De bankencrisis en de taks op spaarrekeningen blijven het nieuws beheersen. “Toch krijgt niet elke leerling daarover iets te horen op school”, zegt Lieven de Moor, professor economie aan de Hogeschool-Universiteit Brussel. Hij vraagt meer aandacht voor financieel-economische thema’s in het secundair onderwijs.
Onderzoek toont aan dat de financieel-economische kennis van de gemiddelde Belg erbarmelijk is, met de jongeren en kansarme bevolkingsgroepen aan het staartje. Door de economische crisis, het ontoereikende wettelijke pensioenstelsel en de toenemende complexiteit van financiële producten en verzekeringscontracten is het wel belangrijk dat iedereen die kennis heeft.
In 2010 kreeg financieel-economische geletterdheid een plaats in het curriculum van het leerplichtonderwijs via de socio-economische vakoverschrijdende eindtermen. Voor de secundaire scholen betekent dit een inspanningsverplichting om te werken rond economie. Maar niet alle leraren voelen zich medeverantwoordelijk om dat te doen.
Bovendien zorgt een inspanningsverplichting ervoor dat elke school haar eigen invulling kiest. De socio-economische vakoverschrijdende eindtermen bestrijken namelijk heel wat terreinen waarbinnen de scholen keuzes maken. Daardoor reiken niet alle scholen momenteel financieel-economische thema’s aan.
Ondanks de inspanningen van secundaire scholen is deze aanpak dan ook niet effectief genoeg als we het echt menen met de financiële vorming van onze kinderen, nu en in hun latere leven. Jongeren nemen immers vaak – net als volwassenen trouwens – uit blind vertrouwen financieel-economische beslissingen, met alle gevolgen van dien.
Iedereen krijgt vroeg of laat te maken met geld en financiële producten zoals spaarrekeningen, leningen en beleggingen. Daarnaast staan de kranten de laatste maanden bol van nieuws over de financiële wereld. Leerlingen zouden dus op school moeten leren om financiële verantwoordelijkheid en beslissingen te nemen; om een budget te leren beheren; om de relatie te kennen tussen een inkomen en het opbouwen van een pensioen, om het belang te kennen van sparen en beleggingen en de manier waarop dit veilig kan. Zo’n ‘financieel rijbewijs’ leert ze ook om te gaan met krediet en schuldbeheer, financiële risico’s in te schatten en te beheren en de financiële gevolgen van beslissingen in relationele contexten te kennen.
Laat ons daarom deze financieel-economische thema’s expliciet integreren in het curriculum van élke richting in élke school van het leerplichtonderwijs en hiervoor eventueel specifieke externe expertise in de klas binnenhalen. Nederland en Duitsland hebben qua financieel-economische vorming in het leerplichtonderwijs een mijlenverre voorsprong. Laat ons ook hier écht werk van maken.
Prof. Dr. Lieven De Moor
Professor Economie aan de Hogeschool-Universiteit Brussel (Associatie KU Leuven)
Klasse voor leraren, 08/05/2013
--------------------------------------------------
Tijdens de lessen economie hebben we het hier al heel vaak over gehad. Het komt nu toevallig in de media omdat er weer een nieuw onderzoek gebeurd is, maar dit probleem is er gewoon altijd al geweest en er wordt niets aan gedaan. Om te beginnen vind ik dat iedereen ooit in zijn opleiding SEI (socio-economische initiatie) zou moeten krijgen, daar zit al heel wat van dit soort leerstof in. SEI is eigenlijk een soort van 'algemene vorming' (dan wel zonder het koken en fietsbanden herstellen zoals hieronder al vermeld werd). In SEI zien de leerlingen heel uiteenlopende thema's, bijvoorbeeld welke soorten rekeningen er zijn, hoe ze een overschrijving moeten invullen, hoe ze moeten omgaan met geld, politieke thema's, er is ook een hoofdstukje over milieu enz. Ik denk alleen dat dit alles voor leerlingen van het tweede jaar een ver-van-mijn-bed-show is. Leerlingen van de derde graad zullen hier al meer in geïnteresseerd zijn omdat ze hier ook effectief mee in aanraking komen. Het is trouwens zo dat financiële opvoeding wel bij de VOETen hoort, dus dat elke leerkracht hier wat aan zou moeten werken. Maar natuurlijk weten we allemaal dat het lessenpakket al vol genoeg zit en dat er weinig ruimte overblijft voor extraatjes. (Zie onderstreepte alinea!) Hier moet gewoon (SNEL) eens goed over nagedacht worden EN er moet ook actie ondernomen worden.
Hier kunnen jullie alvast testen hoe het er met jullie economische basiskennis aan toe is!
http://www.standaard.be/economische...ampaign=seeding