Europa, neem de handschoen op!
Europa, neem de handschoen op (nu het nog kan)
Handelsgeschillen, zoals dat tussen Europa en China over de koolstoftaks op vliegtuigen, zullen almaar toenemen zolang er geen mondiale akkoorden gevonden worden rond ecologie of sociale rechten, zegt FERDI DE VILLE.
De Chinese overheid heeft haar vliegtuigmaatschappijen verboden te gehoorzamen aan de EU-wetgeving die een koolstoftaks heft op alle vliegtuigen die landen op Europese luchthavens. Daarmee lijkt een ernstig handelsconflict onafwendbaar. Chinese vliegtuigmaatschappijen zullen veroordeeld en beboet worden, en indien ze zich ook daar niet aan onderwerpen, zelfs uitgesloten worden van het Europese luchtruim.
Meer van zulke conflicten hangen in de lucht. Wat is er aan de hand? De Europese Unie is van alle grote economische mogendheden de enige die een relatief ambitieus klimaatbeleid voert, via een emissiehandelssysteem. Omdat er op mondiaal niveau maar geen akkoord kan worden gevonden over een billijke verdeling van de inspanningen om extreme klimaatverandering te vermijden, leidt dat unilaterale klimaatbeleid tot concurrentiekrachtverlies voor Europese bedrijven. In het geval van de zeer concurrentiegevoelige luchtvaart is dat zeer duidelijk. Als alleen Europese maatschappijen een koolstoftaks moeten betalen, dan zullen reizigers voor vluchten naar bijvoorbeeld Azië sneller voor AirAsia dan AirFrance kiezen.
Enkel luchtvaart?
Klinkt logisch: via een taks die geldt voor alle vliegtuigmaatschappijen, creëert de EU een gelijk speelveld. Op die manier vergroot ze ook de effectiviteit van haar klimaatbeleid.
De vraag rijst dan echter snel waarom die logica beperkt zou moeten blijven tot de luchtvaart. Ook voor andere sectoren geldt dat een Europese belasting op CO2-uitstoot tot een prijsnadeel leidt in de concurrentie met buitenlandse producenten. Waarom zou de EU toelaten dat bedrijven hier de relatief propere deuren sluiten om buiten Europa vervuilender en goedkoper te produceren - en te exporteren naar de EU? Een voorstel om een koolstofbelasting op de import van alle producten op te nemen in het Europese emissiehandelssysteem heeft het enkele jaren geleden niet gehaald. Maar nu met de vliegtuigtaks een precedent is geschapen, en de internationale klimaatonderhandelingen blijven aanmodderen, komt dat zeker weer op tafel.
Ook op sociaal vlak
Na een importbelasting op koolstofuitstoot om de concurrentie gelijk te maken, is de stap naar een 'sociale egalisatietaks' niet meer groot. We horen steeds weer dat de globalisering onze Europese sociale welvaartsstaten onhoudbaar maakt. Maar de vraag is waarom we ons daar zomaar bij neer zouden leggen.
Globalisering is geen natuurlijk fenomeen, maar het resultaat van politieke keuzes voor kapitaal- en handelsliberalisering. Natuurlijk kunnen we niet verwachten dat in opkomende economieën en ontwikkelingslanden de lonen even hoog liggen als in Europa, maar we zouden wel kunnen eisen dat die landen een minimum aan sociale rechten verlenen aan hun werknemers. Landen die geen vakbonden, of slechts schijnvakverenigingen, toelaten, zouden hun producten dan niet even gemakkelijk op de Europese markt kunnen brengen als landen die wel zulke sociale rechten respecteren.
Om iets te doen aan het feit dat vooral de laagste inkomens slachtoffer worden van de globalisering, doordat zij de concurrentie moeten aangaan met miljoenen tot miljarden arme arbeiders in de rest van de wereld, zou de EU ook kunnen afdwingen dat landen een minimumloon moeten hebben dat gelijk is aan een bepaald percentage van het mediaaninkomen in elk land.
Eerst Europese overeenstemming
De EU is nog steeds de belangrijkste economie en handelsmacht ter wereld. Via de manipulatie van de toegang tot haar markt, zou de EU dus veel vaker dan gedacht haar maatschappelijke keuzes, bijvoorbeeld wat betreft ecologie en sociale zekerheid, kunnen beschermen. Wat staat dat in de weg?
Ten eerste, de stempel 'protectionisme' die zulke maatregelen al snel opgekleefd krijgen, door derde, benadeelde landen, maar ook door vrijemarktprofeten in de Europese Unie. Die maatregelen ter promotie van universele objectieven als matiging van de klimaatverandering en sociale rechtvaardigheid zijn echter slechts protectionistisch als we de volledige vrije wereldhandel als referentiepunt nemen. Dat perspectief maakt dan weer elke vorm van marktcorrectie onmogelijk omdat er nog geen mondiale akkoorden zijn (en zulke global governance is voor de nabije toekomst een utopie). Een dergelijk extreem standpunt gaat lijnrecht in tegen de Europese traditie van socialemarkteconomie.
Ten tweede, een gebrek aan overeenstemming binnen de Europese Unie over die maatschappelijke keuzes. Vooraleer de EU zou kunnen overgaan tot het instellen van een importbelasting op landen die geen minimumloon hebben, zouden er op Europees niveau afspraken over (relatieve) harmonisatie van de minimumlonen moeten bestaan.
En ten derde, de groeiende invloed van opkomende economieën in de Europese Unie. In één adem met de veroordeling van de Europese koolstofbelasting, noemde China zijn financiële hulp aan Europa voor het oplossen van de eurocrisis. China is natuurlijk niet van gisteren en zal aan zulke hulp voorwaarden koppelen.
Alle drie de vermelde obstakels hangen dan ook samen. Pas als de EU intern tot overeenstemming kan komen over welke maatschappij het wil zijn, zal het naar buiten krachtdadig kunnen optreden. Lang duurt het overigens niet meer dat de EU over die potentiële macht beschikt, die het ontleent aan het feit dat het de grootste handelsmacht is. Wil de EU een ecologische en sociale wereld nog een duw in de rug geven, dan moet ze snel handelen.
DS, 07-02-2012 (Ferdi De Ville)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|