Zero tolerance
Zero tolerance
Rik Torfs
Zero tolerance. Elke vorm van criminaliteit, hoe klein ook, moet vervolgd en bestraft worden. Zo hoort het toch? Iedereen knikt.
Gelukkig is er de overheid, die tot zoveel daadkracht niet in staat is. Want stel even dat ze het wel was. Door een spectaculaire uitbreiding van het politieapparaat, na een krachtige verhoging van de belastingen. Dankzij het verrijzen van gloednieuwe gevangenissen overal te lande. Door burgers te verplichten elk misdrijf waar ze weet van hebben, te rapporteren. In welk land zouden we leven? In een veilig land, net wat u zegt, maar de prijs is hoog. Overal staan camera's. Auto's worden op de meest onverwachte plekken staande gehouden: wellicht is de vervaldatum van het verplichte brandblusapparaat verstreken? In het holst van de nacht ligt de politie op de loer in de buurt van een school waar je maar dertig mag rijden. Als burgers in de stad een haan horen kraaien, verraden ze hun buurman en bellen de politie. Waarom trouwens wakkere lieden geen premie schenken als ze bij de bevoegde instanties een misdrijf aangeven?
Natuurlijk moeten gewelddaden door Brusselse boefjes, diefstallen, inbraken en afpersing krachtig en zonder misplaatste toegeeflijkheid worden bestreden. Maar nultolerantie, altijd en overal, met betrekking tot welk misdrijf ook? Daarvoor zijn er te veel misdrijven. En wel omdat politici niet naar een leefbare wereld streven, maar van een volmaakte wereld dromen. Dus staan er op elke vorm van tekortschieten straffen, op ernstige vergrijpen en op onnozelheden. Bij de beteugeling ervan ontstaat trouwens concurrentie. De parkeertijd met een minuut overschreden? Te laat is te laat. En het is natuurlijk makkelijker parkeermeters te controleren dan machojongens met korte lontjes tot de orde te roepen.
Onderbelichting van normen en waarden is niet het probleem. Wel de groeiende kloof tussen beide. Dat is een proces in drie fasen.
In een eerste fase delen mensen waarden met elkaar, spontaan of door een goede opvoeding, zonder enige normatieve dwang. Bij het organiseren van een tuinfeest worden de buren vooraf op de hoogte gebracht of zelfs uitgenodigd, blijft geluidsoverlast binnen de perken.
Lukt dat niet, dan breekt de tweede fase aan. Er komt een gemeentelijk reglement voor tuinfeesten. Niet om gedeelde waarden door een norm te bevestigen. Juist andersom: om verdwenen waarden door dwingende normen te vervangen en op die manier de sfeer in de buurt draaglijk te houden.
Helaas is ook een derde fase mogelijk: normen leiden een eigen leven. Ze komen niet langer in de plaats van waarden, maar zijn pure regelneverij. Een attest hier en een papier ginder. Ze vinden hun bestaansreden in zichzelf. In het ergste geval gaan ze zelfs regelrecht tegen waarden in. Daarvan biedt de roman Alleen in Berlijn (1947) van Hans Fallada een mooi voorbeeld. Het hoofdpersonage, Otto Quangel, stelt de gruweldaden van het naziregime aan de kaak op handgeschreven kaarten. Die legt hij neer in traphallen van gebouwen waar bedrijven zijn gevestigd, advocatenkantoren, dokterskabinetten. Wie een kaart aantreft en ze opraapt, bevindt zich vanaf dat ogenblik op de rand van de criminaliteit. Loopt hij niet meteen naar de politie, dan is hij medeplichtig aan de inhoud ervan. De kaart gewoon op zak houden en aan niemand tonen, is geen optie. Ook wie de uitgedrukte waarden deelt, kan niet anders dan onmiddellijk de politie contacteren, daarbij verontwaardiging veinzend over ideeën die hij ten gronde genegen is.
Tussen de Belgische democratie en het naziregime zijn er natuurlijk meer verschillen dan gelijkenissen. Toch toont het voorbeeld twee dingen. Om te beginnen, moeten we voorzichtig zijn met niet-handelen als een misdrijf te zien. Het gebod botst gemakkelijker met het geweten dan het verbod. Vervolgens en vooral: normen en waarden staan soms haaks op elkaar. Terwijl normen waarden zouden moeten versterken, of hen hooguit vervangen om, waar ze ontbreken, het leven draaglijk te maken.
Een norm die moet worden nageleefd enkel en alleen omdat hij een norm is, verdient wantrouwen. Hoe meer strafwetten er zijn, hoe groter trouwens de kans dat zij tot ontrouw en verraad verplichten. Kortom, ik geloof eerder in de vrijheid dan in de wet. De wet is er om de vrijheid te beschermen, niet om haar te beperken.
Als die voorwaarde is vervuld, kunnen we over nultolerantie spreken. Dan is ze wat ze hoort te zijn, een noodzakelijk kwaad, geen morele overwinning.
DS, 19-04-2012 (Rik Torfs)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|