Sinds het begin van dit jaar gaat het bergaf met de veiligheid in Irak. Alleen in oktober al kwamen bij terreuraanslagen meer dan 1.000 mensen om het leven. De Iraakse regeringsleider Al-Maliki maakte in Washington duidelijk dat hij het probleem niet alleen de baas kan.
Nouri al-Maliki heeft de VS om hulp gevraagd in de strijd tegen het terrorisme in zijn land. De Amerikaanse president Barack Obama deed in een publieke verklaring na een gesprek met al-Maliki vrijdag in het Witte Huis geen toezeggingen. Hij zei evenwel dat hij en al-Maliki het uitvoerig over een samenwerking in de antiterreurstrijd hebben gehad. Ook Syrië en Iraks betrekkingen met de buurlanden kwamen bij het overleg ter sprake.
Militaire steun
Al-Maliki is al sinds dinsdag in Washington om het Congres militaire hulp voor zijn land te vragen. Volgens mediaberichten gaat het om de levering van drones, gevechtshelikopters, raketten en andere wapensystemen. In de Amerikaanse regering en in het Congres gaan er echter stemmen op die menen dat al-Maliki met zijn steeds meer toenemend autocratisch beleid zelf aan de escalatie van het geweld in zijn land heeft bijgedragen.
Een andere verwijt luidt dat al-Maliki de veiligheidstroepen misbruikt voor de verwezenlijking van zijn eigen machtsbelangen. Bovendien is de sjiitische regeringsleider er niet in voldoende mate toe bereid de macht met de soennitische minderheid en de Koerden te delen. Het politiek conflict lokt niet alleen protesten uit, maar bezorgt de soennitische terreurgroepen een nieuwe toeloop.
Onaangename situatie
Het was het eerste bezoek van de Iraakse premier aan het Witte Huis sinds twee jaar, toen de Verenigde Staten hun laatste soldaten uit Irak terugtrokken. Destijds had Obama zijn lof uitgesproken voor de vermindering van het geweld en al-Maliki uitdrukkelijk voor diens inspanningen voor de integratie van religieuze groepen in het land gelukgewenst. Sindsdien is het met de veiligheid snel bergaf gegaan. In oktober alleen al kwamen meer dan duizend mensen om het leven.
Al-Maliki, die op het vertrek van de Amerikaanse troepen had aangedrongen en daarna had geprobeerd afstand te nemen van Washington, is nu gedwongen de Verenigde Staten hulp te vragen, schreef de New York Times zaterdag. Het is een onaangename situatie voor beide toppolitici. Dat werd ook afgespiegeld doordat Obama en al-Maliki anders dan twee jaar geleden na hun overleg, geen persconferentie hebben gegeven. In plaats daarvan werden slechts korte verklaringen afgelegd.
‘Ongelukkig genoeg blijft Al-Qaeda actief en is de organisatie de afgelopen tijd nog actiever geworden’, zei Obama. ‘We hebben het in ruime mate over een samenwerking gehad om deze terreurgroep aan te pakken, die niet alleen in Irak opereert, maar een bedreiging blijft voor de hele regio en de VS.’
In een gemeenschappelijke schriftelijke verklaring benadrukken beide partijen de dringende noodzaak van bijkomende bewapening voor de Iraakse veiligheidstroepen om terreurkampen in afgelegen gebieden te kunnen bestrijden. Van Iraakse kant wordt gegarandeerd dat bij operaties met dergelijke bewapening de Amerikaanse wetgeving zal nageleefd worden.
Bron: De Standaard Online 02/11/2013
http://www.standaard.be/cnt/dmf20131102_00820547
Mening: Eerst en vooral vind ik het een positief gegeven dat Nouri al-Maliki inziet dat hij het probleem niet meer alleen de baas kan en dat er dringend iets moet gebeuren. De situatie in Irak blijft namelijk bergaf gaan en er blijven ontzettend veel doden vallen door terreuraanslagen. Hopelijk komt er uit het overleg een overeenkomst waarbij er hulp geboden kan worden. Hopelijk kunnen vervolgens de terreurkampen bestreden worden.