De verslagenheid en gelatenheid is in de nacht van woensdag op donderdag stilaan overgeslagen naar woede aan de bedrijfspoorten van Ford Genk. Er werd een carrosserie, een soort ruwbouw van een wagen, naar buiten gereden en in brand gestoken.
Sommigen moesten naar huis gestuurd worden, om daar hun woede te bekoelen. Dat
vertelden donderdagochtend de vakbondsafgevaardigden, die de nacht doorbrachten aan de poorten.

De leden van de ochtendploeg, die rond 6 uur aan de bedrijfspoorten arriveerden, hebben zich gewoon aangemeld en konden dan weer vertrekken. Ze bleven na het aanmelden wel aan de poort staan. Kort na 6 uur is een nieuwe lading houten paletten aangevoerd om het vuur
brandende te houden.

Een Britse vrachtwagenchauffeur uit Dagenham wilde absoluut het bedrijf binnenrijden om te leveren, maar hij geraakte uiteraard niet voorbij de geblokkeerde poort. Het ziet er dus naar uit dat de Fordarbeiders zwaar strijd gaan leveren voor hun fabriek, waarbij niets het bedrijf mag verlaten.

Bron: De Standaard.be

Mijn mening:Het is natuurlijk een echt drama dat er bij de sluiting van Ford zo veel mensen op straat staan maar zij zijn helaas niet de enigen. In andere Belgische (kleinere) bedrijven worden mensen ontslagen. Door de economische crisis is het voor veel bedrijven moeilijk het hoofd boven water te houden. Ik begrijp echter niet dat de vakbonden dan altijd dingen in brand moeten steken (kwestie van de feiten nog wat dramatischer te maken) en de toegang weigeren voor mensen die nog wel hun job willen uitvoeren.