De SATrelatie, Sleeping Apart Together
De SATrelatie, Sleeping Apart Together
Samen wonen, samen indutten en dan elk naar een ander bed verhuizen. Omdat manlief te hard snurkt, of omdat vrouwlief 's nachts wakker wordt en anders ineens ook maar manlief wekt. Het is niet alleen een taboe, maar ook een trend. Maar is het echt zo abnormaal? En wat doet dat met een relatie?
'Ken jij toevallig mensen die een gelukkige relatie hebben, maar apart slapen?' Die vraag heb ik de afgelopen weken aan heel wat mensen gesteld. Als antwoord kreeg ik niet veel meer dan de voor de hand liggende wedervraag: 'Waarom wil je dat weten?' Respons kreeg ik pas toen ik een collega sprak die regelmatig bij mensen over de vloer komt om ze te interviewen over hun interieur. Hij wist meteen een paar stellen op te noemen met gescheiden slaapkamers. 'Leuk, kan ik ze daarover wat vragen stellen? Mag anoniem, natuurlijk.' Wat bleek? Niemand van deze mensen - hoogopgeleid, goede banen, al jaren bij elkaar - was daartoe bereid. Ze wilden wel in hun woonkamer gefotografeerd worden en vertellen over die leuke stoelen en waar ze die op de kop hadden getikt en wat ze daarvoor betaald hadden, maar anoniem en onherkenbaar vertellen over wat ze beweegt om twee slaapkamers te hebben? Nee, dat toch liever niet.
VOETBALZWEET EN ALCOHOL
Gelukkige koppels slapen samen in één bed. Denk maar aan al die Hollywoodfilms waarin de held en de heldin 's ochtends samen wakker worden, innig verstrengeld - dat wil zeggen: de films van na 1968, toen de regel werd afgeschaft dat zelfs getrouwde koppels op het witte doek alleen in aparte bedden mochten slapen. Dat ze in de realiteit bepaald onromantisch zouden ontwaken met verdoofde ledematen door afgeknelde bloedsomloop, elkaar onfrisse ochtendadem in het gezicht blazend, en dat ze de hele dag met een stijve nek zouden rondlopen? Daar hoor je niemand over.
De boodschap is duidelijk: als je van elkaar houdt, dan vind je het fijn, warm, gezellig en wenselijk om naast elkaar in te slapen en naast elkaar wakker te worden. En zoals in films en op televisie samen wakker worden het bewijs is van echte liefde, zo is apart slapen het bewijs van donkere wolken aan de relatiehorizon. De man die te laat thuis komt, geurend naar voetbalzweet, alcohol of het parfum van een andere vrouw, wordt naar de sofa verbannen, waar de kleuter des huizes hem 's ochtends met droevige ogen wakker maakt. 'Are you and mommy getting a divorce?' Maar het echte leven lijkt niet op Hollywood. Bij ons thuis ziet het slaapscenario er anders uit.
Scène 1. Zaterdagnacht, ergens tussen 3 en 4 uur, word ik wakker. Ik hoef niet op mijn wekker te kijken, mijn innerlijke klok voelt het precies aan: ik heb een paar uur geslapen en mag nog een paar uur. Maar dat gaat niet lukken als ik in het bed blijf liggen waar ik ben ingedut. Naast me ligt mijn man, in diepe rust verzonken - een ritmisch snurkgeluid is daarvan het bewijs. Ik sta half slapend op. Hoofdkussen onder de arm, wekker in de hand. Moeiteloos vind ik mijn weg door het pikdonkere huis naar de slaapkamer aan de andere kant van de hal, waar het bed altijd is opgemaakt en de gordijnen altijd dicht zijn. Binnen een minuut nadat ik wakker ben geworden soes ik alweer in. Het kost me nauwelijks meer moeite dan naar de wc gaan, of me eens lekker omdraaien.
Scène 2. In het doordeweekse script kruip ik regelmatig 's avonds meteen al in dat andere bed. Omdat ik de volgende dag vroeg op moet en hij niet. Omdat hij zin heeft om tot 2 uur 's nachts een boek te lezen en ik niet kan slapen als er nog een lichtje aan is. Omdat hij met zijn vrienden heeft afgesproken en thuiskomt op een tijdstip waarop ik al lang in mijn diepste slaap ben. Ik word namelijk paniekerig bij de gedachte dat ik niet genoeg slaap krijg, en nog paniekeriger als ik verwacht dat die te korte nachtrust halverwege verstoord en onderbroken wordt. De tweede slaapkamer - die vroeger de slaapkamer van ons weekendkind was en daarna 'logeerkamer' heette - heeft inmiddels een nieuwe naam: het is 'mijn slaapkamer'. En als ik de reacties daarop van buitenstaanders goed begrijp, is dat iets waar we ons voor moeten schamen.
HET LAATSTE TABOE
Ik heb nooit zo veel opgehad met de gewoonte om aan Jan en alleman 'het huis te laten zien'. Mijn goede vrienden en familie mogen, als ik net verhuisd ben, best even rondkijken. Maar als je dan een paar maanden later een feestje geeft en de woonkamer zit vol met vrienden, vrienden van vrienden, collega's en hun partners, dan verwacht óók iedereen een uitgebreide rondleiding. Je hoopt dat er nergens aanstootgevend ondergoed rondslingert en dat het doucheputje smetteloos is. Maar het ongemakkelijkste moment komt bij de slaapkamers. Ergens op onze bovenverdieping ontstaat de volgende conversatie: 'O, en dit is de logeerkamer?' 'Euh nee, dit is de kamer waar ik meestal slaap.' De stilte die dan volgt, had niet oorverdovender kunnen zijn als ze een kamer vol seksspeeltjes waren binnengewandeld. Je hoort ze denken: wat zielig. Net verhuisd naar zo'n mooi huis, maar het gaat dus kennelijk toch niet zo goed tussen die twee.
Het woord 'taboe' is aardig uitgehold, maar ik zou bijna denken dat we er hier toch eentje te pakken hebben. Als het over seks gaat, moet bijna alles kunnen. Maar apart slapen is een onderwerp dat je maar beter voor jezelf kunt houden, als het tenminste al aan de orde is. Wie graag alleen slaapt, moet zich verdedigen. Wonderlijk eigenlijk, als je bedenkt dat er geen menselijke bezigheid zo privé, zo eenzaam, zo persoonlijk is als slapen. Want of je nou in de slaapzaal van een jeugdherberg ligt tussen twintig backpackers met zweetvoeten, naast je pasgeboren baby in een ziekenhuiskamer of als kleuter bij je ouders in bed na een nachtmerrie: op het moment dat je je ogen sluit en naar dromenland vertrekt, ben je helemaal alleen.
ONRUSTIGE BEDPARTNER
Volgens klinisch psycholoog Steven Fischer hebben veel mensen last van de aanwezigheid van iemand in hun bed, maar vinden ze het vaak moeilijk om dat toe te geven. En dan hoeft het lang niet altijd te gaan om de partners van zware snurkers. Ook mensen die licht slapen en het bed delen met iemand die een ander slaap-en-waakritme heeft, kunnen slaapproblemen krijgen. Fischer vraagt mensen die zich met slapeloosheid bij hem melden vrijwel altijd naar hun 'slaaparrangement'. En wat blijkt? De meeste mensen die 's nachts wakker liggen omdat hun partner woelt, snurkt, slaapwandelt of het dekbed confisqueert, vinden dat ze daar maar gewoon mee moeten leren leven. Alsof apart slapen zou betekenen dat je niet genoeg voor elkaar overhebt.
Voor stellen met kleine kinderen zijn slaapproblemen een minder groot taboe. Zij praten dan ook gemakkelijker over hun onorthodoxe slaapoplossingen. Ik ken mensen die al jaren slaap tekortkomen, omdat er baby's zijn die gevoed en verschoond moeten worden, peuters met nachtmerries, kleuters die de hele winter verkouden zijn. Een van mijn vriendinnen heeft een peuter die vaak niet in zijn eigen bedje wil slapen. Als hij midden in de nacht bij haar in het grote bed kruipt, slaapt papa verder op de matras die standaard in de kinderkamer op de grond ligt. Niet ideaal, vinden ze, maar ze nemen aan dat het een situatie is die niet eeuwig gaat duren. Het is overmacht, dus schamen ze zich er niet voor.
De patiënten van psycholoog Fischer, en alle andere mensen die de oorzaak van hun slaapprobleem ontkennen omdat ze zich ervoor schamen, zijn eigenlijk heel gevaarlijk bezig. Verloren slaap is namelijk voor altijd weg en zorgt voor een slaapschuld die nooit meer, met geen enkel weekend lekker uitslapen, is af te lossen. Griezelig weetje: uit onderzoek bleek dat zelfs mensen die zich 's ochtends helemaal niet herinneren dat ze 's nachts wakker zijn gemaakt door een onrustige bedpartner, per nacht één à twee uur slaap verliezen. Twee uur per nacht, zomaar weg, zonder dat je het merkt! Dat is de ingang van de zomertijd, de ergste nacht van het jaar, in het kwadraat. En volgens ander slaaponderzoek heeft twee weken achter elkaar een paar uur te weinig slapen hetzelfde effect als vierentwintig uur wakker blijven. Dan hoop je toch maar dat de piloot die jou morgen naar New York moet vliegen, of de tandarts die vanmiddag een wortelkanaalbehandeling bij je gaat uitvoeren, de afgelopen weken niet met een snurker in bed heeft gelegen.
BIJ JOU OF BIJ MIJ?
Het idee dat samen slapen hoort bij een goede, gelukkige en stabiele relatie is uniek voor onze westerse cultuur, waarin monogamie en trouw hoog staan aangeschreven en waar de twee-eenheid van de ouders de basis is van het gezin. Het is niet voor niets dat in buitenechtelijke affaires het 'blijven slapen' een heikel punt is: wie na de seks het verboden speelterrein verlaat en thuis weer in het eigen bed kruipt, is minder ontrouw dan wie de hele nacht wegblijft om 's ochtends samen met 'de ander' wakker te worden.
Het echtelijke bed is het symbool van liefde en trouw, maar ook van toewijding en opoffering. Toen in 2007 in Amerika de Association of Home Builders een rapport publiceerde waarin voorspeld werd dat tegen 2015 zowat zestig procent van alle nieuw gebouwde huizen in Amerika twee master bedrooms zou hebben, verschenen in allerlei conservatieve damesbladen en opinietijdschriften prompt zorgelijke artikels. De behoefte aan aparte slaapkamers zou een kenmerk zijn van de verwerpelijke individualisering en het almaar toenemende egoïsme van deze moderne tijd. Waar moet het heen met de wereld, als stellen het niet eens meer kunnen opbrengen elkaars gesnurk te verdragen? De adviezen: koop oordopjes, sluit compromissen, leer ermee leven.
Nu is niet in één bed slapen natuurlijk helemaal niet zo modern. In de tijd dat het huwelijk vooral een contractuele overeenkomst was tussen twee mensen die qua status en plaats in de maatschappij goed bij elkaar pasten, een overeenkomst bedoeld om nageslacht te produceren, keken echtelieden wel twee keer uit voor ze de hele nacht bij elkaar in bed gingen liggen. Een kort bezoekje als de lust riep of als het tijd werd voor een erfgenaam, maar verder gescheiden slaapkamers. Een kamer voor de vrouw waar ze met haar vriendinnen kon roddelen, en een kamer voor de man waar hij om drie uur 's nachts kon binnensluipen na een bezoek aan zijn maîtresse. Goed, dat was dan in huizen waar de bewoners rijk genoeg waren om er verschillende slaapkamers op na te houden. Maar de boerenfamilie die in de middeleeuwen bij elkaar in één bedstee kroop, deed dat vast ook niet uit romantische overwegingen. Lekker warm en praktisch, eerder.
SEKSLEVEN
Laten we dat gezamenlijke bed dus niet idealiseren, en er in plaats daarvan voor zorgen dat we morgen allemaal zo uitgerust mogelijk kunnen opstaan. Zet een bed in de studeerkamer of op zolder. Kind het huis uit? De kans dat hij of zij weer thuis komt wonen is klein, dus richt die kamer in als uw toevluchtsoord. En voor kleinbehuisden: als u een nieuwe sofa koopt, zorg er dan voor dat u er languit op past, zodat het uw uitwijkbed kan worden indien nodig.
En maakt u zich vooral geen zorgen over een induttend seksleven. In plaats van minder, kunnen aparte slaapkamers weleens meer spanning opleveren. 'Bij jou of bij mij?' is tenslotte een vraag die u waarschijnlijk sinds uw eerste afspraakjes niet meer gehoord hebt.
Ik zal het niet ontkennen. Samen in bed liggen is soms ook heel leuk. Een beetje mijmerend samen de dag doornemen. Iets grappigs lezen in een tijdschrift, hardop lachen en dat aan elkaar vertellen. Ineens een hand op je rug voelen en denken: hè, ja, daar heb ik eigenlijk best zin in. Tegen elkaar aan kruipen en je in het donker geborgen en geliefd voelen. Maar als u weet dat u de kans loopt dat op al die romantiek en dat innige samenzijn een rusteloze nacht en een chagrijnige ochtend gaan volgen, laat u dan door niemand tegenhouden om vlak voor u echt in slaap valt uw eigen, lege, stille, vredige bed op te zoeken.
© Vrij Nederland
DS Lifestyle, 09-04-2011 (Klary Koopmans)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|