Eén gezin op vier heeft nog geen internet
BRUSSEL - Almaar meer Belgen hebben toegang tot het internet. Maar er bestaan grote verschillen in de manier waarop we het internet gebruiken.
De digitale kloof – de mate waarin bevolkingsgroepen minder toegang hebben tot internet en ICT dan andere – is kleiner geworden. Dat stelt staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, Philippe Courard (PS), vast op basis van een evaluatie van vijf jaar nationaal actieplan. In 2005 had 42 procent van de bevolking geen toegang tot het internet. In 2010 is dat nog maar 23 procent. Het actieplan had voorgesteld dat die groep met een derde moest verminderen, het is met veertig procent geworden. Het aantal gezinnen zonder internet is van 50 procent in 2005 teruggevallen naar 27 procent vorig jaar, zowat een op de vier dus.
Er is wel een andere kloof ontstaan. Of beter: ze is verschoven. Er is nu meer materiële toegang tot het internet, maar er treden grote verschillen in gebruik op. De sociaal beter gesitueerde Belgen maken gretig gebruik van de steeds toenemende diensten die online aangeboden worden (vacatures, vastgoed zoeken, belastingen invullen). ‘De sociaal kwetsbare groepen blijven hangen in de spelletjes of de netwerksites', zegt Jan Dekelver van de Katholieke Hogeschool Kempen, één van de auteurs van de evaluatie. ‘Internetmogelijkheden die kunnen bijdragen tot hun maatschappelijke integratie gaan aan hen voorbij.'
BRON: Het Nieuwsblad, 2 mei 2011 (05.00u)
Eigen mening:
Ik schrik toch nog enorm hard van dit cijfer: '1 op 4 heeft geen internet'. Ook al is het cijfer in 2005 van 50% teruggevallen naar 27% in 2010. Dit vind ik eigenlijk echt nog wel veel.
Als toekomstig leerkracht moeten we hier denk ik toch wel wat belang aan hechten en even bij stilstaan. Vandaag de dag is internet een zeer belangrijk gegeven geworden in zowel de school als in onze hedendaagse maatschappij bv. betalingsmogelijkheden, sociaal contact, informatie opzoeken (voor school, werk, ...), belastingen invullen, etc. We verwachten dan ook dat iedereen hier toegang tot heeft en hier gebruik van kan maken. Dit blijkt uit het onderzoek dus niet zo te zijn.
Toch dacht ik dat iedereen wel toegang had tot internet via bv. de school, openbare internetcafés, bibliotheken, etc. Misschien weten de mensen het gewoon niet die dit juist wel zouden moeten weten. Ik denk dan ook dat we meer campagnes moeten voeren dat leerlingen in de school gebruik kunnen maken van internet, het internetgebruik in openbare plaatsen zoals bijvoorbeeld de bibliotheek en internetcafés aankaarten,...
Daarnaast vind ik het jammer dat de sociaal kwetsbare groepen die de internetmogelijkheden wel nodig hebben die kunnen bijdragen tot hun maatschappelijke integratie juist aan deze personen voorbij gaat. Worden ze te weinig ingelicht hoe men deze informatie kan vinden op het net? Ik denk dat het dus belangrijk is om meer campagnes te maken hoe men het internet op de juiste manier kan gebruiken (voor de sociaal kwetsbare groepen). Eventueel gratis sessies inlassen om deze groepen te begeleiden?
Het is hoe dan ook denk ik nodig om hier een oplossing voor te zoeken. Ik denk dat vele sociaal kwetsbare mensen geholpen zouden kunnen worden als ze weten waar ze juist moeten zoeken op het internet.