Een hart onder de riem voor de Vlaamse leerkrachten: eigenlijk is hun niveau nog zo slecht niet. Toch niet als je het vergelijkt met andere landen. Wereldwijd staan ze op de derde plaats.
Ondermaats en zorgwekkend. Zo werd het niveau van de lerarenopleidingen begin oktober genoemd, na een striemend rapport van de UGent en de VUB. Maar uit recente cijfers van de Oeso (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) blijkt het tegenovergestelde. In vergelijking met hun collega’s uit de hele wereld staan de Vlaamse leerkrachten op de derde plaats. Enkel Japan en Finland scoren beter; Nederland (6de), Frankrijk (11de) en vooral Engeland (16de) doen het minder goed.
De statistieken zijn gebaseerd op de ‘gecijferdheid’ (het wiskundeniveau dus) van onze leerkrachten. ‘Voor geletterdheid scoort Vlaanderen even goed’, verzekert Dirk Van Damme, hoofd van het Centrum voor Onderwijsonderzoek bij de Oeso. ‘Dat is op zich dus goed nieuws. Over het absolute niveau van de Vlaamse leerkrachten moeten we ons nog geen zorgen maken. Ze kennen hun vak vrij goed.’
Maar dat wil niet zeggen dat er geen probleem is, zegt Van Damme. ‘Het rapport uit oktober was juist: Vlaanderen heeft wel degelijk redenen om zich zorgen te maken. Ten eerste scoren de opleidingen vooral slecht op pedagogie, maar dat drukken de Oeso-cijfers niet uit. Ten tweede moet men werken aan het maatschappelijk aanzien. Ook al scoren de Vlaamse leraren internationaal goed, ze zijn in eigen land niet de besten van de klas. Ze scoren daar zelfs lager dan het gemiddelde van de hoog opgeleiden.’
Kortom: de echte bollebozen willen zelden nog leraar worden, en dat is op termijn een probleem. ‘Als de maatschappelijke waardering daalt, daalt het aantal leerkrachten’, zegt Van Damme. ‘En om dat tekort op te vangen, haalt men het niveau van de opleidingen omlaag. Zo komt Vlaanderen in een negatieve spiraal.’
Selectieproef
Ook andere Europese landen kampen met dat probleem, maar er zijn voorbeelden om het tij te keren. In Finland bijvoorbeeld genieten leraren hetzelfde aanzien als ingenieurs, en is er een overaanbod. In Engeland voerde men jaren geleden een selectieproef in, en dat zorgde voor een boost in de lerarenopleidingen.
‘De Vlaamse regering is bang om een proef in te voeren bij de opleiding, uit vrees dat er dan minder inschrijvingen zijn’, zegt Van Damme. ‘Maar de praktijk in andere landen wijst uit dat het anders loopt: hoe selectiever een opleiding, hoe aantrekkelijker ze is. En hoe beter de toekomstige leerkrachten zijn.’
Bron:
www.destandaard.be, Dinsdag 26 november 2013
URL:
http://www.standaard.be/cnt/dmf20131125_00856735
Mening:
Het is heel positief dat de leerkrachten op internationaal niveau goed scoren. Dit wil toch al iets zeggen over het niveau van onze leerkrachten. Waar ik wel van ben geschrokken, is dat het verschil zo groot is tussen het niveau dat we internationaal bereiken en het niveau in eigen land. Het niveau is volgens vele gedaald, doordat men een tekort heeft aan leraren. Ik ben niet echt een voorstander om een selectieproef in te voeren. Dit schrik veel mensen af. Stel dat mensen een droom hebben om leerkracht te worden en ze zijn volgens de selectieproef niet "slim" genoeg, dan valt hun droom in het water. Er zijn veel mensen die geschikt zijn om voor de klas te staan. Iedereen op zijn eigen manier. Ik begrijp wel dat een selectieproef het niveau kan hoger leggen. Hierdoor kan het beroep meer aantrekkelijker gemaakt worden voor hoger geschoolde mensen.