Bron:
www.standaard.be
Datum: 23-09-2013
De ene week 45 uur werken, en de andere week slechts 27 uur. Als het van de werkgeversorganisaties en de vakbonden afhangt, kunnen we in de toekomst zelf beslissen wanneer we onze werkuren invullen. Het is de bedoeling dat nog dit jaar de krijtlijnen voor een revolutionaire hervorming van het arbeidsrecht worden uitgetekend.
De ene week 45 uur werken, en de andere week slechts 27 uur. Als het van de werkgeversorganisaties en de vakbonden afhangt, kunnen we in de toekomst zelf beslissen wanneer we onze werkuren invullen. Het is de bedoeling dat nog dit jaar de krijtlijnen voor een revolutionaire hervorming van het arbeidsrecht worden uitgetekend.
Werken wanneer het u uitkomt. Hoewel het af en toe al gebeurt, is het in het huidige arbeidsrecht volgens experts illegaal. Nochtans zitten veel werknemers te wachten op een systeem waarbij ze veel flexibeler kunnen omgaan met hun arbeidstijd.
De Nationale Arbeidsraad (NAR), een instelling die minister De Coninck adviseert en CAO’s afsluit, zit rond de tafel om werk te maken van een revolutionaire hervorming van het arbeidsrecht. Er lijkt een brede consensus mogelijk over glijdende werktijden. Daardoor zal een werknemer in de private en semi-openbare sector zelf kunnen aanvragen om de ene week langer te werken dan de andere.
'Ook werknemers vragende partij'
‘In het kader van de mini-akkoorden, dat zijn de akkoorden tussen werkgevers en werknemers, hebben we de afspraak gemaakt dat we drie punten rond flexibele werkuren op de agenda zouden zetten en verder uitwerken’, reageert minister van Werk Monica De Coninck in Hautekiet op Radio 1. ‘Ten eerste is er de annualisering van de werkuren waarbij het totale pakket jaarlijkse werkuren vrij over het jaar kan worden gepresteerd. Daarnaast willen we werken aan schoolbelcontracten, voor ouders met co-ouderschap, en willen we ook iets doen aan de rigide regeling voor overuren. We zien in de praktijk dat veel bedrijven glijdende werkuren toepassen, maar eigenlijk is dat niet wettelijk.’
De Coninck is blij dat binnen de NAR over een flexibele indeling van de arbeidstijd wordt gediscussieerd.
‘Flexibiliteit wordt vaak door de werkgevers gevraagd, en dat wordt ook soms negatief bekeken. In realiteit delen ook werknemers hun leven in toenemende mate flexibel in. Ook zij zijn vragende partij. De kunst zal zijn om voor elk bedrijf naar win-win-situaties te zoeken. De flexibiliteit van de werkgever zal moeten worden gekoppeld aan die van de werknemer, en we zullen daar creatief in moeten zijn.’
Burn-out
Voor het einde van het jaar moet de NAR de krijtlijnen voor een akkoord uitzetten. Daarna moet elk bedrijf zien hoe ze het zelf kunnen toepassen. De Coninck geeft een voorbeeld. ‘In ziekenhuizen zijn er bijvoorbeeld minder patiënten in de zomer. Verplegend personeel kan bijvoorbeeld meer uren kloppen in de winter zodat tijdens de schoolvakantie meer tijd overblijft om met de kinderen door te brengen.’
De Coninck erkent dat te veel flexibiliteit tot een burn-out kan leiden. ‘Wanneer iemand door extreme flexibiliteit altijd beschikbaar moet zijn, kan de grens tussen werk en privéleven vervagen en loert een burn-out om de hoek.’
‘Omgekeerd kan die ook door een gebrek aan professionele autonomie en zelfstandigheid worden veroorzaakt. Deze discussie moet worden gezien als een mogelijk antwoord op de vraag hoe werknemers een balans kunnen vinden tussen werk en privéleven.’
Voldoende goodwill
Momenteel zijn het enkel werkgevers die een dergelijke flexibilisering kunnen vragen. Zowel werkgeversorganisaties als de vakbonden beklemtonen dat de onderhandelingen nog lopende zijn, maar voegen daar aan toe dat er voldoende goodwill aanwezig is en dat zij eind dit jaar willen landen. ‘We stellen ons positief op en weten dat we dit pad moeten bewandelen’, zegt Jan Vercamst, voorzitter van de liberale vakbond ACLVB in De Morgen.
De werkgeversorganisaties reageren ook positief. Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO en ondervoorzitter van de NAR, stelt dat er wel nog wat harde noten te kraken zijn. 'Het moet niet zomaar kunnen dat een werknemer ‘s morgens besluit om diezelfde dag twee uur later te beginnen. We moeten het evenwicht tussen rechten en plichten bewaken. Maar voorlopig krijg ik geen alarmerende berichten dat er grote obstakels op de weg liggen.’
Mening:
Ik ben ervan overtuigd dat het zelf invullen van je werkuren voor sommige jobs zeker kan leiden tot betere prestaties. Uit vele studies bleek reeds dat zelfstandig werkuren bepalen één van de grootste motivatiebronnen is. De taak van de werkgever is hier volgens mij ook wel cruciaal; hij moet zien dat de werknemer een gezonde stress blijft behouden. Dit kan hij doen door duidelijke deadlines op te stellen. Ik ben dus zeker een voorstander van deze regeling.