Wie in het middelbaar zakt, kan toch overgaan en een of meerdere vakken opnieuw doen. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) wil de mogelijkheid van deze zogeheten ‘flexibele leerweg’ beter bekendmaken om zo het vroegtijdig schoolverlaten terug te dringen. Dat schrijft De Tijd.
Meer dan 10 procent van de jongeren stapt uit het onderwijs zonder diploma. De Vlaamse overheid, de onderwijskoepels en de sociale partners zetten de aanval in op dat vroegtijdige schoolverlaten. Ze hebben een actieplan uitgewerkt om tegen 2020 het aantal schoolverlaters terug te dringen tot 4,3 procent.

Een actie die opvalt, is de uitbouw van de ‘flexibele leerweg’. In het hoger onderwijs is een onvoldoende niet langer synoniem voor een jaar overdoen. De student kan zelfs met onvoldoendes het volgende jaar aanvangen en parallel de examens opnieuw afleggen.

Klassenraad

Zo’n flexibele leerweg is ook mogelijk in het middelbaar onderwijs, maar is weinig bekend. Het schoolbestuur kan aan de klassenraad de toelating geven leerlingen met onvoldoendes toch te laten overgaan met de bedoeling in het volgende leerjaar de tekorten weg te werken. De leerling verliest daardoor niet per definitie een jaar. Het systeem geldt wel enkel voor het eerste jaar van een graad. Het gaat dus om de overgang van het eerste naar het tweede middelbaar, van het derde naar het vierde en van het vijfde naar het zesde middelbaar.

C-attest

De versterking van de flexibele leerweg komt tegemoet aan een vraag van de sociale partners, die in hun advies over de hervorming van het secundair onderwijs ervoor pleiten het C-attest (het jaar overdoen) te vervangen door een A-attest (overgaan) met remediëring.

De Vlaamse overheid wil de flexibele leerweg versterken door het bestaan ervan beter bekend te maken en het verspreiden van praktijkvoorbeelden. Het is wel niet zo dat elke leerling die een onvoldoende heeft, een beroep kan doen op de maatregel. De flexibele leerweg is een bevoegdheid van de klassenraad wanneer de beslissing om een B- of C- attest toe te kennen ‘te ingrijpend is voor een individuele leerling’.

Bron: www.standaard.be

Mijn mening: Ik heb heel sterk mijn twijfels bij deze nieuwe methode! Volgens mij is het erg moeilijk om te kunnen beslissen welke leerlingen in aanmerking komen voor deze remediëring. Dit zal er misschien voor gaan zorgen dat de leerlingen die een normaal traject aankunnen, minder gemotiveerd zullen zijn om zich volledig in te zetten voor een bepaald vak. Ze zouden namelijk het vak gewoon mee door kunnen nemen. Als je dan weet dat het vijfde middelbaar toch wel aanzienlijk moeilijker is dan het zesde, zullen ze voor zichzelf de lat lager leggen en dan in het zesde middelbaar dat vak meenemen. Als ze in het middelbaar al problemen hebben om gemotiveerd voor school te werken, zal dat er niet op verbeteren als ze voortstuderen. Een andere vraag die ik me stel is of dit voor alle vakken is of enkel voor de bijvakken? ik vind het maar een vage omschrijving, want is dit enkel voor een BSO of kan iedereen hier aanspraak op maken? Ik vind het natuurlijk wel goed dat ze het aantal schoolverlaters zonder diploma willen verminderen, maar is dit wel de manier? Misschien moet men eerst eens concrete richtlijnen voor dit nieuwe plan opstellen.