Wetenschappers reconstrueren prehistorisch DNA
dinsdag 11 december 2012, 10u19
Auteur: tki
Wetenschappers van de VIB, KU Leuven, UGent en Harvard zijn erin geslaagd om DNA en eiwitten van prehistorische gistcellen te reconstrueren. Ze geven hiermee een antwoord op een van de belangrijkste kritiekpunten van Darwins evolutietheorie.
Een belangrijke onbeantwoorde vraag in Darwins evolutietheorie is hoe nieuwe eigenschappen schijnbaar uit het niets kunnen opduiken. Zulke innovaties lijken tegenstrijdig met het principe van geleidelijke verandering, waarbij bestaande eigenschappen traag evolueren naar een andere vorm. Dit argument wordt veel gebruikt door tegenstanders van Darwins evolutietheorie.
Wetenschappers discussiëren al jaren over wat aan de basis kan liggen van deze ‘evolutionaire innovatie'. Een van de grootste problemen is echter dat er bijna geen prehistorisch DNA en eiwitten voor handen zijn, zodat niet onderzocht kan worden hoe deze oude exemplaren verschillen van de hedendaagse versies.
Gekopieerd DNA
Door een combinatie van de nieuwste technieken in de biologie zijn enkele onderzoekers van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), KU Leuven, UGent en Harvard erin geslaagd het DNA en de eiwitten van voorhistorische gistcellen na te bouwen.
‘We ontdekten dat het oer-gen voor het eiwit dat instaat voor de vertering van maltose een aantal keer gekopieerd werd tijdens de evolutie. Het DNA van sommige kopieën werd lichtjes gewijzigd, waardoor nieuwe eiwitten ontstonden die andere suikers kunnen afbreken', legt Karin Voordeckers (VIB) uit, ‘We begrijpen nu hoe slechts enkele wijzigingen in het DNA tot de ontwikkeling van nieuwe activiteiten kunnen leiden'.
De wetenschappers menen dat dit soort verdubbelingen van het DNA heel vaak aan de basis liggen van het ontstaan van schijnbaar ‘nieuwe' eigenschappen.
Bron:
http://www.standaard.be/artikel/det...121210_00397447
Mening:
Dit artikel geeft ons weer een nieuwe kijk op de evolutie en op hoe vooruitstrevend en indrukwekkend de theorie van Darwin was en nog steeds is. Hij zei dat organismen zich aanpassen om te kunnen (over)leven in hun habitat, maar nu blijkt dat sommige organismen 'nieuwe' eigenschappen gaan ontwikkelen uit het 'niets'. Door veranderingen in hun DNA gaan er eigenschappen bijkomen die voordien nog niet op de voorgrond waren getreden. In een ander artikel had ik iets gelezen over dat ze prehistorisch DNA niet meer konden gebruiken om er levensvatbare organismen uit voort te laten komen, maar ik ben wel blij dat er nog andere zaken mee kunnen worden gedaan. Anders zou zo'n kostbaar materiaal ons niet meer kunnen vertellen, wat spijtig zou zijn.