Kinderrechtencommissaris Vanobbergen: ‘Kinderen sla je niet’
Vandaag om 13:18 door kld
Het is algemeen aanvaard dat men kinderen niet slaat op school of in de jeugdbeweging. Waarom zou het thuis dan wel mogen? Dat vraagt Vlaamse kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen zich af.
Uit een enquête die onderzoeksbureau iVox uitvoerde voor Het Nieuwsblad blijkt dat drie op de vijf ouders een pedagogische tik wel kunnen vindt. ‘Slechts’ een op de vijf ouders is gekant tegen een pedagogische tik.
Toch past maar een procent van de ouders de pedagogische tik ook effectief toe, zegt Vanobbergen in het Radio 1-programma Hautekiet. ‘Daar zit een discrepantie.’
Zelf vindt hij kinderen slaan absoluut geen goed idee. ‘We moeten daar zeer duidelijk in zijn. We aanvaarden niet dat kinderen op school, in de kinderopvang of de jeugdbeweging geslagen worden. Voor mij heel logisch dat je ze thuis ook niet slaat.’
‘Ik weet dat dit niet altijd gemakkelijk is, maar we moeten er echt gevoelig voor zijn’, zegt Vanobbergen. Hij verwijst naar uit de hand gelopen situaties van kinderen die thuis met geweld geconfronteerd worden. ‘Ik heb als kinderrechtencommissaris te veel van die verhalen gehoord.’
Maar het kan ook anders. Vanobbergen verwijst naar Scandinavië waar kinderen slaan bij wet verboden is. ‘En het werkt, er is in die samenlevingen minder geweld tegenover kinderen. Het kinderrechtencommissariaat pleit ervoor om zoiets ook bij ons in te voeren.’
Doe ik het goed?
Hij begrijpt dat ouders vandaag erg onder (tijds)druk staan. Kinderen hebben drukke agenda’s en het is soms een huzarenstukje om ze overal op tijd te krijgen. Net daarom moet de overheid meer inzetten op ondersteuning, zegt Vanobbergen.
‘Zo moet je nu heel wat tijd investeren in het zoeken naar scholen en kinderopvang. Als de overheid daar een inspanning levert, moeten de ouders daar alvast geen tijd meer insteken.’
Daarnaast hebben ouders vaak een ‘doe-ik-het-goed’-gevoel. Vanobbergen reageert erg pragmatisch: ‘Opvoeden is een spannend gegeven, waarbij je af en toe als ouder en als kind op je bek mag gaan. Dat moeten we zo aanvaarden.’
Hij waarschuwt dat om opvoeding niet al te veel te professionaliseren. ‘Kijken en luisteren naar je kinderen en je als ouder de vraag stellen hoe je je opstelt, daar kun je al veel uit leren.’ Denk dan ook niet te snel: ‘ik kan het niet, ik moet professionele hulp zoeken’, zegt Vanobbergen.
Ook ervaringen uitwisselen met andere ouders kan erg leerrijk zijn, geeft hij als tip mee.
Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20131014_00790028
Mijn mening:
Net als Zehra zegt, denk ik dat veel afhangt van de context waarin het woord ‘pedagogische tik’ wordt gebruikt en wat het juist voor de opvoeder betekent.
Dat je kinderen niet slaat, daar sta ik voor 100% achter. Toch meen ik dat heel af en toe een pedagogische tik niet verkeerd is. (Hierbij bedoel ik dan in de juiste context, na vele waarschuwingen en andere middelen geprobeerd te hebben. En natuurlijk niet op een manier dat het kind 14 dagen met een blauwe wang rondloopt.) Zo ben ik vroeg zelf een aantal keren aan mijn oren getrokken. Aangenaam is anders, maar uiteindelijk hielp het wel om mij te leren wat mag en niet mag. Eén keer ben ik zelfs in de kelder opgesloten en mocht ik er niet uit voordat ik mijn bord had leeggegeten. Voor sommige lijkt dit absoluut ‘not-done’, maar bij mij heeft het wel degelijk geholpen. Ik was vroeger een zeer moeilijke eter en de vele waarschuwingen bleken toch niet te werken.
Toch zal ik later, als ik ooit ouder wordt, eerst proberen om andere oplossingen te zoeken, vooraleer over te gaan tot een pedagogische tik.
Het is zoals Zehra zegt, kinderen kunnen soms zo koppig zijn, dat het als ouder moeilijk wordt om je geduld niet te verliezen.
Het feit dat ouders vandaag minder tijd hebben/maken voor hun kinderen helpt de situatie uiteraard niet.