"Klimaatconferentie zit vast in het zand"
Op de klimaatconferentie in Doha zijn de onderhandelaars de laatste rechte lijn ingegaan. Wordt het Kyoto-protocol verlengd of niet? Er blijft nog maar 48 uur over om concrete beslissingen te nemen, en intussen duren de discussies voort. Het gaat vooral over wie wat moet betalen.
De discussies lopen voorlopig nog vast op de financiering van de armere landen, die het meest kwetsbaar zijn voor stormen en natuurrampen en geld nodig hebben om zich tegen de klimaatverandering te wapenen.
Vooral de financiering op lange termijn blijft een pijnpunt. Zo zeggen de rijkere landen, waaronder de VS, dat ze hun belofte zijn nagekomen om tijdens de voorbije 3 jaar ruim 30 miljard dollar vrij te maken, en dat ze tevens bereid zijn om nog eens 100 miljard dollar aan financiële hulp vrij te maken tot 2020. Maar de ontwikkelingslanden willen dat de hulp elk jaar gradueel stijgt, iets waar de Europese Unie, de VS en Japan niet akkoord mee kunnen gaan.
Ook over mogelijke financieringsmechanismen wordt gediscussieerd. Er is sprake van een financiële taks of een belasting op transport.
Kleinere eilanden zien weinig perspectief
De ergernis over het moeizame verloop leidt meer en meer tot frustraties. Ronald Jumeau, de woordvoerder van AOSIS, de vereniging van de kleinere eilandstaten, haalde uit naar de rijkere landen. "De Doha-missie lijkt vast te zitten in het zand. Wat ambities betreft, leidt dit nergens naartoe."
Hij zei dat er nu niet zoveel zou moeten worden gepraat over vergoedingen als de rijkere landen tijdens vorige conferenties hadden beslist om hun CO2-uitstoot te verlagen.Jumeau vreest dat kleinere eilanden in de oceaan gewoon van de kaart kunnen worden geveegd bij toekomstige stormen of natuurrampen.
Wathelet: "Ik ben een beetje gegeneerd"
Ook de Belgische delegatieleden onderling ruziën over welk gewest wat moeten betalen. België heeft de beloofde 150 miljoen euro, die arme landen moet toelaten om zich tegen de klimaatopwarming te wapenen, niet bijeen gekregen omdat de federale en regionale regeringen het niet eens raken.
"Dit is niet het beste signaal", geeft staatssecretaris voor Leefmilieu Melchior Wathelet (CDH) toe. "Wanneer ik die 150 miljoen vergelijk met andere landen, en wanneer ik de uitdagingen zie tijdens de discussies, dan ben ik soms een beetje gegeneerd door onze Belgische discussie."
De conferentie duurt nog twee dagen. Mogelijk wordt het Kyoto-protocol, dat in december afloopt, alsnog verlengd, maar zeker is dat niet.
Bron:
De Redactie
Eigen mening
Iedereen moet zijn steentje bijdragen voor het milieu, afhankelijk van het land. Het is wel normaal dat rijkere landen meer moeten betalen dan armere landen, en dat deze laatste ook meer hulp nodig hebben. Alleen is het zo hypocriet dat er geen geld is voor belangrijke kwesties zoals het behoud van onze planeet, maar wel voor bonussen van "topmensen" in de bedrijfswereld. De natuur is zoveel essentiëler, en al zeker omdat wij als soort voor het grootste deel verantwoordelijk zijn voor de vernietiging ervan. We moeten onze verantwoordelijkheid opnemen en de Kyoto normen respecteren en zo veel mogelijk doen wat we kunnen om te helpen. De armere landen moeten duurzame hulp krijgen, bijvoorbeeld technieken aanleren om op een milieuvriendelijke manier aan landbouw te doen, of huizen te bouwen. In Japan bijvoorbeeld zijn ze uitgebreid bezig met onderzoek naar aardbevingsbestendige gebouwen en huizen, maar zij hebben daar het geld voor. Er zijn andere landen, zoals Haïti die daar ook nood aan hebben, maar gewoon geen geld hebben. De prioriteiten van waar het geld van een land naar toe gaat moeten nog eens gerangschikt worden.