Enkele post bekijken
  #1  
Oud 19th February 2012, 13:39
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post ‘Je moet goed gek zijn om in het wit te werken'

‘Je moet goed gek zijn om in het wit te werken'


‘Iedereen doet het', schrijft professor Michel Maus in zijn boek over zwartwerk in België. Zijn uitspraak doet onrecht aan alle ondernemers, werknemers en klanten die wél keurig de regels volgen. Maar zelfs staatssecretaris John Crombez moest erkennen dat voor bepaalde sectoren zwartwerk een zaak van overleven is. Waar ligt de grens tussen economische noodzaak en malafide hebzucht? ‘Sommige klanten speelden ons tegen andere aannemers uit: wie het hoogste percentage zwart aanrekende, kreeg de opdracht.'



‘Bent u bereid om vier of vijf euro voor een pintje te betalen? Want alleen dan ben ik in staat om al mijn personeel in het wit te betalen.’


Tom windt er geen doekjes om. Hij heeft verschillende goed draaiende cafés en geeft werk aan een 25-tal personeelsleden, of 17 fulltime equivalenten. Elke werknemer heeft een officieel contract, en een brutoloon tussen 20 en 25 euro per uur. Daar houden ze zo’n acht ŕ negen euro aan over, goed voor een netto-inkomen van 1.200 euro per maand.
‘Maar niemand wil voor dat lage bedrag werken’, zegt Tom. ‘Mijn personeel is student of heeft geen diploma, maar wil toch een hoge levensstandaard. Ze zijn bereid om daarvoor hard te werken, tot vijftig ŕ zestig uur per week.’ En die overuren betaalt Tom in het zwart. ‘In de praktijk verdienen mijn mensen tot 2.500 euro per maand. Als ze dat hier niet krijgen, gaan ze wel ergens anders werken.’


Een alternatief heeft hij niet, verzekert Tom. ‘Als ik mijn personeel volledig officieel wil verlonen, moet ik al mijn prijzen verdubbelen. Dan kan ik evengoed de deuren sluiten. Geen enkele café is rendabel zonder zwartwerk.’


De sociale inspectie krijgt hij geregeld over de vloer, maar die kan hij makkelijk om de tuin leiden. Alle personeelsleden hebben immers een contract, en de inspecteurs kunnen niet weten of ze al overuren aan het doen zijn. Ook de belastingcontrole valt met een goede boekhouder te misleiden.


‘Je kunt niet zwart betalen zonder zwart inkomen’, vertelt Tom. ‘Het voordeel van de horeca is dat je veel drank in het zwart kunt aankopen, op biervaten na.’ Tom schat dat zijn leverancier 70 ŕ 80 procent van de drank op factuur levert, de rest in het zwart. ‘Daar betaal ik dan mijn personeel mee.’
Hij zegt weinig zwart geld voor zichzelf over te houden. Zijn vennootschap betaalt hem 2.000 euro netto per maand uit. Officieel. ‘Daarbovenop beschik ik over zo’n duizend euro extra, waar ik kleren mee koop of uit eten ga. Of eens op reis ga.’ Maar de tijd dat je met zwart geld naar de bank kon stappen of een mooie auto kon kopen, is voorbij, zegt Tom. ‘Dan is je geld bekend, en dan hang je.’


Slimme barman


Kevin kan wel met zijn zwart geld naar de bank gaan, of investeren in een mooi huis of grotere auto. Hij heeft immers al een mooi officieel inkomen, een kleine 2.000 euro netto. De 600 euro extra die hij bijverdient als barman in een beter restaurant, wekt geen argwaan.
‘Ik doe het om een zekere levensstandaard te behouden. Mijn wedde is goed, maar om eens extra op reis of iets vaker op restaurant te gaan, of om leuke dingen te doen met de kinderen, is die zwarte bijverdienste meer dan welkom, kan ik je zeggen.’
Kevin is leraar in het hoger secundair onderwijs. Na negen jaar voor de klas heeft hij voldoende ervaring opgedaan om zijn vrije tijd niet louter aan de voorbereiding van lessen te moeten besteden. Hij klust twaalf uur bij per week. Drie jaar geleden ging hij solliciteren in een restaurant.


‘Ze zien ons graag komen. Barman is een knelpuntberoep, en restauranthouders zijn blij met personeel dat enkele talen spreekt, weet mee te praten over wijnen en een conversatie op niveau kan voeren met de klanten. Ik kon dus enkele eisen stellen.’
Eén daarvan was dat de verloning volledig in het zwart zou gebeuren. Het eerste jaar werkte Kevin voor een derde officieel. Maar toen hij duizend euro achterstallige belastingen moest betalen, eiste hij om volledig in het zwart te werken.


‘Ik krijg 11 euro bruto betaald. Als ik daarvan 45 procent moet afdragen, hoeft het voor mij niet meer. Mijn baas argumenteerde dat een officieel loon goed was voor mijn pensioen, maar ik heb al een ambtenarenpensioen. Ik zou goed gek zijn om voor 6 euro in het wit te werken.’


Kevin schat dat een derde van de collega’s van zijn school bijklust. Hij vindt daar geen graten in. ‘Men schildert ons af als profiteurs, maar ons zwarte inkomen is de smeerolie van de economie. Ik versluis mijn geld niet naar het buitenland, maar besteed dat in winkels en restaurants hier. Ik lees in de krant over dertig miljard euro zwart geld, maar dat bedrag gaat niet op in rook. Uiteindelijk komt dat geld ook weer bij onze bedrijven terecht.’
Hollandse kost


Danny Van Assche van Horeca Vlaanderen kijkt niet op van zulke verhalen. ‘Het is bijzonder moeilijk, en voor veel zaken onmogelijk om zonder zwartwerk rendabel te blijven’, geeft hij toe. De reden ligt voor de hand: de loonkosten voor de zeer arbeidsintensieve horeca liggen veel te hoog. ‘Natuurlijk zijn er regelrechte fraudeurs, die snel rijk willen worden. Maar veel horecazaken hebben het zwarte inkomen vooral nodig om hun personeel bij te betalen. Als de envelop wegvalt, wordt het nog veel moeilijker om geschikte mensen te vinden.’
Geen zwart loon zonder zwart inkomen. Om die geldstroom wit te maken, wordt vanaf 2013 de geregistreerde kassa verplicht in de horeca. Elk kassabonnetje is vanaf dan bekend bij de fiscus. Horeca Vlaanderen verzet zich niet meer tegen de geregistreerde kassa, zegt Van Assche, ‘maar als er tegen dan geen kortingen komen op de loonlasten, gaan we naar een Nederlands horecalandschap: minder zaken, veel meer ketens en beperkte openingsuren. Dan is het uit met onze bourgondische café- en restaurantcultuur.’


Een laag brutoloon en een dikke envelop daarbovenop, dat was de normale gang van zaken in het bouwbedrijf dat Koen twaalf jaar geleden overnam. Gewone personeelsleden kregen 20 ŕ 30 procent extra betaald in het zwart, verkopers maar liefst de helft. Het bedrijf, dat particuliere woningen bouwde, draaide tien tot twintig procent omzet in het zwart. ‘Zwartwerk behoorde tot de bedrijfscultuur’, vertelt de aannemer. ‘Dat was me verteld bij de overname, maar men had me niet gezegd hoe erg het wel was. En ik heb zwaar onderschat hoe moeilijk uit te roeien het zwartwerk was.’
Het is de particuliere klant die aannemers tot zwartwerk aanzet, heeft Koen vaak genoeg ervaren. ‘Sommige klanten gingen zo ver om aannemers tegen elkaar uit te spelen: wie het hoogste percentage zwart aanrekende, kreeg de opdracht.’ Dat zwart geld kon dan weer gebruikt worden om de overuren van het personeel, of het extraatje boven op het basisloon uit te betalen. ‘Het is zo goed als onmogelijk om van arbeiders te vragen om overuren officieel te presteren, want dat bijkomende loon is zo zwaar belast dat ze in hun vrije tijd of tijdens de weekend liever voor eigen rekening gaan bijklussen. In het zwart, uiteraard.’


Op den duur ontstaat zo een hele keten van zwartwerk. Want omdat pakweg tien procent van de werkelijke omzet van de firma niet in de boekhouding werd opgenomen, moesten ook de officiële kosten worden gedrukt. ‘En dus moesten we ook onze onderaannemers of leveranciers voor een stuk in het zwart kunnen betalen. Het was een vicieuze cirkel waar we niet uit raakten.’


Uiteindelijk heeft Koen zijn bedrijf weer van de hand gedaan. Het zwartgeldcircuit baarde hem te veel kopzorgen. Hij had immers een zware lening af te betalen, en moest daarvoor zoveel mogelijk officiële omzet genereren. Bovendien hing het risico op controle als een zwaard van Damocles boven hem.


Vandaag is hij gedelegeerd bestuurder van een bedrijf voor industriebouw. ‘Daar verloopt alles volgens de regels, omdat een bedrijf als klant nu eenmaal bewijzen wil van alle gemaakte kosten.’


Sjoemelende kiezers


‘Zwart geld maakt onze sector kapot’, reageert Peter Suys, van de firma De Noordboom. ‘Als je een serieus bedrijf wilt uitbouwen, dan heb je een officiële omzet nodig. Om te investeren, om in aanmerking te komen voor overheidsopdrachten, om bankfinanciering te krijgen of om je bedrijf voor een correcte prijs door te verkopen als je van je oude dag wilt gaan genieten.’


Het is de absolute betrachting van Peter Suys om volgens de regels te werken. En dat lukt, zegt hij, ‘omdat ons bedrijf stevige fundamenten heeft en in een heel specifieke markt actief is, van energiezuinige woningen en passiefbouw. Ik heb de vraag van klanten om een deel van de werkzaamheden in het zwart te laten uitvoeren, de voorbije tien jaar sterk zien dalen. Door de lagere btw, de premies en de fiscale aftrek voor energiezuinig bouwen hebben ze er nu zelf baat bij alles op factuur te betalen.’


Maar niet alle kmo’s staan zo stevig in de schoenen. ‘Een bedrijf dat correct werkt, kan de prijsslag met de zwartwerkers nooit winnen’, zegt Hilde Masschelein van de Bouwunie. Daarom houdt ze haar hart vast nu de regering de fiscale aftrek voor energiebesparende maatregelen grotendeels heeft afgeschaft.


‘De zwakke schakel is de particuliere klant. Het moet voor hem financieel voordelig gemaakt worden om in het wit te werken. Tegelijk vragen we ook al jaren om de opdrachtgevers van zwartwerk te beboeten. Maar blijkbaar ligt het politiek te gevoelig om de kiezers te straffen.’


Bonafide bouwbedrijven worden ook op de andere flank belaagd, door de concurrentie van de ‘bijberoepers.’ Velen van hen hebben een baan in de bouw, maar klussen achter hun uren bij in het zwart. Het is goedkoop voor de klant, en goed verdiend voor de bijklusser.


Fiksen en klussen


En dan is er de grote groep van de echte zwartwerkers. Veel buitenlanders, maar ook veel handige landgenoten die fulltime klussen ‘als vriendendienst.’ Lieven (43) is zo iemand, maar hij voelt zich hoegenaamd niet geviseerd door de kritiek dat hij aan oneerlijke concurrentie doet. ‘Ik help vrienden en kennissen die geen vakman kunnen betalen, of bij klussen waarvoor een erkend vakman niet eens wil komen.’
Lieven had zelf twintig jaar lang een eigen zaak, waarmee hij goed de kost verdiende. Hij kon zelfs een zwart spaarpotje aanleggen. Maar de stress, de onmogelijke regelgeving en de oneindige stroom taksen en facturen werden hem plots te veel. ‘De politiek heeft van ons land een democratuur gemaakt, met wetten en regels voor alles wat we doen. Ik wilde weer vrij zijn.’


Nu verdient Lieven de kost met ‘fiksen en klussen.’ Werk heeft hij genoeg. En hoewel hij minder verdient dan vroeger, zegt hij meer te genieten van het leven. Met de sociale zekerheid is hij in orde, omdat hij ten laste is van zijn partner. Zijn pensioen heeft hij veilig gesteld met enkele investeringen in vastgoed.


‘Maar ik heb nooit geprofiteerd van een vervangingsinkomen’, benadrukt hij. ‘En belastingen betaal ik wel degelijk. Op al mijn aankopen betaal ik btw. Ik betaal taksen voor mijn auto en belasting op mijn huis.’


Lieven vindt niet dat hij het systeem bedriegt. Hij is er gewoon uitgestapt, zegt hij. ‘Omdat het onrechtvaardig is. Waarom moet ik bijdragen voor de zonnepanelen van anderen? Waarom moet ik belastingen betalen en het koningshuis niet? Elke dag lees ik wel iets in de krant waaruit blijkt dat we helemaal niet gelijk zijn voor de wet.’


‘Ik heb twintig jaar bijgedragen aan de sociale zekerheid, maar toen ik mijn zaak stopzette, trok ik niets. Toen dacht ik: ontplof allemaal, voortaan trek ik mijn plan.’


‘Zonder zwartwerk had ik nooit mijn diploma behaald’


Niet elke zwartwerker kiest voor een illegaal inkomen. Voor sommigen is het een bittere noodzaak om de eindjes aan elkaar te knopen. Door familiale omstandigheden moest Bart zijn universitaire studies zelf betalen. Een studiebeurs was goed voor amper 80 euro per maand. Aankloppen bij het OCMW was geen optie, was hem verteld, want zijn leefloon zou achteraf toch op zijn ouders worden verhaald. ‘En dat had mijn moeder nog dieper in de schulden geduwd.’


Bart had op zijn zestiende een eerste studentenjob in de horeca gehad. Toen hij naar de universiteit ging, werd het zijn vaste bron van inkomen.
‘In de zomer werkte ik drie maanden aan een stuk door om te sparen voor de rest van het jaar. Dat leverde me zo’n 2.500 euro per maand op. De rest van het jaar werkte ik in het weekend, voor zo’n 500 ŕ 600 euro per maand. Altijd cash betaald, nooit met contract. Ik heb in vijf horecazaken gewerkt. Ze gingen allemaal op dezelfde manier te werk.’


Bart stelde zich geen vragen bij het zwartwerk. Hij voelde zich ook niet uitgebuit. ‘Ik deed het werk graag. Ik klopte met plezier veel uren en verdiende een pak meer dan ik officieel kon verdienen. Mijn persoonlijk record is 102 uur werken in een week, en 21 en een half uur in een dag. Op het einde van zo’n maand hield ik meer over dan een ingenieur. Het zou me nooit gelukt zijn om af te studeren zonder zwartwerk.’


Nu heeft hij daar wel zijn bedenkingen bij. ‘Ons hoger onderwijs gaat ervan uit dat je ouders alles betalen. Is dat niet het geval, dan word je de illegaliteit ingeduwd. Als er in België studieleningen met lage rente waren, zoals in Nederland, dan had ik nooit zo veel in het zwart moeten werken om rond te komen.’
Ook vindt hij dat de regeling voor studentenarbeid in het nadeel werkt van studenten uit een arm gezin, die moeten werken om rond te komen. ‘Als ik mijn reglementaire dagen heb gepresteerd, neemt een andere jobstudent mijn plaats in, omdat ik dan te duur word voor een werknemer die me officieel wil tewerkstellen.’
Bart was dus blij dat een cafébaas hem in het zwart aannam, ook al was de man een profiteur eerste klas, die amper werkte en alleen incasseerde.


Hamburgerjob

Voor Bart was zwartwerk een gewoonte geworden. Na zijn studie ging hij als vertaler aan de slag, voor buitenlandse klanten. Betaald werd hij via PayPal. Het geld gebruikte hij om een bijkomende opleiding te volgen. ‘Officieel had ik dubbel zo hard moeten werken om hetzelfde te verdienen. Dan was studeren onmogelijk geweest.’


Vandaag woont Bart in Duitsland. Hij vertaalt nog altijd op zelfstandige basis, maar doet nu alles volgens het boekje. De Duitse regelgeving voor freelance werk is gewoon veel interessanter, vertelt hij.


‘Ik betaal 19 procent belastingen. Als ik 5.000 euro bruto verdien, hou ik daar 4.000 euro van over. Dat lijkt veel, maar ik heb geen recht op werkloosheidsuitkering of ander sociaal vangnet. Ik moet een private ziekteverzekering nemen en zelf voor mijn pensioen instaan. Dit systeem wordt hier vaak misbruikt om mensen te verplichten tot zogenaamde “hamburgerjobs” en ze peanuts te betalen, maar voor mij is het een interessante regeling. Ik koop wel een huis voor mijn oude dag.’


DS, 18-02-2012 (Lieven Sioen)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden