Vandaag om 06:30 door Tom Ysebaert
De school kan meer doen tegen de radicalisering van jongeren dan alle veiligheidsdiensten samen. Die boodschap geeft Marion van San woensdag in De Standaard mee aan leerkrachten islamitische godsdienst.
Leerkrachten moeten meer een tegenwicht vormen voor radicaliserende jongeren, van wie er een honderdtal in Syrië gaan meevechten. Dat zei Marion van San gisteren op een studiedag voor leerkrachten islamitische godsdienst in Brussel. Het onderzoek van de bekende Belgische criminologe en sociologe speelt zich veelal in Nederland af, maar de bevindingen zijn volgens haar vergelijkbaar met die in Vlaanderen.
Door zo'n tweehonderd jongeren te volgen op Facebook, kan van San weerleggen dat het vooral om kansarme jongens gaat. Er zitten net zo goed universiteitsstudenten bij en ook meisjes laten zich niet onbetuigd. 'Wij, jullie zusters, willen jullie zien in de frontlinie', postte er een.
De sociologe ziet de boodschappen ook almaar explicieter worden. Foto's van zichzelf met wapens zijn normaal.
Pedagogisch probleem
Radicalisering van jongeren is meer een pedagogisch dan een veiligheidsprobleem, vindt van San. Leerkrachten krijgen met deze jongeren te maken op het einde van het secundair, terwijl radicalisme ontstaat in de adolescentie. Tijdens die periode koesteren ze radicalere ideeën en zetten ze zich af tegen hun gematigdere ouders.
Ook het effect van 'zero to hero' speelt een rol. Deze jongeren betekenen pas iets als ze als held worden bewierookt op sites. 'Radicalisme levert iets op', maar het is 'ongelofelijk moeilijk om dit proces te doorbreken', aldus van San.
Tips voor leraren
Van San formuleert dan ook enkele tips voor leraren: 'Spreek hen aan op hun idealisme, het is een aankopingspunt voor dialoog.' Verder kan de leraar iemand uitnodigen in de klas die gekapt heeft met het radicalisme en moet hij er zeker voor zorgen dat hij voldoende kennis in huis heeft om de discussie aan te gaan.
'Jullie zijn belangrijk. Een radicaliseringsambtenaar is goed, maar het mag geen bureaucraat worden. Julie staan in het veld.'
Bron: De Standaard:
http://www.standaard.be/cnt/dmf20131112_067
(geraadpleegd op 13/11/2013)
Mening: Ik denk dat het als godsdienstleerkracht een heel moeilijke opgave is om over dit onderwerp een gesprek aan te knopen. Een dialoog hierover kan volgens mij echt escaleren tot een heftige discussie. Maar de radicalisering is inderdaad een probleem. We kunnen foto's van jongeren met wapens toch niet als normaal beschouwen? Misschien heeft het onderwijs inderdaad een positieve invloed op deze jongeren, maar ik denk niet dat ze radicalisering uit het hoofd gaan zetten na slechts een paar dialogen tijdens de les. Volgens mij moet er een heel proces aan voorafgaan en uiteraard kan het er tijdens de les niet altijd over gaan. Toch spelen godsdienstleerkrachten een belangrijke rol volgens het artikel. Alle beetjes helpen?