie. Religie mag, maar wel als privézaak graag en niet te extreem – sowieso moet iedereen in de gelegenheid gesteld worden zijn wereld naar eigen inzicht in te richten. Iedereen is individu en groepen worden alleen erkend als ze onderdrukt worden.
Zeker, er vallen mensen buiten de boot, maar daar is een mooi woord voor: Modernisierungsverlierer. Die boze, ongelukkige mensen moeten geholpen worden, dan zien ze vanzelf wel dat het met de wereld de goede kant opgaat.
Emoties die niet in dit plaatje passen – zoals de atavistische volkerenhaat die oplaaide tijdens de burgeroorlog in voormalige Joegoslavië en later de bloederige religieuze twisten in Irak en in Syrië – werden in eerste instantie beschouwd als een eigenaardige aberratie. Dat was niet de kant die we geacht werden op te gaan. Religieuze en etnische conflicten, blind nationalisme in een modern jasje, door de staat en religieuze leiders gesanctioneerde agressie tegen vreemdelingen en homo’s, stammen- en groepsdenken: het is allemaal zo akelig regressief, zo lachwekkend negentiende-eeuws, dat het wel tijdelijk moet zijn.
Je hoorde het ook steeds naar aanleiding van de westerse protesten tegen de Russische anti-homowet – ze zijn nog niet zover als wij, laten we niet vergeten hoe het hier vroeger was, over dertig jaar, je zult het zien, ziet Rusland er heel anders uit. Die wet was een welbewuste stap achteruit, de Russische homo blijkt de kanarie in de mijn, maar men is hier zo doordrongen van een naïef vooruitgangsgeloof, dat men niet kan geloven dat het het begin van iets ergers is.
Want wie wil er nu negentiende-eeuws zijn in een eenentwintigste-eeuwse wereld? Wie wil er nu niet bij de partij van de vooruitgang behoren?
Meer dan exotische ontsporingen
Ik verbaas me over de verbazing. Het populisme in West-Europa is onbeschaamd nationalistisch, het Turkse nationalisme is dictatoriaal geworden, de jonge jihadisten zijn negentiende-eeuws suïcidaal, hun hoofden vol religieus extremisme en verdwaasde romantiek. Het Midden-Oostenconflict krijgt gaandeweg steeds meer de trekken van negentiende-eeuwse stammenstrijd. Niemand gelooft meer echt in een uitweg.
Identiteit, geloof, volk, vlag, natie, traditie, geschiedenis, groepsloyaliteit, simplistische vijandbeelden, dromen van glorieuze volkeren en naties – het is tijd te erkennen dat het niet gaat om exotische ontsporingen die eigenlijk in een andere eeuw thuis horen. Ze zijn angstwekkend van deze tijd.
Deze storm gaat niet meer liggen.
Voor mensen als Kerry loopt Poetin met zijn negentiende-eeuwse landjepik hopeloos achter, maar voor veel mensen, niet alleen in Rusland, is hij zijn tijd juist vooruit. In Russian Thinkers schrijft de Lets-Britse filosoof Isaiah Berlin over de neiging van Russische radicalen om hun overtuiging, hoe onmogelijk en fataal ook, tot de uiterste consequentie door te voeren. ‘Des te moeilijker, tegenstrijdiger en onverteerbaarder een conclusie is, des te hartstochtelijker en enthousiaster deze, door sommige Russen althans, omarmd wordt.’ Terugkrabbelen is geen optie, het zou een bewijs van morele zwakte zijn. Berlin schrijft over radicale dromers in de negentiende en twintigste eeuw. Het zijn woorden voor vandaag.
Bas Heijne, schrijver en journalist bij NRC Handelsblad
DS, 17-04-2014
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|