De pensioenhervorming die we dit jaar hebben doorgevoerd, was enkel een eerste stap, herhaalde minister Van Quickenborne deze week. Welke stappen zullen nog volgen?
Het recentste rapport van de commissie Vergrijzing laat er geen twijfel over bestaan: de pensioenhervorming zal de uitgaven voor pensioenen slechts beperkt kunnen afremmen. Dat ontlokte onze minister van Pensioenen deze week de opmerking dat er bijkomende ingrepen nodig zijn om het systeem leefbaar te houden. Luc Windmolders, kabinetschef van minister Vincent Van Quickenborne, en twee pensioenspecialisten, Yves Stevens en Jos Berghman, leggen uit hoe ze de nabije en verre toekomst van onze pensioenen zien.
1. Pensioenbonus wordt verlengd
Om langer werken aan te moedigen, voorzag het Generatiepact in de invoering van de pensioenbonus. Op dit moment is deze bonus gelijk aan 2,2 euro per dag dat u nog werkt na uw 62ste verjaardag of uw veertigste loopbaanjaar. Per jaar langer werken, krikt dat uw wettelijk pensioen op met zowat 52 euro per maand. In principe loopt deze maatregel af op 1 december 2013.
Vanuit academische hoek is het enthousiasme over een verlenging van de pensioenbonus eerder beperkt. ‘Uit onderzoek blijkt dat het aansporend effect van een pensioenbonus niet sterk is', legt Yves Stevens, hoogleraar sociaal recht aan de KULeuven, uit. Mensen die zo snel mogelijk met pensioen willen gaan, doen dat ook, zelfs al krijgen ze 50 euro extra als ze een jaar langer werken. Politiek is dit echter een interessante maatregel omdat hij heel zichtbaar is.'
Dat de pensioenbonus verlengd zal worden, staat dan ook in de sterren – en zelfs in het regeerakkoord – geschreven. ‘We willen het activerende effect van de pensioenbonus versterken door er een oplopend systeem van te maken', legt Luc Windmolders uit. ‘Wie drie jaar langer werkt, zal een grotere bonus krijgen dan iemand die één jaar langer werkt. Verder zullen we ervoor zorgen dat de pensioenbonus pas begint te lopen vanaf het moment dat iemand effectief met pensioen kan gaan. Wie op zijn 62ste zijn pensioen nog niet kan aanvragen omdat hij nog niet de vereiste loopbaan heeft, zal ook pas later het recht op een pensioenbonus openen.'
2. Vervroegd opnemen aanvullend pensioen wordt ontmoedigd
Ook dat is een voornemen uit het regeerakkoord. ‘Vandaag is het kapitaal van sommige pensioenplannen groter wanneer men het op 60 in plaats van op 65 jaar opvraagt. Dat willen we gaan vermijden. Aanvullende pensioenrechten zouden altijd evenredig moeten toenemen met de lengte van de loopbaan', legt Windmolders uit. Ook de mogelijkheid om bij brugpensionering op fiscaal voordelige wijze een ‘afscheidspremie' uit te betalen via het pensioenplan, wil de regering de pas afsnijden. Dat gebeurt vandaag in de vorm van ‘future services-premies', die uitbetaald mogen worden voor maximaal vijf jaar dat men vervroegd stopt met werken.
Wat er ons verder nog te wachten staat op het vlak van aanvullende pensioenvorming, is minder duidelijk. Jos Berghman, pensioenspecialist van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de KULeuven, verwacht dat er bij het interprofessioneel overleg van dit najaar weinig tot geen ruimte zal zijn om de bijdragen voor aanvullende pensioenvorming te verhogen.
Stevens vraagt zich zelfs openlijk af of, en in welke mate een verdere aanmoediging van het systeem via belastingvoordelen op dit moment wenselijk is. ‘Een stijgend aandeel van de aanvullende pensioenreserves wordt in Belgische staatsobligaties belegd', legt Stevens uit. ‘Voor 2011 ging het om meer dan 80 procent van de nieuwe premies. Dat betekent dat de aanvullende pensioenen aan het einde van de rit ook deels betaald moeten worden door de overheid, de belastingbetaler dus. Is het wel wenselijk om dat via de private markt te laten lopen?'
3. Pensioenleeftijd moet niet verder stijgen
‘Een verhoging van de pensioenleeftijd of een verlenging van de vereiste loopbaan is voorlopig niet aan de orde', zegt Windmolders geruststellend. Ook Berghman ziet hierin momenteel weinig heil. ‘Als iedereen tot 65 jaar zou werken en een carrière van 45 jaar zou volmaken, zouden we al dicht bij de oplossing zitten. Daar moet het beleid nu op toegespitst worden. Overigens zou het ook budgettair niet veel opleveren om de voorwaarden voor het pensioen nog strenger te maken. Er zouden wel minder pensioenen uitbetaald moeten worden, maar wie er niet in slaagt die langere loopbaan vol te maken, komt in de werkloosheid terecht en moet ook een uitkering krijgen.'
Ook voor Stevens is dit geen prioriteit. ‘Sinds kort merken we dat mensen die langer gestudeerd hebben en die later kinderen hebben gekregen – de zogenaamde “oudere ouders” – hun pensioen vaak uitstellen omdat ze nog schoolgaande kinderen hebben, zelfs als ze al pensioengerechtigd zijn. Als deze trend doorzet, zullen de loopbanen misschien vanzelf langer worden.'
4. Gelijkgestelde periodes blijven een probleem
Het grote aandeel van de gelijkgestelde periodes in de pensioenberekening – zoals ziekte, werkloosheid, tijdskrediet, enzovoort… – baart pensioenspecialisten wel zorgen. ‘Ongeveer 30 procent van de uitbetaalde pensioenen is vandaag gebaseerd op gelijkgestelde periodes. We moeten ons afvragen of het wel wenselijk is om dat allemaal uit de grote pot van de solidariteit te betalen', merkt Berghman op.
Een manier om daar paal en perk aan te stellen is volgens Stevens de invoering van het zogenaamde ‘rugzakmodel', dat lang geleden al voor de ambtenarenpensioenen werd ingevoerd. ‘Volgens dit model mag maximaal 20 of 25 procent van een beroepsloopbaan uit gelijkgestelde periodes bestaan. Blijkt bij de pensioenaanvraag dat men daar boven zit, dan vallen de pensioenrechten voor de gelijkgestelde periodes voor een deel weg,' legt hij uit.
Voorlopig ziet het er echter niet naar uit dat de regering al concrete plannen heeft om daar werk van te maken.
‘Terecht', meent Stevens. ‘Het zijn voornamelijk arbeiders en vrouwen die proportioneel veel gelijkgestelde dagen hebben. Sleutelen aan gelijkgestelde dagen zou kunnen leiden tot een verhoogd armoederisico bij deze twee groepen.'
5. Aan de hoogte van de pensioenen wordt niet geraakt
Aan de hoogte van de pensioenen werd tot nu toe amper geraakt. Sterker nog: volgens het rapport van de commissie Vergrijzing zullen de pensioenen de komende jaren zelfs stijgen door de hervorming. Langere carrières en de pensioenbonus zijn er de oorzaak van dat het gemiddelde pensioen van een werknemer tegen 2020 0,1 procent hoger zal liggen dan zonder de hervorming, dat van een zelfstandige 0,6 procent en dat van een ambtenaar 3,3 procent. Het armoederisico zal hierdoor de komende decennia stelselmatig afnemen voor gepensioneerden.
Voorlopig verwacht Stevens niet dat de overheid van deze gunstige wind gebruik zal maken om te sleutelen aan de berekeningsregels voor het pensioen. ‘Ik verwacht geen aanpassingen voor 2016', zegt hij. ‘In 2016 zal de databank van de aanvullende pensioenen (DB2P-SIGeDIS) operationeel zijn en zal men ook een zicht krijgen op het belang van de aanvullende pensioenen in het volledige pensioenpakket per individu. Voor die tijd is het niet opportuun om te raken aan de pensioenberekening.'
Ook volgens Berghman is een verandering van de pensioenberekening op korte termijn niet wenselijk. ‘Op lange termijn zijn de uitdagingen echter groot', merkt hij op. ‘Om ons pensioenstelsel af te stemmen op de maatschappelijke realiteit, moet de ongelijke behandeling tussen gehuwden en samenwoners verdwijnen. En ook het toenemende aantal tweeverdieners dat later zal kunnen terugvallen op twee pensioenen, zal op lange termijn wellicht aanpassingen vergen.'
Bron
De Standaard Online 13/10/2012
http://www.standaard.be/artikel/det...121012_00332347
Mening
Door de steeds erger wordende vergrijzing kunnen we niet anders dan ons systeem van pensioenen aanpassen. In de voorstellen die hier aan bod komen, kan ik mij ook wel vinden. Zo vind ik het evenredig stellen van de pensioenbonus aan het aantal werkjaren na de 62e verjaardag of het veertigste loopbaanjaar een goede en eerlijke maatregel. Ook het ontmoedigen van opnemen van vervroegd pensioen lijkt me een goede manier. Doch is dit soms ook een manier voor bedrijven om af te slanken zonder echt naakte ontslagen te laten vallen. Ik had wel niet verwacht dat men zegt dat de pensioenleeftijd voorlopig niet verder moest stijgen. Al bij al vind ik dat de maatregelen er nog redelijk uitzien. Ik hoop dat ze hier een positieve stap gezet hebben in het zoeken naar een oplossing voor de vergrijzing en het effect ervan op de pensioenen.