Weg met zedenleer, iedereen zedenleer
Als Groen! de lessen zedenleer en godsdienst wil vervangen door één neutraal levensbeschouwelijk vak, begrijpt PATRICK LOOBUYCK niet goed waarom leerkrachten zedenleer daar tegen zijn. Als zo'n vak er komt, zullen zij toch degenen zijn die het onderwijzen?
Op het onderwijscongres dat Groen! afgelopen weekend hield, bevatten sommige teksten gedurfde, maar interessante ideeën. Een ervan was de invoering van het vak 'burgerschap, filosofie en levensbeschouwing'. De bestaande vakken godsdienst en zedenleer zouden facultatief worden. Het voorstel is controversieel en leerkrachten zedenleer gingen de voorbije week stevig te keer op Facebook tegen de 'waanidee van het eenheidsvak'. Ik begrijp de corporatistische reflex - hoewel: wie anders dan de huidige leerkrachten levensbeschouwelijke vakken zullen het nieuwe vak geven? Inhoudelijk heeft met name het vrijzinnige protest geen poot om op te staan. Waar gaat het over?
Op dit moment volgt 83 procent van de leerlingen secundair onderwijs rooms-katholieke godsdienst. In het licht van de secularisering en het tanende kerkbezoek is dit een ontstellend cijfer. De verklaring ligt in het marktaandeel van het katholiek onderwijs. Meer dan 70 procent van de leerlingen volgt rooms-katholieke godsdienst, omdat ze school lopen in het katholieke net waar dit een verplicht vak is. Maar die schoolkeuze is niet levensbeschouwelijk bepaald. Ouders kiezen voor katholiek onderwijs vanwege de fietsafstand, de kwaliteit of het aantal immigranten. Er kunnen dan ook zowel katholieken, protestanten, sikhs, moslims als atheïsten in de klassen zitten. De meeste leerlingen hebben geen duidelijke levensbeschouwelijke affiniteit meer. De detraditionalisering, secularisering en (mentale) ontzuiling hebben hun werk gedaan. Godsdienstleerkrachten geven toe dat het niet gemakkelijk is om God en Kerk nog ter sprake te brengen in een klas waarin nauwelijks nog jongeren zitten die voeling hebben met de katholieke geloofstraditie. Tot spijt van aartsbisschop Léonard vullen steeds meer leerkrachten de lessen dan maar met maatschappelijke, morele en filosofische onderwerpen.
Islam
De andere 13 procent van de leerlingen rooms-katholieke godsdienst volgen dit vak in het officieel onderwijs (gemeenschapsonderwijs, stedelijke en provinciale scholen). Daar is het een keuzevak naast zes andere namelijk protestantse, joodse, islamitische, orthodoxe en anglicaanse godsdienst en niet-confessionele zedenleer. Iets meer dan de helft van de leerlingen in het officieel onderwijs (maar dat is slechts 13 procent van alle leerlingen in het Vlaams onderwijs) volgt niet-confessionele zedenleer. Dit cijfer blijft constant, ondanks de secularisering en de kerkschandalen. Ongeveer 13procent van de leerlingen in het officieel onderwijs volgen islam - een percentage dat omwille van demografische redenen blijft stijgen. Ongeveer 1procent van de leerlingen volgt respectievelijk joodse en protestantse godsdienst. In het schooljaar 2009-10 telde de orthodoxe godsdienstles 431 en de anglicaanse 3 leerlingen in gans het secundair onderwijs.
Er zijn tal van praktische moeilijkheden met dit systeem. Vraag dit maar na bij directeurs van het officieel onderwijs. Belangrijker echter is het inhoudelijk debat. Iedereen zal het erover eens zijn dat we levensbeschouwing, burgerschap, moraal en filosofie ter sprake moeten brengen in het onderwijs. De vraag is hoe we dit het best doen om de beoogde doelstellingen te bereiken met het huidige leerlingenpubliek? Behouden we burgerschap als een vakoverschrijdende eindterm waar nauwelijks iets mee gedaan wordt of koppelen we het aan een vak? Willen we de interlevensbeschouwelijke dialoog bevorderen door leerlingen in het officieel onderwijs per levensbeschouwing afzonderlijk te zetten? Willen we de radicalisering in de islam te lijf gaan met een hoofddoekenverbod maar tegelijk blijven toelaten dat moslimleerlingen op levensbeschouwelijk vlak enkel gevormd worden door leerkrachten islam die vaak onvoldoende geschoold zijn en soms dingen verkondigen die haaks staan op wat we met ons onderwijs beogen? Blijven we vasthouden aan de idee dat de levensbeschouwelijke zoektocht van jonge mensen in het vrij onderwijs het best begeleid en gestuurd wordt door te vertrekken van het christendom als 'voorkeurspositie' en ultieme toetssteen voor het zinaanbod? Bovendien, een systeem dat er vanuit gaat dat alle ouders willen dat hun kind een geëngageerde levensbeschouwelijk vak volgt, strookt al lang niet meer met de realiteit en staat op gespannen voet met de godsdienstvrijheid.
Het huidige verzuilde systeem werkt contraproductief en de onderwijshervorming zou daar de nodige aandacht moeten aan besteden. Het niveau van de levensbeschouwelijke geletterdheid bij 18-jarigen is bedroevend en op vlak van burgerschapsattitudes scoren de Vlaamse jongeren ondermaats. Met het oog op de herwaardering van levensbeschouwelijke geletterdheid en gevoeligheid, van de morele en filosofische vaardigheden en van de burgerschapsvorming pleit ik, net als Groen!, voor een plichtvak levensbeschouwing, burgerschap en filosofie. Dit vak moet, twee uur per week en gespreid over twaalf jaar leerplichtonderwijs, aangeboden worden aan alle leerlingen in alle netten. Het vak moet georganiseerd worden zoals alle andere vakken, met onafhankelijke inspecties, duidelijke eindtermen en examens. Ouders die dit wensen, kunnen in het officieel onderwijs hun kinderen daarbovenop een geëngageerd vak laten volgen, op voorwaarde dat er voor alle erkende religies een goede opleiding komt voor de leerkrachten. De naam van het vak niet-confessionele zedenleer moet dan veranderen in 'vrijzinnig humanisme'.
Wollige taal
Voor het vak over levensbeschouwing, burgerschap en filosofie kan geen vrijstelling verleend worden. Het vak komt immers tegemoet aan de algemene plicht van het onderwijs om jongeren vanuit het vrij onderzoek te informeren, kritisch-reflectief te vormen en hen genuanceerd met onderwerpen te leren omgaan. Hoe je daar als vrijzinnige kan tegen zijn, ontgaat me. Het vak is in de eerste plaats belangrijk omdat het bijdraagt tot de algemene ontwikkeling en de persoonsvorming van leerlingen conform de algemene missie van scholen. Daarom moet het vak ook in het vrije net op het curriculum. Katholieke scholen die dat wensen kunnen daarbovenop in hun vrije ruimte - verplicht of facultatief - katholieke godsdienst aanbieden. Laat het katholieke net maar eens kleur bekennen als het op levensbeschouwing aankomt in plaats van zich te blijven verstoppen in een wollig taalgebruik over de katholieke identiteit en inspiratie.
www.levensbeschouwingen.be
Patrick Loobuyck, moraalfilosoof verbonden aan de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Gent
DS, 22-03-2011