Verpleegkundige en verzorgende blijven beroepen die moeten vechten voor een positief imago.
Het tij is aan het keren, maar niet snel genoeg en te weinig. Daarom plannen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen en Vlaams Zorgambassadeur Lon Holzer een mediacampagne die op 12 mei, op de Internationale Dag van de Verpleegkundige, van start gaat.
De bevolking veroudert, dat is geen geheim. In het beste geval kunnen we het zien als een uitdaging. Tegen 2050 zullen er drie keer zoveel 80-jarigen en tien keer zoveel 100-jarigen zijn als vandaag. Als we daarbij vaststellen dat het aantal mensen met chronische aandoeningen dag na dag stijgt, dan zien we duidelijk het probleem. Om al die mensen de nodige en juiste zorg te geven, hebben we nu al mensen nodig die vandaag kiezen voor een zorgberoep.
Imagoprobleem
Vandaag werkt meer dan een op de tien Vlamingen (11,5%) in de zorgsector. In 2014 zal dat 13% zijn. Woonzorgcentra en gezinszorg, de twee sectoren die nu al opvallend de impact van vergrijzing ondervinden, zoeken verwoed naar verpleegkundigen en verzorgenden.
Maar die kiezen niet zo gemakkelijk voor dit soort zorg. De meeste verpleegkundigen willen vooral in de ziekenhuissector werken, thuiszorg en ouderenzorg zijn minder populair omdat verpleegkundigen (onterecht) denken dat ze daar vooral zullen moeten instaan voor de hygiënische zorgen en minder voor louter verpleegkundige technieken.
Het beroep kampt met een imagoprobleem: het zou alleen voor vrouwen zijn, carrière maken is niet mogelijk en voor de centen hoef je het ook niet te doen. Toch staan startende verpleegkundigen op de tweede sport van de verloningsladder bij professionele bachelors. Carrière maken kan zeker, er is bovendien ook een afstudeerrichting verpleegkunde op masterniveau. De vervrouwelijking van het beroep is een realiteit en daar moet aan worden gewerkt. Lon Holzer merkt trouwens op dat er, tot voor kort, een probleem was met de instroom van vrouwelijke ASO-studenten in de verpleegopleiding. De vrouwelijke studenten kiezen voor de meer prestigieuze opleiding geneeskunde en stromen door naar geneeskunde. Slagen ze niet in het ingangsexamen dan bieden biomedische wetenschappen of farmacie een alternatief.
Werken op maat
Waar op middelbare schoolniveau initiatieven worden genomen om de diversiteit van het beroep, de combinatie van EQ en IQ, het menselijke contact, de ontwikkelingen in de verschillende zorgberoepen en het multidisciplinaire in de kijker te plaatsen, kiezen meer jongeren voor een carrière als verpleegkundige. Weinig andere beroepen bieden bovendien op dit moment zoveel flexibiliteit en diversiteit als verpleegkundige. Door de vacatures die er zijn, wordt werken op maat mogelijk gemaakt.
Het is niet toevallig dat minister Vandeurzen op 12 mei, de Dag van de Verpleegkundige, een campagne opstart waarbij hij mensen oproept om te kiezen voor een zorgberoep. Hij doet dat via een toer door Vlaanderen in een lijnbus die zes instellingen in alle Vlaamse provincies zal aandoen. “Op die manier trekken we alvast de aandacht op de diversiteit van de zorgsector”, zegt de minister. Van midden tot eind mei is er ook een mediacampagne via boodschappen van algemeen nut waarbij een oproep wordt gedaan om zorgverlener te worden. In 30 seconden wordt de kijker ervan overtuigd dat een zorgberoep een oneindig aantal mogelijkheden biedt.
Vanaf 12 mei is er dan ook nog een webstek (wordzorgverlener.be). (DDP)
BRON:
www.knack.be
Eigen mening:
Ik snap ergens wel dat studenten van tegenwoordig minder snel voor verpleegkunde kiezen, maar dat is enkel omdat zij de 'negatievere' kant van het beroep kennen. Zelf heb ik ook enkele dagen stage gelopen in een rust- en verzorgingstehuis en dat vond ik super ! Het is ongelooflijk hoeveel liefde en vriendschap je terugkrijgt van de mensen waarvoor je zorgt en de dat zou wat meer in de 'spotlights' mogen staan. Natuurlijk is het niet altijd leuk om ook in te staan voor de hygiënische zorgen van je patiënt, maar als je je in hun plaats zou stellen zou je weten dat het voor hun evenmin leuk of aangenaam is. Maar aan welk beroep zit nu geen nadeel ?