Tekst van Di Rupo bevat veel dubbele bodems
Tekst van Di Rupo bevat veel dubbele bodems
BRUSSEL - De voorstellen van formateur Elio Di Rupo zijn niet altijd wat ze lijken. Maar dat hoort zo, als men compromissen zoekt.
Niet alles in de nota van formateur Di Rupo (PS) is wat het lijkt. Niet alleen omdat de werkelijkheid complex is, maar ook omdat de compromissen die hij moet bereiken, dit vereisen. Bovendien heeft Di Rupo de beste politieke studiedienst van het land achter zich. Die maakt het hem mogelijk dubbele bodems te leggen.
Neem nu de belofte om de groeivoet van ‘4,5 procent boven inflatie', die geldt voor de uitgaven van de ziekteverzekering, te verminderen tot 2 procent. Dat is een belangrijke toegeving van de PS, want die eiste jarenlang die 4,5 procent. En dat zou ook een smak geld uitsparen: 500 à 1.000 miljoen euro.
Maar
Een flink deel van die 4,5 procent groei werd de jongste jaren niet gebruikt voor de ziekteverzekering, maar om de rest van de sociale zekerheid uit het rood te halen. De tekst van Di Rupo zegt dat het gedeelte van de socialezekerheidsinkomsten dat wegvalt door de verlaging van de groeinorm van de ziekteverzekering, gecompenseerd moet worden door hogere staatssubsidies aan de sociale zekerheid. Wordt er dan überhaupt nog iets bespaard?
Di Rupo gaat in op de vraag van de Vlaamse partijen om de ‘perverse effecten' van het solidariteitsmechanisme in de financieringswet weg te werken; die hadden immers tot gevolg dat het Waals en het Brussels Gewest er meer voordeel bij hadden dat de Vlamingen meer werkten en verdienden, dan dat hun eigen inwoners meer werkten en verdienden. Di Rupo gaat daarop in door het solidariteitsmechanisme tot 80 procent te herleiden.
Maar
De zogenaamde egalisatiefactor blijft wel bestaan. Die zegt dat als alle verdeelsleutels zijn toegepast, het eindresultaat wordt aangepast zodat geen gewest minder krijgt dan voordien. Het eindresultaat voor het Waals en het Brussels Gewest blijft dus gelijk.
De tweetaligheid van de diensten in Brussel wordt bevorderd, belooft Di Rupo aan de Vlamingen.
Maar
Wat verder blijkt dat dit concreet betekent dat niet meer elk personeelslid in de Brusselse diensten tweetalig moet zijn, maar dat het volstaat dat op elke dienst één personeelslid aanwezig is dat het Nederlands begrijpt. Compromissen vinden, vergt ook taalkundige en institutionele creativiteit.
De kinderbijslag wordt gecommunautariseerd, zegt de formateursnota. Dit wil zeggen dat dit dossier niet wordt overgeheveld naar de gewesten zoals de Franstalige partijen en de SP.A vroegen, maar naar de gemeenschappen, zoals de Vlaamse partijen behalve de SP.A wilden. De Vlamingen in Brussel zouden dan het Vlaamse regime volgen en de Franstalige Brusselaars het Franstalige regime.
Maar
De werkelijkheid is dat per gewest zal beslist worden. De formateursnota zegt dat de Vlaamse regering beslist over de kinderbijslag voor wie in Vlaanderen woont, de Franse Gemeenschap voor wie in Wallonië woont. En voor Brussel is het de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Wie is dat? Dat zijn de leden van het parlement van het Brussels Gewest en de leden van de Brusselse gewestregering.
DS, 06-07-2011 (Guy Tegenbos)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|