De dodenmars van Dexia: een financieel drama in zeven bedrijven
Dead bank walking
BRUSSEL - Volgende week presenteert de Dexia-commissie haar conclusies. Op basis van getuigenissen én gesprekken met een aantal hoofdrolspelers reconstrueert De Standaard voor het eerst de drie jaar durende doodsstrijd. ‘Yves, een politicus aan het hoofd van een bank: is dat wel een goed idee?'
Het is zondag 9 oktober 2011, net voor middernacht. Op de 33ste verdieping van de Dexia Tower, met zijn 145 meter de op één na hoogste toren van Brussel, kan je een speld horen vallen. De gezichten zijn getekend, de zenuwen staan strak. Als ‘twelve angry men' discussiëren de bestuurders al bijna tien uur over de ontmanteling van de Frans-Belgische groep. Enkel onderbroken door koeriers met pizza of juridische specialisten die een neutraal advies kwamen geven. Maar dit is het moment van de waarheid: er moet gestemd worden over de verkoop van Dexia Bank België aan de Belgische overheid. Of anders gezegd: over het einde van Dexia.
De symboliek van het moment is voelbaar. Eén voor één staan de bestuurders op en lichten ze hun stem toe met een kleine toespraak. De Fransen en de onafhankelijke bestuurders komen eerst aan de beurt, daarna volgen de Belgen. De sfeer is er een van ontgoocheling en ingehouden woede, vermengd met een zeldzame toets van opluchting. Sommigen onthouden zich – zoals Koen van Loo, de vertegenwoordiger van de Belgische overheid – anderen stemmen voor maar laten expliciet noteren dat het ‘une vote de résignation' is. Zelfs voorzitter Jean-Luc Dehaene heeft het moeilijk. ‘Dit is de zwaarste raad van bestuur ooit', sms't hij naar zijn vrouw Celie.
Het doek valt. Pierre Mariani, de Franse ceo van Dexia, staat als laatste recht, neemt het woord en houdt een emotionele afscheidsrede. Na 72 uur zonder slaap kan zelfs ‘le petit Napoléon' zijn gevoelens nauwelijks nog bedwingen. Hij is tot tranen toe bewogen. Zijn trieste, vermoeide blik kruist die van zijn trouwe kompaan Dehaene en drie jaar van zijn leven schieten in één flits voorbij.
Geen bank, maar een hefboomfonds
Toen Dehaene en Mariani drie jaar eerder in het Dexia-bad gegooid werden, kon geen van beiden vermoeden in welk moeras ze zouden terechtkomen. Als trouwe staatsmannen kregen ze in oktober 2008 beiden ‘an offer you can't refuse'. Mariani kreeg een persoonlijk telefoontje van zijn vriend en vroegere baas: de Franse president Nicolas Sarkozy, van wie hij de kabinetschef was toen die nog minister van Begroting was. Jean-Luc Dehaene werd midden in de nacht opgebeld door zijn partijgenoot en toenmalig premier Yves Leterme (CD&V). ‘Yves, een politicus als voorzitter van een bank: is dat wel een goed idee?', stribbelde Dehaene vergeefs tegen. Profetische woorden, zou later blijken.
Want uit een interne audit wordt al snel duidelijk in welke rampzalige toestand Dexia is. De resultaten zijn alarmerend: in het directiecomité woedteen open oorlog tussen Belgen en Fransen, het risicobeheer is ondermaats en het zakenmodel van de bank staat op instorten.
De cijfers spreken boekdelen. Een normale, gezonde bank financiert zijn activiteiten vooral met spaargeld dat opgehaald wordt bij de klanten en probeert de afhankelijkheid van de geldmarkt zoveel mogelijk te beperken. Maar op zoek naar winst, had Dexia de voorgaande jaren alle voorzichtigheid laten varen. Toen het duo Mariani en Dehaene de teugels overnam, moest de Frans-Belgische bank elke dag 265 miljard euro lenen op de internationale geldmarkt. Elke dag. Dat is evenveel als de toenmalige staatsschuld van Griekenland. Wanneer Mariani dat leest, is hij verbijsterd. ‘Dit is geen bank meer, maar een hefboomfonds', zegt hij tegen Dehaene.
De oorzaak van het liquiditeitsgat – zoals dat in vakjargon heet – is snel gevonden. Dexia financierde jarenlang haar langlopende kredieten aan lokale overheden met kortlopende leningen op de interbankenmarkt, die aan de lopende band hernieuwd moesten worden. Een lucratief, maar erg risicovol zakenmodel dat vanuit de dochter in Parijs, Dexia Crédit Local (DCL), agressief naar het buitenland werd geëxporteerd. Tot in Moskou en Tokio toe. En dat soms tegen het advies vanuit het directiecomité in Brussel in.
Het resultaat was een monsterportefeuille met langlopende kredieten, die vanaf 2005 in omvang explodeerde van 40 naar 220 miljard euro. En dus ook steeds meer geld opslorpte. En niet alleen via leningen op de interbankenmarkt. Dexia had in Frankrijk namelijk geen klassieke bankpoot die spaargeld ophaalt bij de man in de straat. Maar in België wel: het voormalige Gemeentekrediet. Naarmate de obligatieportefeuille van zuster DCL groeide, zag de directie van Dexia Bank België knarsetandend steeds meer Belgisch spaargeld naar Parijs verdwijnen.
Tot eind 2008 de geldkranen een eerste keer droogvallen. Omdat de kredietcrisis escaleert, durven de banken elkaar geen geld meer lenen en breekt er ook bij de spaarders in ons land paniek uit. België, Frankrijk en Luxemburg redden Dexia in twee stappen. Eerst via een kapitaalinjectie van 6 miljard – die het probleem niet oplost – later via 150 miljard euro aan staatsgaranties. In ruil eist en krijgt de Franse president Sarkozy onder meer het hoofd van de Belgische ceo, Axel Miller, en een blokkeringsminderheid in het aandeelhouderschap van Dexia.
De Franse machtsgreep
Gesterkt door de vernietigende audit, leggen hun opvolgers – het duo Dehaene/Mariani – de schuld meteen bij hun voorgangers. ‘Wij zijn de puinruimers van de grootheidswaanzin', benadrukt Dehaene in de media. ‘Zij waren het die Dexia wilden uitbouwen tot de wereldleider in de financiering van lokale overheden.'
Maar het is vooral ceo Mariani die de teugels stevig in handen neemt. De geboren Corsicaan doet zijn reputatie van ‘petit Napoléon' alle eer aan. Het directiecomité van Dexia wordt uitgezuiverd en op een zijspoor gezet. ‘Les Mariannettes', worden ze daarna smalend door de vakbonden genoemd. Mariani laat zich enkel nog adviseren door een leger peperdure consultants van Bain & co en zijn arrogante rechterhand: Alexandre Joly.
Volgens critici was de Franse machtsgreep vooral bedoeld om de interne weerstand in het Belgische kamp te breken. Tijdens de onderhandelingen over de staatsgaranties voor Dexia hadden een aantal Belgische aandeelhouders – daartoe mede aangezet door ex-ceo Axel Miller – nog aangedrongen op een splitsing van de bankgroep. Maar premier Yves Leterme en vicegouverneur Coene botsten toen al op een onverzettelijke Christine Lagarde, die als Frans minister van Financiën de hele nacht lang alle Belgische argumenten van tafel veegde.
Het nieuwe topduo van Dexia zit wél op dezelfde golflengte: die van het Elysée. Mariani en Dehaene kiezen resoluut voor de vlucht vooruit: Dexia wordt niet opgesplitst maar samengehouden en zal worden afgeslankt in samenspraak met Europa. Voor sommige directieleden van Dexia Bank België is dat bijzonder moeilijk om slikken. Zij zien met lede ogen hoe er vanuit België nog altijd tientallen miljarden euro spaargeld naar Parijs blijven wegvloeien, vaak via leningen zonder onderpand. En ook hoe de toenmalige Belgische waakhond CBFA blijkbaar niets aan de grensoverschrijdende geldstromen binnen de groep kan of wil doen.
Maar Dehaene predikt geduld. Net als Mariani weet de Belgische ex-premier door de eerste redding de interne machtsverhoudingen bij Dexia fundamenteel zijn gewijzigd. Voor het eerst hebben de Fransen samen meer dan 25 procent van de aandelen. Wat betekent dat het Elysée elke beslissing bij Dexia kan blokkeren.
Puin ruimen, maar niet te snel
Nu de roep om een opsplitsing van Dexia is gesmoord, vliegt crisismanager Mariani erin. Hij stelt een herstructureringsplan op dat loopt over vijf jaar. Dexia schrapt een eerste keer honderden jobs, trekt zich terug uit vijftien landen en vermindert de operationele kosten met 15 procent.
Daarnaast maken Mariani en Dehaene vooral werk van de verkoop van de resterende portefeuille rommelkredieten bij probleemdochter FSA in de VS, waar de huizenmarkt in 2009 nog volop in crisis is. Maar ze worden daarbij tegengewerkt door de Belgische grootaandeelhouders: Arco, de financiële poot van het ACW, de Gemeentelijke Holding en verzekeraar Ethias.
Want de verkoop van FSA dreigt Dexia miljarden te kosten en brengt het dividend in gevaar. En dat komt hoogst ongelegen.
De Belgische aandeelhouders hebben jarenlang overgeïnvesteerd in Dexia-aandelen en zitten daardoor in financiële problemen. Door de implosie van de beurskoers van Dexia dreigen zware verliezen. Bovendien werden de Belgische aandeelhouders bij de eerste redding van Dexia gedwongen om voor 1 miljard euro in te tekenen op een dure noodkapitaalverhoging. Omdat ze dat geld niet hadden, moesten zij daar een omstreden lening voor afsluiten bij... Dexia Bank België. Een vestzak/broekzakoperatie die tot in het Elysée wenkbrauwen doet fronsen. ‘C'est de la fausse monnaie', wrijft Mariani de Belgen geregeld in.
Kortom, de Belgische aandeelhouders snakken naar een dividend en vragen Dexia niet te snel te saneren. Het duurt dan ook 18 dagen en twee raden van bestuur om groen licht te krijgen voor de verkoop van de Amerikaanse probleemportefeuille, waarop bijna 2 miljard euro verlies wordt geleden. Maar Dexia slikt de bittere pil door, waarna de hemel lijkt op te klaren. Wanneer het aandeel in de herfst van 2009 even stijgt naar 7 euro, denkt iedereen : ‘We zijn erdoor'. Mariani, die als crisismanager indruk had gemaakt, strijkt voor dat boekjaar dan ook een royaal loon op: 1,8 miljoen, waarvan 800.000 euro bonus. Zonder veel protest.
De ruzie met Europa
Maar hoogmoed komt voor de val. In de onderhandelingen met Europa gaat het voor het eerst verkeerd. Om concurrentievervalsing te vermijden wil de Europese Commissie elke grootbank die staatssteun kreeg een streng afslankingsplan opleggen. Maar de gesprekken zullen meer dan een jaar duren.
Het botert niet tussen het uitsluitend (!) Franse onderhandelingsteam en de technici van Europa. Beiden beschuldigen elkaar van onkunde, arrogantie en vertragingsmanoeuvres. ‘We moesten op een bepaald moment zelfs een spreadsheet doorsturen met alle financiële transacties sinds 2007', foetert Dehaene in een interview met deze krant. ‘Een spreadsheet met zeven miljoen vakjes!'
Maar Europa kan niet lachen met de kritiek. De eurocommissaris voor Mededinging, Neelie Kroes, is niet onder de indruk van het herstructureringsplan van Dexia en heeft twijfels bij de leefbaarheid van het zakenmodel. Kroes vraagt de bank sneller af te slanken. Daarbovenop moet Dexia ook de Franse dochter DCL met de historische obligatieportefeuille – inmiddels geslonken tot 120 miljard euro – afsplitsen en onderbrengen in een aparte ‘bad bank'. Of als dat niet kan, verkopen.
Dexia ziet dat echter niet zitten. Dan moet er nogmaals een miljardenverlies worden geslikt en mogen de verpauperde aandeelhouders hun dividend pas echt vergeten. Maar vooral: het Elysée wil niet alleen voor DCL opdraaien. Eind november schiet de Frans-Belgische lobbymachine in gang. Dehaene, minister van Financiën Didier Reynders (MR) en diens Franse collega Christine Lagarde... allen gooien ze hun volle gewicht in de strijd om ‘de bureaucraten in Brussel' te bewerken. Op een bepaald moment belt Sarkozy zelfs met Commissievoorzitter Jose-Manuel Barroso, in de hoop dat hij Neelie Kroes op andere gedachten brengt.
Uiteindelijk stelt het kabinet-Reynders een alternatief voor. Dexia wil op vraag van Europa wel sneller afslanken, maar DCL én de obligatieportefeuille van 120 miljard blijven verankerd binnen de bank. In ruil belooft Dexia strikt over de risicoportefeuille te rapporteren en ervoor te zorgen dat er voldoende kapitaal tegenover staat. Begin februari 2010 gaat Europa overstag.
Dexia negeert waarschuwingen
De top van Dexia is opgetogen over de pyrrusoverwinning. Niemand is op dat moment bezig met het sluimerende gevaar van een eurocrisis en de mogelijke gevolgen daarvan op de obligatieportefeuille, die vol zit met staatspapier van zwakke eurolanden. In het Europees parlement worden nochtans dan al vragen gesteld over een mogelijk eerste reddingspakket voor Griekenland, dat begin mei 2010 liefst 110 miljard euro zou toegestopt krijgen.
En Mariani en Dehaene slaan nog meer waarschuwingen in de wind. In het rapport dat bij het afslankingsplan wordt vrijgegeven, waarschuwt Europa expliciet voor de enorme liquiditeitsrisico's van de onderliggende renteswaps (zie lexicon) op de obligatieportefeuille. Als de marktomstandigheden tegenzitten, kunnen die renteswaps enorme hoeveelheden geld uit de bank zuigen. Maar bij Dexia haalt men de schouders op.
Pas in augustus gaat er opnieuw een alarmbel rinkelen. Ook de Franse waakhond ACP dreigt er nu mee Dexia-dochter DCL onder ‘speciaal toezicht' te plaatsen omdat die oncontroleerbare risico's neemt met de enorme hoeveelheid renteswaps – voor liefst 1.500 miljard – die ze in portefeuille heeft. De wiskundige modellen in Parijs deugen van geen kanten en het risicobeheer in de groep is versplinterd, verouderd en gebrekkig. Een probleem dat anderhalf jaar eerder ook al bleek uit de interne audit.
Maar Dexia weet het brandje met de Franse waakhond te blussen. Althans voor de buitenwereld. Pikant detail is wel dat Mariani vervolgens intern een deel van de Franse risico's in alle stilte begint door te schuiven naar Dexia Bank België (het huidige Belfius). Weliswaar met een zoethoudertje: een korting. Volgens documenten die de redactie in handen kreeg, zou uiteindelijk een derde van alle renteswaps zijn doorgeschoven.
Codenaam Ambiorix
Pas in 2011 begint het voor Dexia echt mis te lopen. Dat voorjaar worden de bank nogmaals door Europa zwaar op de vingers getikt omdat het achterloopt op het (afgezwakte) herstructureringsplan. Terwijl Dexia spreekt over ‘technische details' en optimistisch blijft communiceren, pakken de donkere wolken zich samen. De storm van protest op het royale loon van Mariani – dit keer 1,2 miljoen + 600.000 bonus – is een teken aan de wand. Maar veel erger: de eurocrisis flakkert op, waardoor het voor de bank steeds moeilijker wordt om in haar dagelijkse geldbehoefte te voorzien.
Dexia probeert op 13 mei nog het vertrouwen van de markten te herwinnen door een versnelde afbouw van de obligatieportefeuille aan te kondigen, inclusief op het Grieks staatspapier. Iets waartegen de aandeelhouders zich lang hadden verzet. Want dat betekent nieuwe verliezen – liefst 3,6 miljard euro – én het schrappen van het dividend.
Maar het is al te laat. Ongeveer op hetzelfde moment start de Nationale Bank in het grootste geheim aan de voorbereiding van de nationalisatie of verkoop van Dexia Bank België. Volgens de krant Le Figaro onder de codenaam Ambiorix, een naam die volgens Belgische bronnen intern pas na afloop aan het dossier werd gegeven. Parallel onderzoekt het strategisch comité van Dexia een eigen plan ‘B': het huurt de zakenbank UBS in om een versnelde uitverkoop te onderzoeken.
Op 23 mei valt de eerste dominosteen: het ratingbureau S&P verlaagt de vooruitzichten van Dexia, waartegen Mariani in beroep gaat. Meteen vloeit 20 miljard euro aan kortetermijnfinanciering weg en kan Dexia zonder onderpand geen geld meer lenen in de VS. Maar de hakbijl valt nog niet. Begin juli bindt S&P in en mag Dexia zijn kredietrating behouden, waardoor de geldkranen in de VS weer open gaan.
Het is uitstel van executie. Eind augustus escaleert de eurocrisis, waardoor Mariani van Frankrijk en België officieel de opdracht krijgt om het ontmantelingsscenario op te starten. Op het niveau van de staatsholdings FPIM (België) en APE (Frankrijk) starten formele gesprekken over Dexia Bank België. Op tafel ligt een plan van Luc Coene, intussen opgeklommen tot bankgouverneur. Hij wil alle operationele dochters uit Dexia halen en verkopen – ook de Belgische bankpoot – en met de verkoopopbrengsten het kapitaal versterken van de achtergebleven ‘bad bank'.
Bankrun en chaos
Het is niets te vroeg. Op maandag 26 september luiden de alarmbellen. Door de eurocrisis zijn de beleggers massaal in Duits staatspapier gevlucht, waardoor de tienjarige Duitse rente spectaculair is gedaald en de renteswaps liefst 46 miljard euro cash uit Dexia zuigen (zie lexicon). Dat is 20 miljard meer dan enkele maanden eerder. Geld dat de bank niet kwijt is, maar wel geblokkeerd zit en Dexia uiteindelijk te kort zal komen om in de enorme dagelijkse geldbehoefte te voorzien: op dat moment nog 110 miljard euro per dag.
Enkele dagen later, op vrijdag 31 september, geeft Moody's de doodsteek: weer dreigt een ratingverlaging. En dit keer helpt het protest van Mariani niet. Wanneer de rating op maandag 3 oktober wordt verlaagd, verliest het Dexia-aandeel 10 procent en gaan de laatste geldkranen op de interbankenmarkt één voor één dicht. Dexia is voor zijn financiering nu bijna volledig afhankelijk van de ECB en noodkredieten van de Nationale Bank.
Diezelfde dag nog wordt om 19 uur een raad van bestuur bijeengeroepen op de 33ste verdieping van de Dexia-toren in Brussel. De negen Franse bestuurders raken er niet en moeten de chaotische vergadering volgen via een telefoonconferentie. Als het ontmantelingsplan wordt ontvouwd, vallen een aantal Belgische bestuursleden van hun stoel. Ze voelen zich overvallen. ‘We lopen het gevaar op een bankrun', roept een van hen uit.
Maar het is te laat. Zeker als Olivier Bourges, de Franse overheidsbestuurder (APE), de communicatie in het honderd laat lopen. Hij wil dat er in het persbericht niets wordt gezegd over een garantiestelling voor de ‘bad bank' van Dexia, die later restbank of restholding zal worden genoemd. Uit schrik voor de AAA-rating van Frankrijk. Er wordt urenlang over gepalaverd en twaalf verschillende versies opgemaakt van het persbericht, dat pas om 4 uur 's nachts wordt uitgestuurd.
De volgende dag is de verwarring compleet en keldert het aandeel Dexia met 40 procent. De Dexia-klanten nemen het zekere voor het onzekere en halen hun spaargeld weg: 300 miljoen euro in enkele uren, tegen het eind van de week liefst 2,5 miljard euro. Om tien uur 's ochtends laten Reynders en zijn Franse collega François Baroin, die in juni Lagarde was opgevolgd, weten dat Frankrijk en België hun verantwoordelijkheid zullen opnemen. Net als drie jaar eerder in 2008.
Wortelsoep in het Egmontpaleis
Meteen is duidelijk dat er snel een definitieve oplossing voor Dexia moet komen. Een delegatie onder leiding van Hans D'Hondt, de ex-kabinetschef van Yves Leterme, reist af naar de Parijs om de slotonderhandelingen voor te bereiden. De gesprekken gaan vooral over de overnameprijs van Dexia Bank België (het huidige Belfius). De Belgen openen met een bod van 1,5 miljard euro, de Fransen eisen 7,9 miljard euro, de boekwaarde van de bank. Uiteindelijk gaat D'Hondt tot 3,5 miljard euro, terwijl Frankrijk volhoudt dat ‘Mariani minstens 4,5 miljard euro wil'.
Het slotberaad tussen de regeringen moeten uitsluitsel brengen. Na enig gekibbel over de plaats van de werklunch – waarbij Mariani er bij het Elysée op aandringt ‘par politesse' naar Brussel te komen – gaat die op zondagmiddag 9 oktober door in het statige Egmontpaleis.
Naast het duo Dehaene/Mariani van Dexia, die aan het hoofd van de vergadertafel plaatsnemen, zijn alle politieke kopstukken en hun kabinetschefs aanwezig. Aan Belgische kant zijn dat Leterme en Reynders. Aan Franse kant premier François Fillon en zijn minister van Financiën Baroin. Zelfs toekomstig premier Elio Di Rupo, die later het Dexia-dossier zou erven, loopt even langs.
De sfeer is ontspannen en bij het voorgerecht – een dampende wortelsoep – ontbrandt het strategische steekspel. Mariani bluft en zwaait met een bod voor Dexia Bank België van een onbekende kandidaat-koper (het Spaanse Santander). ‘Ik wil 4,5 miljard euro, voor minder stap ik op', dreigt hij. Maar de Belgen spartelen tegen.
Terwijl het hoofdgerecht wordt geserveerd – zalm – verdwijnen Leterme en Fillon even. Ze zijn samen naar het toilet. Als ze terugkomen hebben ze een akkoord over de prijs: vier miljard euro, aangevuld met de verkoop van Dexia Asset Management (voor één symbolische euro) en de overname door België van 323 werknemers van de restbank Dexia.
Pas bij het dessert – crême brulée – loopt het voor België echt verkeerd. De omvang van de staatswaarborgen voor de restbank Dexia (90 miljard euro) en de onevenwichtige verdeling ervan (60,5 procent voor het kleine België, goed voor 54 miljard euro of 15 procent van ons bbp) zijn voor de Belgische onderhandelaars geen breekpunt. Omdat Dexia voor de dure staatswaarborgen moet betalen, brengt dat meer geld in de staatskas, redeneren de politici. Voor de begroting van 2011 is dat meteen al 450 miljoen euro, vooraf te betalen, waarvan 270 miljoen euro voor België.
Niemand die hen blijkbaar waarschuwt dat de restbank Dexia de dure staatswaarborgen misschien niet eens kan betalen. Of nog erger, dat er een reëel risico is dat er op het einde van de rit bij de restbank/restholding een miljardenput achterblijft. Waardoor de Belgische belastingbetaler als ultieme verzekeraar van Dexia mogelijk miljarden euro's zal moeten ophoesten.
Na een lunch van nauwelijks twee uur, verlaat het gezelschap om 14 uur opgelucht het Egmontpaleis via de monumentale marmeren trap. Het is nu aan Dexia om de afspraken tussen de regeringen te bekrachtigen. Mariani en Dehaene haasten zich naar de 33ste verdieping van de Dexia-Tower, waar nauwelijks één uur later de laatste raad van bestuur begint. En het doodvonnis voor Dexia wordt voltrokken.
DS, 17-03-2012 (Nico Tanghe)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|