Leven in Borgerhout
Van overdrijvingen wordt niemand beter
Borgerhout werkt hard aan zijn levenskwaliteit, enkele dolgedraaide moslims ten spijt, zegt BART BRINCKMAN. De problemen blijven aanzienlijk, de oplossingen vorderen traag. Maar zwartgalligheid noch blindheid brengt ons verder.
Niet zo lang geleden vond een Antwerpse toppoliticus me een halve idioot omdat ik in Oud-Borgerhout woonde. Voor hem was ik een zoveelste loftsocialist (ik woon in een oud herenhuis), het type tweeverdiener dat zijn kinderen naar een blanke school stuurt (helaas) en ondertussen doet alsof hij multicultureel is aangelegd (tja). Onderhuids woekerde het onbegrip voor het wonen in de binnenstad tout court: met zijn lawaai, zijn overlast en, zeker in Borgerhout, zijn ‘rellen'.
Het is waar, ook mijn moeder belde zondag. Of we niet te veel last hadden gehad. Deze keer niet, nee. Een dik jaar geleden, toen Tunesië duizenden kilometer verderop tegen Marokko al voetballend de boot inging, was het andere koek. In geen tijd liep mijn straat over van overvalwagens. Op de wat verderop gelegen Turnhoutsebaan vielen herrieschoppers bussen van De Lijn aan. Zaterdag verzandden opstootjes in een soort van bezienswaardigheid voor de braderiebezoekers. Op het kordate optreden van de politie viel deze keer niets af te dingen.
Natuurlijk was ik kwaad. Zeker toen ik tussen dat jonge grut stond: jochies, helemaal in de ban van mannen met de zo typische baard- en klederdracht – ik blijf eufemistisch. Waar bleven de ouders om het kroost tot de orde te roepen? (Ook islamitische geestelijken reageren om een duistere reden altijd twee dagen te laat.) Dezelfde bedenking overvalt me als tijdens zwoele juninachten (examentijd) allochtone jongens op straat rondslenteren. Mijn kinderen liggen dan in bed.
Uitgerekend op zulke momenten moet je je hoeden voor algemene conclusies. Die laat ik graag over aan politici van buiten de Singel. Het verplicht je te denken aan het goeds dat Borgerhout voortbrengt. De Reuzenstoet, met 20.000 kijklustigen, was alvast een schot in de roos. Een jaar lang moedigde het district alle mogelijke organisaties en scholen aan om met een zelfgemaakte reus mee op te stappen. Dat het Instituut Maris Stella de prijs van de mooiste reus won, blijft gezien de sociologische samenstelling veelzeggend.
Monoculturen
Toch zal ik nooit de lof zingen van de multiculturele samenleving. Niet omdat er zo veel problemen zijn, wel omdat ze zelfs in Borgerhout niet bestaat. Toen het nieuwe districtscollege zes jaar geleden het bestuurakkoord voorstelde, bestond de zaal uitsluitend uit blanke Borgerhoutenaren. Enkele maanden geleden, bij de voorstelling van het nieuwe wijkcirculatieplan, was het beeld al wat diverser. De auto blijft kennelijk een universeel goed. Ook heel wat straatfeesten blijven vooral een Vlaamse zaak. De plaatselijke trendy cafés – er zijn er steeds meer – geven een soortgelijk beeld. De monoculturen leven vooral naast elkaar.
Borgerhout worstelt met een sluimerend onveiligheidsprobleem, maar van overdrijvingen wordt niemand beter. De kleine drugdeals net om de hoek aan het Moorkensplein beschouw ik als een attractie. Elke vergelijking met Molenbeek loopt ook mank. Hier vertrekken geen bedrijven omdat het personeel zich onveilig voelt. Toen mijn vrouw een geval van vandalisme ging aangeven in het plaatselijke politiekantoor (Maréestraat), vroeg de politieman zich wel af waarom we in godsnaam in deze buurt waren komen wonen. Hij wist wel beter. In plaats van ons schuldig te voelen, dienden we een klacht in bij de ombudsman.
Veel drukker maak ik me over het sluikstorten en de onvoorstelbare hoeveelheid zwerfvuil die de witte tornado's elke dag (!) in mijn straat ophalen. Zuiderlingen koesteren blijkbaar een andere relatie met de openbare ruimte. Wellicht zullen ook hier GAS-boetes nodig zijn. Groezelige straten genereren een onaangenaam gevoel, net als het problematische verkeer in de kleine straatjes. Daarom hou ik mijn hart vast voor het mogelijke opdoeken van het ‘STOP-principe (voorrang voor Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en dan pas Privévervoer, red.), dat de zwakke weggebruiker voorrang geeft op de auto.
Renovaties
In Borgerhout kan er dus flink worden gekankerd. Dat hoeft evenwel geen fataliteit te zijn. Stilaan overheerst het gevoel dat de dingen kunnen worden gekeerd. Het districtsbestuur onder leiding van Wouter Van Besien (ik beschouw hem eerder als ‘mijn' burgemeester dan als Groen-voorzitter) weet drommels goed waar de pijnpunten in deze drukst bevolkte gemeente van België liggen. Heel consequent maar met beperkte middelen dacht het na over de heraanleg van straten en pleinen om de woonkwaliteit te versterken. Een nieuw Moorkensplein zal daarvan de apotheose zijn. De ambitieuze aanpak deed deugd.
Dankzij de kwaliteit van de huizen trekt Oud-Borgerhout nog steeds nieuwe mensen aan. Het aantal renovaties valt niet te tellen. De ligging blijft ook schitterend. Elk warenhuis naar keuze (op Albert Heijn na) ligt op wandelafstand. Bakkers en kruideniers zijn er in overvloed, open op zondag. Het centraal station blijft vlakbij. En met de succesvolle velostations heb je geen eigen fiets meer nodig. Los van het succes van de Roma valt het aantal culturele initiatieven niet meer te tellen.
Borgerhout kan rauw zijn, maar dat is het leven in elke stad die zich respecteert. Een haast ensoriaanse optocht zoals BorgerRio (met, jawel, Braziliaanse majorettes) bewijst elk jaar de veelkleurige veerkracht. Samenleven in diversiteit blijft vermoeiend, zeker met een grote groep jongeren die niet goed weten wat ze met hun leven moet aanvangen. Maar zolang het perspectief op beterschap overleeft, zolang wit volgt op zwart, voel ik geen aandrang om te verhuizen.
DS, 18-09-2012 (Bart Brinkman)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|