Met de grootschalige herdenking van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) in het vooruitzicht, blijft de Vlaamse regering ijveren om de frontlijn van WO I te laten erkennen als Unesco Werelderfgoed.µ
Vlaams minister-president Kris Peeters hoopt de erkenning tegen de zomer van 2016 binnen te hebben, zei hij zaterdag in Londen. Peeters was in Londen aanwezig bij een ceremonie bij Wellington Barracks, waar de eerste WOI-herdenkingstuin wordt ingericht met 70 zandzakjes met grond uit evenveel Britse oorlogsbegraafplaatsen in West-Vlaanderen.
'Duidelijke boodschap'
"De erkenning van de gehele frontlijn als werelderfgoed zou een duidelijke boodschap zijn dat we nooit zullen vergeten wat bijna 100 jaar geleden plaatsvond", zei Peeters in een speech. Voor de aanvraag, waarover al jaren wordt gesproken, wordt samengewerkt met onder meer Frankrijk.
Peeters laat ook een muzikale compositie maken naar aanleiding van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Daarvoor zijn drie Vlaamse artiesten aangeschreven: klassiek componist Dirk Brossé, jazzpianist Jef Neve en popartiest Frederik Sioen. Hun werk wordt tegen volgende zomer verwacht. "Het gaat om een unieke opdracht, die drie genres zal samenbrengen", aldus Peeters. Over de Vlaamse grond die zal worden verwerkt in de herdenkingstuin nabij Buckingham Palace, zei Peeters dat die "de thuiskomst symboliseert van de zonen van Groot-Brittannië die niet terugkeerden van Flanders Fields".
Herdenkingstuin
De zeventig zandzakjes kwamen vrijdag met het Belgische fregat Louise Marie aan in Londen. Na een optocht langs onder meer Tower Bridge en Buckingham Palace kwamen ze aan bij Wellington Barracks, waar de herdenkingstuin wordt ingericht. "Met dit project willen we iedereen eren die vocht en stierf tijdens de oorlog", aldus Peeters. "De tuin geldt tegelijkertijd als blijvend symbool van hoop, vrede, en verzoening." De Vlaamse regering voert gesprekken om soortgelijke herdenkingstuinen in te richten in Frankrijk, Nieuw-Zeeland, Canada en ook Duitsland.
Toerisme in Vlaanderen
Begin november opende Vlaams minister Bourgeois een nieuwe beursstand van Toerisme Vlaanderen op de vakbeurs World Travel Market (WTM) in Londen. Het was daarbij de bedoeling Vlaanderen - in het kader van '100 jaar Groote Oorlog' - als toeristische trekpleister te promoten bij de Britten. "Aangezien de Angelsaksische wereld net de belangrijkste buitenlandse doelgroep vormt voor de herdenking van 100 jaar Groote Oorlog, is het strategisch erg interessant dat Toerisme Vlaanderen dit en volgend jaar heel wat promotie-instrumenten op WTM zal kunnen inzetten", aldus Bourgeois. (Belga/KW/BO)
Bron :
www.knack.be
Mening : De Eerste Wereldoorlog is een tragische periode uit de geschiedenis die voor ons een ver-van-mijn-bedshow is. We horen verhalen, we zien films, we bekijken foto's maar nooit zullen we 100 procent kunnen begrijpen wat er 100 jaar geleden plaatsvond in onze contreien. Desondanks blijft het belangrijk dat we deze periode herdenken en in het bijzonder de mensen die ten strijde trokken en nooit meer terugkeerden. Ik vind het dan ook zeker en vast een goede zaak dat de Vlaamse regering de frontlijn wil laten erkennen als Werelderfgoed. Toch stel ik me soms de vraag of het doel van deze erkenning niet wordt overschaduwd door het toerisme in Vlaanderen dat hier baat bij heeft. Ligt de graad van commercialisering niet te hoog ?