Eén op vijf 65-plusser drinkt te veel
Mensen van 65 jaar en ouder mogen volgens de internationale richtlijnen niet meer dan zeven glazen alcohol per week drinken. Uit onderzoek aan de Universiteit blijkt dat twintig procent van de Belgische thuiswonende 65-plussers die richtlijn overschrijdt.
Bovendien combineert 81 procent van de doelgroep het drinken van alcohol met het nemen van voorgeschreven geneesmiddelen, wat kan leiden tot een verhoogd risico. Op oudere leeftijd verdraagt het lichaam alcohol minder goed. Dat komt onder meer omdat ouderen minder lichaamsvocht hebben, de lichamelijke weerstand afneemt en lever en nieren vaak minder goed werken.
Hierdoor leidt eenzelfde hoeveelheid alcohol tot hogere bloedspiegels, lagere tolerantie en snellere intoxicatie, wat onder andere het valrisico, een belangrijke doodsoorzaak bij mensen boven de 65, vele malen vergroot. Daarnaast verergert overmatig alcoholgebruik bepaalde medische aandoeningen, zoals diabetes, hoge bloeddruk en geheugenproblemen.
Alcohol heeft ook positieve effecten voor oudere mensen: matig drinken kan een gunstig effect hebben op hart- en bloedvaten, en er zijn studies die een verminderde kans op dementie aantonen. Belgische richtlijnen zijn er nog niet, maar internationaal worden de NIAAA-richtlijnen (National Institute on Alcohol Abuse and Alcoholism, VS) vaak gebruikt.
Die zeggen dat mannen van 65 jaar en ouder zeven consumpties alcohol per week en niet meer dan drie glazen per dag mogen drinken, vrouwen iets minder. Ter vergelijking: om kans op lichamelijke en psychische schade te door alcohol te vermijden, wordt volwassen mannen geadviseerd om niet meer dan 21 glazen per week drinken, volwassen vrouwen 14, en minimum twee alcoholvrije dagen per week in te lassen.
Op basis van de data uit de Belgische Gezondheidsenquête van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV) analyseerde de studie de gegevens van 3954 thuiswonende 65-plussers:
- de helft van de senioren (50,1procent) blijkt niet of slechts occasioneel te drinken
- 29,1 procent drinkt één tot zeven glazen per week
- 10,4 procent is risicodrinker (acht tot veertien glazen)
- 4,6 procent is zware drinker (vijftien tot eenentwintig glazen)
- 5,5 procent drinkt meer dan eenentwintig glazen per week (problematisch drinkgedrag)
Wanneer de drie laatste categorieën samengeteld worden, blijkt dat 20,5 procent van de ouderen de NIAAA-richtlijn overschrijdt. België scoort daarmee duidelijk slechter dan landen zoals de Verenigde Staten en Engeland, waar acht tot vijftien procent van de 65-plussers meer dan zeven glazen alcohol per week drinkt.
Zo'n 4,7 procent van de 65-plussers werd als alcoholafhankelijk gedefinieerd volgens de CAGE (een instrument dat op basis van vier vragen indicatie op alcoholafhankelijkheid meet), 12,4 procent bij CAGE specifiek voor 65-plussers. Deze cijfers zijn ook hoger vergeleken met Europees onderzoek waar 3 procent als alcoholafhankelijk gedefinieerd werd.
Het aantal drinkende ouderen daalt met de leeftijd. Maar toch overschrijdt 12,4 procent van de 85-plussers de richtlijn. Mannen drinken meer dan vrouwen, en het alcoholgebruik is voornamelijk hoog bij samenwonenden (met partner of andere persoon) en bij hogere socio-economische groepen. Mensen met een hoger aantal sociale contacten drinken ook meer. De trend dat geïsoleerde ouderen met weinig sociale contacten meer zouden drinken, werd niet bevestigd in ons onderzoek.
Dat 81,3 procent van de wekelijkse drinkers alcohol combineert met het innemen van voorgeschreven geneesmiddelen is volgens de studie problematisch te noemen. Een relatief groot aantal van de 65-plussers loopt mogelijk een gezondheidsrisico omwille van interactie tussen hun alcoholconsumptie en de medicatie die ze nemen en de medische conditie die ze hebben.
De studie wijst tenslotte op een mogelijke onderdiagnose van problematisch alcoholgebruik bij ouderen. Overmatig alcoholgebruik bij ouderen wordt vaak omschreven als een stille epidemie, om verschillende redenen. De belangrijkste reden voor deze onder- of misdiagnose is dat symptomen van verouderen zoals geheugenverlies, slaapproblemen, gastro-intestinale klachten, depressie, evenwichtsproblemen, valpartijen... mogelijk problematisch alcoholgebruik kunnen maskeren.
Huisartsen interpreteren deze symptomen vaak als horende bij het ouder worden, terwijl alcohol een rol kan spelen. Vaak houden ouderen hun alcoholgebruik verborgen uit schaamte of schuldgevoel. Verder polsen hulpverleners zelden naar alcoholgebruik omwille van een zeker taboe en het idee dat het moeilijk is om iets aan het gedrag van ouderen te veranderen.
De studie pleit ervoor dat de directe omgeving en hulpverleners, waaronder huisartsen, een zekere alertheid zouden moeten hebben voor deze problematiek. Verder is het belangrijk om de doelgroep zelf te informeren over het bestaan van richtlijnen omtrent 'veilig alcoholgebruik' voor ouderen en de mogelijke gevaren van de combinatie tussen alcohol, medicatie en bepaalde medische condities. Het onderzoeksteam wil het middelengebruik (alcohol, geneesmiddelen en roken) bij 55-plussers nog beter in kaart brengen. 55-plussers kunnen via de website
www.uwantwoord.be een enquête invullen.
bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20130923_00754984 (geraadpleegd op 23 september 2013)
Mijn mening:
Als we denken aan het overmatig drinken van alcohol denken we bijna automatisch aan jongeren. Dronken jongeren die ‘weeral’ eens een ongeval veroorzaken zijn bijna een wekelijks hoofdpunt in het journaal. Jongeren drinken TE veel is meestal de conclusie. Dit artikel biedt ons eens een andere kijk op de zaak. Niet alleen jongeren drinken te veel, maar ook ouderen. Verbazingwekkend, misschien, dat zij, volgens sommige studies, meer drinken dan onze jongeren en een hogere risicogroep vormen. Ze vormen niet enkel een groter risico in het verkeer, maar vooral ook voor hun eigen gezondheid. Meer dan bij jongeren is hun gezondheid in gevaar. Alcoholproblemen vindt men terug bij alle leeftijden. En het zijn niet enkel de jongeren die we moeten ‘bedwelmen’ onder campagnes en voorzorgsmaatregelen. Misschien moeten we ons ook op deze meer kwetsbare groep richten.