Zware gevallen horen niet op school'
BRUSSEL - Het katholiek onderwijs vraagt speciale opvang voor 'onschoolbare' jongeren. 'Hun aanpak gaat de draagkracht van de gewone scholen te boven', meent Mieke Van Hecke.
Scholen in de steden hebben het steeds moeilijker met een harde kern van moeilijke leerlingen. De katholieke onderwijskoepel VSKO vraagt specifieke proefprojecten om hen te begeleiden. 'Hen opvangen vergt te veel energie van de gewone scholen. Het gaat hun draagkracht te boven , zegt Mieke Van Hecke, directeur-generaal van het VSKO.
Het gaat om jongeren die onaangepast zijn in vele betekenissen, die niet functioneren op school. Als ze vanwege hun gedrag van school gestuurd worden, komen ze op andere scholen terecht. Waar zich hetzelfde herhaalt. En zo zitten ze in een 'carrousel' van school naar school.
Het fenomeen doet zich vooral voor in de sociaal achtergestelde wijken van de steden en is vooral nijpend in de BSO-afdelingen of in de nijverheidsscholen. Veelal betreft het allochtone jongens van veertien, vijftien jaar die excessief spijbelen, agressief zijn, in straatbendes rondhangen, in de criminaliteit belanden. Op school verzamelen ze beïnvloedbare jongeren rond zich, meelopers, die ze dan meesleuren. 'Ze maken het normale schoolgebeuren onmogelijk,' aldus Van Hecke.
Voor de topvrouw van het katholieke net moet die harde kern er daarom uit. Voor schoolmoeë jongeren en tieners met problemen bestaan er gerichte mogelijkheden: het deeltijds onderwijs, persoonlijke ontwikkelingstrajecten, projecten zoals Time Out of Swat, de Bijzondere Jeugdzorg...
'Maar specifiek voor onschoolbaren is de opvang niet adequaat', meent Van Hecke. 'Er wordt te veel in gespreide slagorde gewerkt.'
Als je die jongeren niet wil opgeven, moeten we er een prioriteit van maken, vindt de topvrouw van het katholieke net. 'Er zouden speciale begeleidingsinitiatieven moeten komen, ergens tussen onderwijs, welzijn en stedelijk beleid in. Goed omkaderd door deskundigen met ook buurtwerkers en interculturele werkers, gekoppeld aan onderwijsmensen.'
'De begeleiding zal zeer arbeidsintensief zijn. Je moet ze voorbereiden op het gewone onderwijs of op de arbeidsmarkt.'
Er bestaan geen precieze cijfers over het aantal onschoolbare jongeren. Enkele tientallen per stad, wordt er geschat. In Gent zouden er 90 geteld zijn.
Ter vergelijking: in het schooljaar 2009-2010 werden 1.531 leerplichtige leerlingen van school gestuurd, de helft meer dan vier jaar voordien. In 2006-2007 waren het er 1.050. Van deze leerlingen vonden er 150 geen nieuwe school meer.
De ministers van Welzijn, Jo Vandeurzen (CD&V), en van Onderwijs, Pascal Smet (SP.A), hebben het VSKO laten weten dat ze de problematiek erkennen. Ze laten een inventaris maken van het huidige opvangaanbod. Van Hecke: 'We moeten weten of we de doelgroep bereiken, wat de resultaten zijn. Dan kunnen we de blinde vlekken invullen.'
bron: De Standaard.be
Mijn mening: Ik vind dat Mevr. Van hecke volledig gelijk heeft. Het is in sommige scholen bijna onmogelijk om als leerkracht veilig de klas binnen te stappen laat staan les te kunnen geven. Het is vooral spijtig voor die leerlingen die wel iets willen bereiken met hun leven. Het is inderdaad geen oplossing om ze enkel van school te sturen want dan hangen ze rond op de straat of proberen het weer even in een andere school. Deze jongeren moeten op een andere manier kunnen gemotiveerd worden. Een arbeidsintensieve aanpak zou wel eens de oplossing kunnen zijn.
|