Mensen die zich op latere leeftijd wagen aan een opleiding verpleegkunde weten al op voorhand dat ze zo goed als zeker een job zullen hebben wanneer ze hun papiertje in handen hebben. Het systeem is flexibel genoeg om kansen te bieden aan ouderen die naast hun studie ook nog de zorg hebben van een gezin. Ik kan het alleen maar toejuichen als mensen kiezen voor de zorgsector want er zal in de toekomst nog meer nood zijn aan gedreven krachten.
Het is heel anders in de lerarenopleiding. Enerzijds wordt het wel toegejuicht dat je terug gaat studeren, maar anderzijds moet je het maar zien te redden. In theorie is het allemaal wel knap, maar de realiteit is dikwijls hard, zeker wanneer je studies en gezin moet proberen te combineren. Het betekent lessen volgen, stages, taken, examens, maar daarbij opgeteld heb je ook nog eens de voltijdse dagtaak van wassen, strijken, poetsen, boodschappen doen, koken, afwassen, oudercontacten (in de scholen van de kinderen), ... Daarbovenop is studeren altijd verbonden met een prijskaartje, dus dat betekent dan weer inschrijvingsgeld, boeken en kopies betalen. Anderzijds valt er een inkomen weg, dus moet je het minstens 3 jaar financieel zien te redden. De goesting om het te doen moet dus al zeer groot zijn. Daarom denk ik (in het algemeen) dat mensen die op oudere leeftijd in de lerarenopleiding stappen sterk gemotiveerd zijn en niet zomaar willekeurig iets kiezen. Ze hebben meestal goed nagedacht.
Terwijl de verpleegkundigen praktisch werkzekerheid hebben, is de toekomst voor afstuderende leerkrachten nog niet zo zeker. Sommige scholen kiezen voor een jong lerarenkorps. Andere directies zijn dan weer vragende partij voor de wat rijpere leerkrachten. ZIJ zien voordelen als ervaring, levenswijsheid, soms ook meer discipline.
In ieder geval, of je nu 20+ of 50+ bent, het is de liefde voor het vak die telt, of je nu dokter of leraar bent, poetsvrouw of loodgieter. Iets wat je met hart en ziel doet, doe je meestal wel goed.
|