actualiteitsforums - Enkele post bekijken - Sporten toch niet altijd zo gezond?

’Vechtsporten maken niet agressiever’

Jongens tussen 11 en 16 jaar die aan kracht- of vechtsport doen, zijn agressiever dan leeftijdsgenoten, blijkt uit Noors onderzoek waarover Trouw gisteren berichtte. Ervaringsdeskundigen bestrijden dit: „Een goede coach voedt jongeren op."

ARNOLD VANDERLYDE won als bokser drie olympische medailles en promoot tegenwoordig zijn programma ’Fighting Fit’, waarbij hij boksen gebruikt om mensen zelfvertrouwen en rust bij te brengen: „Ik was zelf erg agressief op mijn 15de. Bij mijn tweede bokstraining stond ik al tegen een kampioen. Het was toucheren en niet hard slaan. Toch wilde ik me bewijzen en gaf hem een harde rechtse. Dat heb ik geweten. Ik lag ’s avonds met hoofdpijn en een dikke lip in bed. Toen ging ik nadenken: ’Arnold, dat wordt niets zo.’ Ik leerde denken vanuit beheersing, vanuit defensie. Het is belangrijk dat je zoiets van een trainer meekrijgt. In sommige sportscholen roepen ze alleen: ’Ram hem op z’n bekkie!’ Daar heerst een machocultuur. Maar het gaat juist om de levensfilosofie. Je kunt boksen gebruiken om problemen en angsten van je af te slaan. Om jezelf een spiegel voor te houden en zo vertrouwen te kweken. Maar dan moet je wel in balans zijn. Daar moet een trainer op letten.”

MIKE HOUTSNEE is jongerenwerker, docent kickboksen en oprichter van het Sport Tegen Overlast in Mijdrecht Project (STOMP): ,,Bij ons heeft nog nooit een jongere de technieken van vechtsporten gebruikt op straat. Wij leren ze discipline en zelfvertrouwen te krijgen. Als ze zelfbewust zijn, worden ze ook minder agressief. Al moet je altijd een vinger aan de pols houden.”

THOM HARINCK introduceerde thai- en kickboxen in Nederland en trainde topvechters: ,,Ik geloof de conclusies niet. Ik geef nu 33 jaar les en mijn ervaringen zijn tegenovergesteld: jongens en meisjes leren juist discipline, sportiviteit en respect voor anderen. Als ze lessen blijven volgen, verandert hun gedrag. Ze leren de gevaren van vechttechnieken, zodat ze juist minder geneigd zijn op straat te vechten. Ik heb één keer meegemaakt dat een schoolhoofd me belde over een pupil. ’Hij terroriseert anderen en dat leert u hem’, zei hij. Die jongen heb ik in de ring gezet tegen iemand die groter en sterker is. Zo leerde hij dat hij niet zo flink was als hij dacht. ’Snap je nou hoe het is als iemand die beter kan vechten je pijn doet?’, hebben we achteraf gezegd. Hij heeft niet meer op straat gevochten.’’

ANNELIES KNOPPERS is hoogleraar pedagogiek en didactiek van de sport: „De uitkomst verbaast me niet. Uit veel internationale onderzoeken blijkt dat jongemannen die vechtsporten doen of sporten als american football gewelddadiger zijn. Sporters nemen ook positieve kanten van de sport over zoals teambuilding, dus het is logisch dat zij ook negatieve vaardigheden oppikken die de sport hen leert. Het belangrijkste is hoe de trainer met de sport omgaat. Die moet respect, waarden en normen overdragen.”

BERT KOPS SR. was tot zijn 54ste wedstrijdworstelaar en runt met zijn zoon sportcentrum Kops in Amsterdam, waar menig kampioen traint: ,,Jongeren worden niet agressiever van vechtsporten. Op dagen dat ze trainen zijn het sowieso niet zulke vechtersbazen, want dan zijn ze moe. Bovendien krijg je door vechtsporten meer zelfvertrouwen, je wordt dan buiten de sportschool rustiger, krijgt meer discipline, lef en doorzettingsvermogen. Een goede coach voedt jongeren op. Er blijven altijd types die graag opvallen en misbruik maken van de macht die ze hebben gekregen. Dat is maar een hele kleine groep. Die jongens denken: ik kan nu goed vechten, dus ik laat me door niemand nog wat zeggen. Dat zit in het karakter. Een goede coach stuurt dat bij. Maar na meer dan vijftig jaar sporten denk ik: bij sommige types helpt dat niet. Bij hen kun je maar één ding doen: de les weigeren.’’

Trouw, 29-09-2005