Het niveau van nieuwe leerkrachten is zorgwekkend.
Een nieuw rapport maakt brandhout van de Vlaamse lerarenopleidingen. De instroom is ondermaats, de docenten hebben te weinig veldervaring en de schooldirecteurs klagen steen en been over de jonge beginnende leerkrachten.
Het rapport van de UGent en de VUB is overduidelijk: er schort van alles aan onze lerarenopleidingen, zowel die op universitair niveau, als in het volwasseneonderwijs of de hogescholen. De instroom is ondermaats. Een op de vijf toekomstige kleuterleidsters komt uit het beroepsonderwijs en slechts een op de twee onderwijzers volgde nog aso. Ook bij de docenten is er een probleem. Amper de helft heeft ooit zelf voor de klas gestaan in het basis- of secundair onderwijs. Het mag dan ook niet verbazen dat directeurs vaak niet te spreken zijn over de pas afgestudeerden die ze in dienst nemen.
Minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) zette de voorbije jaren fel in op de hervorming van het secundair onderwijs, maar lijkt daarbij voorbijgegaan te zijn aan het belangrijkste: de leerkracht zelf. Recentelijk bestelde de Vlaamse Onderwijsraad een rapport bij het internationale adviesbureau McKinsey. Dat document maant Vlaanderen aan om "alleen de sterkste studenten leerkracht te laten worden, maar ze wel goed te belonen". Een hervorming, zoals gepland, zou amper 15 procent vooruitgang opleveren, terwijl een verbetering van de klaspraktijk en dus sterkere leraren, 70 procent progressie zou betekenen.
"De leerkracht is de heilige graal van het onderwijs", zegt ook Pedro De Bruyckere, pedagoog aan de Arteveldehogeschool. "Uit alle studies en onderzoeken blijkt dat de leerkracht, naast de kenmerken van de leerling zelf, de allergrootste impact heeft op het leren. Het is wie voor de klas staat die in belangrijke mate het resultaat van de school bepaalt. De leraar is het allerbelangrijkste."
Het evaluatierapport van de lerarenopleiding, dat morgen voorgesteld wordt, lijkt gehoor te krijgen bij minister Smet. Zelf wil hij nog niet reageren, maar bronnen die betrokken zijn bij de opleidingen laten weten dat de minister zes werkgroepen zal opstarten die maatregelen moeten voorbereiden voor de volgende minister van Onderwijs.
Door: Kim Herbots, Remy Amkreutz
Bron:
www.demorgen.be, datum 4/10/2013
Eigen mening:
Ik vind dat er geen onderscheid mag gemaakt worden tussen toekomstige leerkrachten uit het ASO, TSO en BSO. Iedereen in gelijk.
Het feit dat er leerkrachten en docenten zijn zonder genoeg ervaring is wel een probleem. Daarom is stage zeer belangrijk, zo krijg je een beeld hoe het er in het echte leven aan toe gaat. Ik vind dat er geen betere manier is om dit vak te leren dan verschillende stages te organiseren.